teerden zelf, in nieuwbouw, uitbreiding of nieuwe vestiging. Mede daardoor groeide de werkgelegenheid in de gemeente wederom sterker dan het Friese en het landelijke gemiddelde. Het rijk toonde zich bereid, voor de komende jaren 273 miljoen gulden te investeren in pro jecten in Leeuwarden. De Friese hoofdstad is aangewezen als een van de belangrijkste ste delijke centra van het noorden. De provincie Fryslan verschafte, in afstemming met de omringende gemeenten, Leeuwar den de planologische ruimte om in enkele jaren tijd flink in inwonertal en woonkwaliteit te groeien. Het provinciaal bestuur zegde bovendien voor de periode 2000 tot 2010 voor 50 miljoen toe voor investeringen in een aantal projecten. Omringende gemeenten dragen in deze periode in totaal 12 miljoen bij, voornamelijk te besteden voor het thema 'bereik baarheid van de stadsregio'. Dit alles biedt kansen om hoge ambities waar te maken. Maar het eist ook de moed om soms pijnlijke keuzes te maken. Het vraagt doorzettingsvermogen in moeizame processen en soms is incasseringsvermogen bij tegenvallers nodig. Het gemeentebestuur is zich ervan bewust dat alle veranderingen niet door iedereen als positief worden ervaren. De nagestreefde openheid heeft dat in het verslagjaar ook duidelijk aan het licht gebracht. Er bestaan grote weerstanden tegen de geplande uitbreiding van de stad in noordoostelijke richting, in het gebied 'Tusken Moark en Ie'. Ook andere dorpen dan Lekkum en Snakkerburen ervaren de snelle uitbreiding van het bebouwde oppervlak van de stad soms als een bedreiging. De Stedelijke Vernieuwing kende in het verslagjaar een moeizame start, het vereist zorg vuldigheid door de grote belangen die hieraan voor bewoners, corporaties en andere partij en zijn verbonden. Er waren protesten tegen vernieuwingen in het binnenstadsgebied, tegen de bouw van de 112 meter hoge Achmea-toren aan de Sophialaan-Willemskade evenzeer als tegen de voor genomen inrichting van een nieuw busstation tegenover de beurs. En de aanleg van de busbaan richting Stiens was slechts een van de verkeersmaatregelen waar kritiek op werd geleverd en verzet tegen ontstond. Op deze signalen is gereageerd: luisterend, soms plannen bijstellend, soms een genomen besluit uitvoerend omdat andere overwegingen en belangen de doorslag geven. Zeker zo zorgvuldig wil deze gemeente omgaan met de positie en de belangen van groe pen bewoners wier stem doorgaans minder sterk doorklinkt. Dat zijn de kwetsbaren in de samenleving, mensen die vaak met een scala van problemen te maken hebben. Kwaliteit, vernieuwing en ontwikkeling dient ook hen ten goede te komen. Het beleid is erop gericht om bureaucratische belemmeringen voor een goede ondersteuning weg te nemen en mensen uit te dagen om zelf kansen op een nieuw perspectief aan te grijpen. Zo staat de gemeente voor een tweeledige uitdaging in deze tijd vol veranderingen. De eerste is de kansen op groei en positieverbetering ten volle benutten, ten behoeve van de eigen gemeentelijke gemeenschap en de hele Friese en noordelijke regio. Tegelijkertijd wor den aan de zorg en het beheer, vooral jegens kwetsbare groepen, hoge eisen gesteld. Deze uitdaging vormt de kern van de beleidsdocumenten, waarin richting wordt gegeven aan doelstellingen, taken en werkwijze voor de toekomst, de middellange termijn en de korte termijn. Van toekomstvisie tot jaarplan Het voor Leeuwarden gewenste toekomstbeeld, gericht op het jaar 2030, is neergelegd in de toekomstvisie LEVI 2030. Dit beleidsdocument werd in februari 1999 in definitieve vorm gepresenteerd. Kerndoelen hierin zijn voor Leeuwarden: Een vitale middelgrote stad met 100.000 tot 125.000 inwoners met een evenwichtige bevolkingssamenstelling. De belangrijkste centrumgemeente in Noord-Nederland, naast Groningen, op het gebied van voorzieningen, werkgelegenheid en woonmilieus. Een stedelijke samenleving, waarvan de werkloosheid en de economische ontwikkeling in de pas loopt met landelijke gemiddelden. Een aantrekkelijke stad met duurzame en hoogwaardige vestigingsmilieus voor zowel burgers als bedrijven. Een goed bereikbare stad, voorzien van effectieve transport- en vervoerssystemen. Een veilige en leefbare gemeente. Deze toekomstvisie is in 1999 voor de middellange termijn, tot 2010, uitgewerkt in een Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP). De verschillende opgaven voor de komende jaren zijn hierin benoemd. Een financiële vertaling van dit programma is gegeven in het Meerjaren Investerings Programma (MIP). In een jaarlijks bij te werken Perspectiefnota worden de elementen uit het meerjarenpro gramma in concrete taken en doelstellingen uitgewerkt. Van hieruit wordt, natuurlijk rekening houdend met 'verplichte uitgaven' en vaste lasten, een jaarbegroting opgesteld. Hieraan wordt in een jaarverslag de later op te maken jaarre kening getoetst. Bij de uitvoering van een op de toekomst gericht beleid heeft het in 1998 gevormde gemeen tebestuur zich een aantal concrete taken gesteld voor de periode 1998-2002. Deze zijn, bin nen het kader van de toekomstvisie LEVI 2030, als 'topprioriteiten' neergelegd in het Bestuursprogramma. De concrete doelen waar het gemeentebestuur van Leeuwarden zich voor de periode t/m 2002 laat aanspreken zijn: 1. De binnenstad, woonwijken en dorpen aantoonbaar veiliger maken; 2. Groei met 3000 arbeidsplaatsen (de aanvullende, gesubsidieerde werkgelegenheid niet meegerekend); 3. De inkomenspositie van de minima ten opzichte van 1998 verruimen; 4. De Onroerend Zaak Belasting niet verhogen; 5. De goedkope woningvoorraad op een verantwoord peil houden en het woningaanbod voor de midden- en hogere inkomens verbeteren; 6. De leefomgeving verbeteren; 7. Het onderhoud van wegen, trottoirs en openbaar groen merkbaar verbeteren; 8. Grote delen van de binnenstad renoveren; 9. Een vensterschool ofvensterscholen oprichten; 10. De klantgerichtheid van de gemeentelijke organisatie verbeteren. INLEIDING JAARVERSLAG 1999 GEMEENTE LEEUWARDEN

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 99