I
Blad 2
Doelmatigheid
binnen de kaders van de beleidsuitgangspunten van de
raad handelt het college zodanig dat een zo groot
mogelijk nuttig effect wordt bereikt. Het handelen is
in overeenstemming met het gestelde doel c.q. de
beslissing(en) van de raad.
Bij het handelen is het rationeel toepassen van
economische principes leidend. Het gaat hierbij om:
a. het economisch verantwoord verwerven van de
benodigde middelen, dat wil zeggen verwerving tegen
de laagst mogelijke kosten gegeven een gewenst
kwaliteitsniveau;
b. de keuze van effectieve methoden en technieken voor
de uitvoering van de activiteiten;
c. het optimaal aanwenden van middelen bij de uitvoe
ring van activiteiten.
Organisatie-eenheid
iedere organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke
organisatie die als zodanig in artikel 1 van de
"Algemene organisatieverordening 1995" is aangewezen.
Beheer van vermogenswaarden
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het
geheel van de gemeentelijke middelen en rechten. Hierna
aan te duiden met de term "beheer".
Artikel 2
De controle
De controle van de administraties en van het beheer
door ambtenaren en door het college van burgemeester en
wethouders, als bedoeld in artikel 213, lid 2 van de
Gemeentewet, wordt opgedragen aan een accountant. De
accountant wordt aangewezen door de gemeenteraad.
In de controle worden betrokken de rekening als bedoeld
in artikel 197 van de Gemeentewet alsmede alle daaraan
ten grondslag liggende verantwoordingen van gemeente
lijke organisatie-eenheden.
De controle is gericht op de toetsing van de recht
matigheid en op de beoordeling van de opzet en de
werking van het systeem dat de doelmatigheid moet
waarborgen
De controle omvat ook de beoordeling van de betrouw
baarheid en van de toereikendheid van de in het kader
van lid 1 en 2 van dit artikel aan het college van
burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de raad
verstrekte c.q. te verstrekken informatie.
De controle omvat mede de controle op het geldelijk
beheer
Blad 3
Artikel 3
Uitvoering controle
1. De accountant bepaalt de wijze waarop de controle van
administraties en beheer wordt ingericht alsmede aard
en omvang van de daarbij behorende werkzaamheden. Het
college van burgemeester en wethouders kunnen aan de
accountant aanvullende controles opdragen.
2. De periodiciteit van de uit te voeren controles bepaalt
de accountant, na overleg met het college van
burgemeester en wethouders, met dien verstande dat de
controle bedoeld in lid 1 ten minste eenmaal per jaar
plaatsvindt. Bovendien wordt een controle verricht zo
dikwijls het college van burgemeester en wethouders
daartoe opdracht geeft.
3. De accountant belast met de controle is bevoegd tot het
opnemen van alle kassen en voorraden en het inzien van
alle boeken, registers, notulen, brieven en overige
bescheiden, waarvan hij inzage voor de vervulling van
zijn controlefunctie nodig oordeelt. De accountant
heeft daartoe toegang tot alle kantoren, magazijnen,
werkplaatsen en terreinen van de gemeente.
4De accountant houdt geheim al hetgeen hem bij de
uitvoering van zijn opdracht als geheim of vertrouwe
lijk ter kennis is gekomen. De accountant maakt van
vertrouwelijke gegevens alleen gebruik voor zover de
vervulling van zijn opdracht dat vereist.
5. De in dit artikel bedoelde controlewerkzaamheden kunnen
zonder voorafgaande kennisgeving plaatsvinden.
6. De accountant heeft de bevoegdheid om van alle ambte
naren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en
verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering
van zijn opdracht denkt nodig te hebben.
7. Alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden
de accountant alle informatie - gevraagd en ongevraagd
- te verstrekken, opdat deze zich een juist en volledig
oordeel kan vormen over de rechtmatigheid en de doel
matigheid van de gevoerde administraties en van het
beheer en over de getrouwheid van de daarover
verstrekte informatie.
Artikel 4
Rapportage
1. De accountant rapporteert schriftelijk aan het college
van burgemeester en wethouders over de uitkomst(en) van
zijn onderzoek.
2. Zijn verslag over de controle van de rekening bevat,
naast de verklaring bij de rekening, bevindingen ten
aanzien van de vraag of de administratie en het beheer
voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.