Blad 8 Voor 2002, 2003 en 2004 stellen we voor een bestemmings- reserve OZB te creëren. Het creëren van een dergelijke reserve achten wij passend bij een zorgvuldig en voorzichtig financieel beleid. De bedoeling van deze reserve is het afdekken van de mogelijke risico's in verband met de terugvaloptie (f 3,2 miljoen 1,45 miljoen)en het dekken van de uitvoeringskosten voor 2001, 2002 en 2003. Wij stellen u voor de reserve voor deze jaren te voeden met de meevaller Gemeentefonds over de jaren 2002 t/m 2004 en de f 1.800.000,- 816.804,39) aan extra inkomsten in 2002 en 2003. Ten aanzien van de gewenste omvang van deze reserve zal bij Perspectief 2003 een nadere risico-inschatting plaatsvinden in het licht van de dan bestaande inzichten. CONCLUSIE 4: a. We stellen u voor te kiezen voor het financiële voorkeursscenario dat samenhangt met het aanpassen van het tijdvakpercentage. b. Daarbij stellen we u voor rekening te houden met de terugvaloptie waarbij we op dit moment besluiten in ieder geval de maximale 10%-punten in te zetten. c. We stellen u voor het incidentele tekort 2001 van f 5.200.000,- 2.359.657,12) en de voor 2001 optredende meevaller van f 1.575.000,- 714.703,84) aan extra inkomsten gemeentefonds mee te nemen op de lijst van incidentele uitzettingen en inkrimpingen van de perspectiefnota 2002-2005. d. Wij stellen u voor voor de jaren 2002 t/m 2004 een bestemmingsreserve OZB te vormen die gevoed wordt uit de meevaller Gemeentefonds en de extra inkomsten OZB. Uit deze reserve worden de uitvoeringskosten voor de jaren 2001 t/m 2003 gedekt (dit impliceert dat de reserve voor 2001 tijdelijk een negatieve stand gaat vertonen). Wij menen op deze wijze conform de huidige begrotingssyste matiek te hebben gewerkt en mogelijke financiële risico's voor de toekomst zorgvuldig te hebben afgewogen. 5Het nader onderzoeken of de Gemeente Leeuwarden op zorgvuldige wijze is omgegaan met de aanbeveling van de Waarderingskamer Deze vraag is voorgelegd aan de Waarderingkamer. De secretaris van de Waarderingskamer heeft deze vraag schriftelijk beantwoord in een brief d.d. 15 maart aan het college. In de brief wordt geconcludeerd 'dat de gemeente Leeuwarden op een zorgvuldige wijze is omgegaan met de aanbeveling van de Waarderingskamer en de bevindingen die de Waarderingskamer op 2 februari 2001 heeft kenbaar gemaakt CONCLUSIE 5: De correspondentie met de Waarderingskamer geeft ons geen aanleiding tot nadere actie. Blad 9 TENSLOTTE Het college betreurt de gang van zaken en neemt de verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie. Wij menen op dit moment over voldoende informatie te beschikken om de bestuurlijke discussie te voeren in de vergadering van de gemeenteraad van 28 mei 2001. Onder de vermelding dat de Commissie Bestuur en Middelen om advies is gevraagd en deze u in haar vergadering van 25 april 2001 in meerderheid heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Leeuwarden, 15 mei 2001. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester, dr. A.J. Hofman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 186