Blad 37
Korte samenvatting over de achtergrond, de stand van
zaken en de relatie met de regiovisie van de integrale
Stadsvisie
In het kader van de discussie over de 5de Nota Ruimtelijke
Ordening is het van groot belang een integrale stadsvisie
te ontwikkelen. Bij alle toekomstige beleidsontwikkelingen
zal het Rijk als eis stellen dat ons voorgenomen beleid is
afgestemd op de regio en omgekeerd. Een integrale
stadsvisie voor de komende tien jaar zal de basis zijn voor
ons toekomstig structuurplan.
De te ontwikkelen Stadsreqio-/Westerqovisie zal in tijd
parallel lopen aan onze stadsvisie. Tussentijds zullen de
processen zodanig geschakeld moeten worden dat uiteindelijk
tot één visie gekomen kan worden. De regiovisie zal
uitgangspunt zijn voor het te ontwikkelen provinciale
streekplan
Waar komen wij vandaan?
Op 26 oktober 1998 heeft de gemeenteraad het Toekomstvisie
Leeuwarden 2030 (Levi) vastgesteld. Tevens is vastgesteld
dat de Toekomstvisie voor elke gemeenteraadsverkiezing zal
worden herijkt.
Op 18 oktober 1999 heeft de gemeenteraad in een extra
vergadering het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP)
vastgesteld in het kader van GSB en ISV. Dit programma was
een concrete "vertaling" van de Toekomstvisie naar een
programma voor een periode van 10 jaar.
In 1999 heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van
Perspectief 2000 een bedrag vastgesteld voor het opstellen
van een Ruimtelijke, Economische en Sociale Schets (RES).
De motivering daarvoor was dat de tijdhorizon van LEVI te
ver was om als richtpunt te dienen.
Op 20 juni 2000 heeft uw college aan bureau BVR de opdracht
gegeven voor de eerste fase in de ontwikkeling van zo'n
schets op basis van een door BVR ingediend plan van aanpak.
Deze eerste stap is het proces geweest om de reeds
bestaande documenten en nota's samen te vatten in één
rapport. Uit dit rapport Leeuwardennaar een complete
stad: agenda voor een regiovisie kwam duidelijk naar
voren, dat Leeuwarden niet zou kunnen volstaan met alleen
een eigen visie op de stad. Om een schaalsprong te kunnen
maken moest Leeuwarden in haar geografische context worden
gezien: in relatie met de directe omgeving, de
Westergogemeenten, de A7-zone en in relatie tot het
Noorden. Uw college heeft op 13 maart jl. het standpunt
ingenomen dat er een vervolg moest komen op dit rapport.
De post "Positionering" in Perspectief 2002 (incidenteel)
is bedoeld voor de ontwikkeling van de ruimtelijke,
economische en sociale schets (RES) BVR heeft op grond van
het standpunt van uw college een offerte opgesteld voor het
vervolg van RES voor de stad. Er is gekozen voor een
Blad 38
integrale benadering. Het resultaat zal een integrale
toekomstschets zijn voor een termijn van tien jaar,
gerelateerd aan de Toekomstvisie Leeuwarden 2030. De
integrale Stadsvisie levert belangrijke bouwstenen voor een
nieuw gemeentelijk structuurplan.
In het Regioconvenant, dat op 30 maart '01 is ondertekend
is aangeduid dat er een Regiovisie ontwikkeld dient te
worden. In het rapport Leeuwardennaar een complete stad
werd de suggestie gedaan de regio te verbreden met
Harlingen en Franekeradeelde twee Westergogemeenten, die
niet deel uitmaken van de Stadsregio Leeuwarden/Gezien het
gezamenlijke belang van een sterke regio, waarin hoofdstad
en omliggende gemeenten wederzijds op elkaar betrokken zijn
en waarin gemeenten op basis van gelijkwaardigheid met
elkaar samen werken, moet Leeuwarden participeren in en
medetrekker zijn van de ontwikkeling van een regiovisie.
Dat proces is in gang gezet op 20 april jl. en krijgt een
vervolg op 28 juni a.s. De Regiovisie levert een bouwsteen
voor het nieuwe provinciale Streekplan. De Regiovisie,
waarin naast de ruimtelijke component ook de economische en
sociale component zal zijn opgenomen, is uit haar aard
globaler van karakter dan een Stadsvisie.
De beide processen lopen gelijktijdig: de ateliers voor de
stadsvisie leveren resultaten die ook van belang zijn voor
de Regiovisie, en andersom. Halverwege de processen, in mei
2002, vindt communicatie plaats