Blad 6 kinderopvang vanuit de verantwoordelijkheid voor het lokaal jeugdbeleid. Waar het gaat om specifieke doelgroepen (uitkeringsgerechtigden, herintreders, sociaal-medisch geïndiceerden) voorzien gemeenten c.q. uitkeringsinstanties in de financiering van het ontbrekende werkgeversdeelDe financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten zal worden toegesneden op deze taken, aldus de Hoofdlijnennota. De WBK legt op landelijk niveau basiseisen van kwaliteit vast, waaraan iedere voorziening voor kinderopvang dient te voldoen. Het toezicht op de wettelijke kwaliteitseisen krijgt op lokaal niveau vorm. De GGD's gaan het toezicht uitvoeren en handhaven, terwijl er tevens een vorm van landelijk "toezicht op toezicht" komt. Lokaal Sociaal Beleid Het Lokaal Sociaal Beleid (LSB) kent twee hoofdlijnen: 1. Het onderhouden en versterken van kwalitatief hoogwaardige basisvoorzieningen. Deze voorzieningen sluiten aan op de wensen en behoeften van de gebruikers en zijn voor iedereen in de gemeente toegankelijk. 2. Het voorkomen dat mensen in een achterstandssituatie raken. In tegenstelling tot de basisvoorzieningen, zet deze lijn in op individuele trajecten die resulteren in maatwerkpakketten, die resultaten geven voor versterking van de sociale samenhang in de Leeuwarder samenleving Basisvoorzieningen De burgers moeten in het kader van de basisvoorzieningen keuzemogelijkheden worden geboden voor allerlei voorzieningen op het gebied van cultuur, educatie, sociale- en maatschappelijke zorg. Ook de kinderopvang wordt als basisvoorziening aangemerkt. De gemeente acht het haar verantwoordelijkheid om te zorgen voor de juiste hoeveelheid voorzieningen, die van goede kwaliteit zijn. Aan de professionele instellingen wordt gevraagd om te voorzien in deze gewenste basisvoorziening. Met betrekking tot de kinderopvang ligt hier, mede gelet op de uitkomsten van het eerdergenoemde behoefteonderzoek, een taak om de kinderopvang als basisvoorziening de komende tijd nog verder uit te breiden. Hiervoor kunnen rijksmiddelen in het kader van de stimuleringsregeling worden ingezet. Achterstandsbestrijding Mensen die terechtkomen in een achterstandssituatie, hebben veelal verschillende vormen van hulp nodig om uit deze situatie te komen. Het nieuwe beleid stelt de individuele hulpvrager centraal. Een individueel pakket van maatregelen moet garant staan voor het wegnemen van achterstanden. Ook kinderopvang zal in een deel van deze maatwerkpakketten Blad 7 zijn opgenomen, omdat ouders met jonge kinderen kinderopvang nodig hebben, indien ze op een traject worden gezet. Kinderopvang dient, gelet op het voorgaande voor een deel ook tot het onderdeel achterstandsbestrijding van het LSB te worden gerekend. Er zijn verschillende budgetten beschikbaar om kinderopvang te bekostigen voor mensen die op een reïntegratietraject worden gezet. In de eerste plaats wordt de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders, uitgevoerd door Sociale Zaken genoemd. Verder wordt met inzet van W.I.W.-middelen kinderopvang ingekocht voor de genoemde doelgroep. Echter gezien de gemeentelijke ambities met betrekking tot het aantal op traject te zetten personen in de komende jaren, zullen voornoemde budgetten niet voldoende zijn. Derhalve wordt voorgesteld om een deel van de stimuleringsgelden in te zetten ten behoeve van achterstandsbestrijding Voorgesteld wordt een rijksbijdrage voor 64 opvangplaatsen (f 12.372,-) ad in totaal een éénmalig budget ad f 791.808,- hiervoor te oormerken. Deze 64 plaatsen zijn inzet geweest van onderhandelingen met twee aanbieders van kinderopvang. Verderop in dit raadsvoorstel zal hier uitgebreider op worden ingegaan. Concretisering uitbreidingen t.l.v. stimuleringsregeling Zoals eerder is aangegeven, is aan Leeuwarden een rijksbijdrage toegekend ten behoeve van de uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit met 399 plaatsen (plus eventueel een aanvullend aantal). Deze plaatsen dienen uiterlijk 31- 12-2002 in exploitatie te zijn. Wij stellen u voor deze taakstelling van het Rijk als volgt te realiseren. De SKL heeft in 1997, 1998 en 1999, in het kader van de Tijdelijke stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang en anticiperend op de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang reeds uitbreidingen gerealiseerd (in totaal 151 plaatsen) Bij de introductie van de marktwerking in de kinderopvang is dit besluit op bestuurlijk niveau met de SKL besproken. Van de kant van de gemeente is daarbij aangegeven, dat dit besluit de SKL niet in financiële of andere problemen mag brengen. In dat verband is toegezegd, dat de reeds gerealiseerde uitbreidingen en uitbreidingen waarvoor reeds voorbereidende activiteiten zijn ontplooid, ook daadwerkelijk aan de SKL zullen worden toegewezen. Op basis van een inventarisatie van de door de SKL in gang gezette activiteiten, is geconcludeerd dat 335 van de 399 plaatsen in het kader van de stimuleringsregeling aan de SKL dienen te worden toegewezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 24