Voorwoord
Dit is de vierde en laatste perspectiefnota van de huidige raadsperiode. Een
periode met, naast een aantal tegenvallers, de nodige positieve
ontwikkelingen zoals het op stoom komen van de woningbouwproductie,
de groei in de werkgelegenheid en de afname van de werkloosheid, veel
investeringen in de infrastructuur zowel in de (ver)nieuwbouw als in het
onderhoud, Leeuwarden is nadrukkelijk op de kaart gezet als een stad die
hart heeft voor kunst en cultuur, op het gebied van duurzaamheid heeft
Leeuwarden (inter) nationale bekendheid gekregen, is een forse stap gezet
in een vernieuwd welzijnsbeleid, is een zelfde stap gezet bij het
opwaarderen van de binnenstad, enzovoort.
Een raadsperiode die zich gekenmerkt heeft door economische groei
waarop we met elkaar ingespeeld hebben door onze ambities op een hoog
niveau te zetten. Zeker zo lang groei gehonoreerd wordt met geld en dus
met welvaart, zullen wij die groei impulsen moeten blijven geven in het
belang van onze eigen samenleving, die van de regio, de provincie en het
noorden van het land. Mede daarom zullen we onder andere blijven streven
naar de nationale netwerkstatus, een status die niet alleen van belang is in
de directe financiële zin, maar zeker ook omdat de stad dan ook in de
stedelijke hiërarchie van Nederland in beeld blijft en daarmee op de kaart
blijft van de landelijke en europese politiek. Omdat Leeuwarden ook nu
nog niet tot de rijke gemeenten behoort, kunnen we niet ontkomen aan het
maken van keuzen. Zelfs bij het alleen handhaven wat er is moet er
gekozen worden om dingen niet of slechts eenmalig te doen.
In de Perspectiefnota zijn de relevante zaken per pijler en programma
tekstueel gegroepeerd, zodat een totaaloverzicht per beleidsterrein kan
worden verkregen en de verbanden beter inzichtelijk zijn.
Na de beschrijving van de behandelprocedure en de raadsbrief met daarin
de essenties waarover wij uw politieke mening/ standpunt vragen, worden
in hoofdstuk 1 de hoofdlijnen van de toekomstvisie (LEVI 2030) en het
daaruit voortvloeiende Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP)
aangehaald, terwijl in hoofdstuk 2 het kader van het middelenbeleid
beschreven wordt.
Waar in hoofdstuk 1 ambities, ontwikkelingsrichting en prioriteiten voor de
lange termijn worden beschreven, bevat hoofdstuk 3 het
beleidsinhoudelijke deel van de Perspectiefnota voor de korte en
middellange termijn. Hierin worden voor de vier pijlers (economie, fysiek,
sociaal en randvoorwaarden) per MOP-programma de strategische en
operationele doelen uit het MOP weergegeven. Voor ieder programma wordt
dit aangevuld met de nieuwe beleidsontwikkelingen, die in de meeste
gevallen een vertaling krijgen bij de voorstellen voor nieuw beleid en de
investeringsprojecten voor de komende jaren.
In de hoofdstukken 4, 5 (Collegevoorstellen) en 6 wordt de financiële
ontwikkeling van Leeuwarden in het meerjarenperspectief geplaatst en
worden onze voorstellen voor de ombuigingen en nieuwe beleidsmiddelen
voor de komende periode weergegeven. De al dan niet geamendeerde
voorstellen zullen later dit jaar vertaald worden in de Begroting 2002.
In de bijlagen zijn daarnaast alle financiële overzichten (bijlage A), alle
voorstellen in de vorm van formulieren (bijlage B) en onder meer het
informatieraster (bijlage C) opgenomen.
1
PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005