Ontwikkelingsprojecten op de vorenstaande terreinen.
In het SIOF worden apart middelen gereserveerd voor deze ontwikkelingskosten;
dit om te voorkomen dat straks een te groot deel van de middelen wordt
aangewend voor ontwikkelingskosten van projecten en er onvoldoende middelen
beschikbaar zijn voor de uitvoering van projecten. Ten aanzien van de
ontwikkelingskosten is gekozen voor een zogenaamd revolving fund". Het gaat in
feite om voorfinanciering van de ontwikkelingskosten van projecten. Zodra de
projecten tot uitvoering komen, dienen de ontwikkelingskosten integraal
opgenomen te worden in het totale financiële plaatje van het project en moeten
dus ook meegefinancierd worden. De voorgefinancierde middelen voor
ontwikkelingskosten worden bij uitvoering van het project weer gestort in dit deel
van het fonds.
De raad heeft in het kader van de Perspectiefnota-2001 besloten voor de
periode 2005 t/m 2010 een reservering op te nemen van 1 /3 deel van de
harde aanwezige middelen.
Bij de afweging van de inzet van middelen spelen daarnaast de volgende
elementen mee:
Een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid (direct en/of indirect);
Cofinanciering: er wordt naar gestreefd een zo groot mogelijke multiplier
te realiseren met behulp van de eigen gemeentelijke middelen, d.w.z. het
genereren van zoveel mogelijk externe financieringsstromen (b.v.
provincie, Rijk, EU, marktpartijen).
Versnippering van de inzet van de middelen moet worden voorkomen,
het dient dan ook te gaan om majeure investeringen van een
substantiële omvang.
inkomsteneffecten voor de gemeente, zoals OZB, uitkering uit
gemeentefonds;
integraliteit, kwaliteitsverbetering en relatieve (concurrentie-)
positieverbetering
Bijdrage aan convenantafspraken.
Per project, dat middelen verkrijgt uit het investeringsdeel van SIOF, zal
vooraf een set van effecten c.q. te bereiken operationele doelen moeten
worden geformuleerd door de interne gemeentelijke "aanvragers", waarover
vervolgens gerapporteerd dient te worden en die ook geëvalueerd zullen
worden.
Om problemen met betrekking tot bepaalde geldstromen te voorkomen is
ervoor gekozen om vooralsnog alleen die externe middelen op te nemen die
(nog) niet specifiek geoormerkt zijn. Met betrekking tot de voeding van het
fonds is eerst de basisvoeding voor het fonds vastgesteld. In het
vervolgtraject (2e helft 1999) zou, zo was de afspraak, onderzocht worden of
het zinvol is ook nog andere middelen op te nemen in het fonds, en zo ja
welke middelen; gedacht werd aan de volgende middelen:
inflatiecorrectie toevoegen aan het fonds
het SIOF komt naast twee andere rubrieken in aanmerking voor het
afromen van de Algemene Reserve boven de minimumstand van f 15
miljoen.
Meerjarenprogramma Infrastructuur;
Bovenwijkse Voorzieningen;
58
PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005
incidentele gemeentelijke middelen (reserves/fondsen);
gemeentelijke structurele middelen (begrotings-/stelposten) die bedoeld
zijn voor vergelijkbare doelen als het investeringsfonds;
middelen die verkregen worden van bijvoorbeeld andere overheden voor
het uitvoeren van taken (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
en/of GSB-middelen).
In bijlage B staat in de eerste SIOF-tabel een overzicht van de huidige
voeding.
De besluitvorming over de inzet van middelen gebeurt door de
gemeenteraad, doorgaans bij de vaststelling van de perspectiefnota, op
voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders. In incidentele
gevallen kan het college van B&W besluiten om tussentijds een voorstel
aan de gemeenteraad te doen om middelen uit het fonds in te zetten. Gelet
op de gewenste flexibiliteit geldt ten aanzien van de besluitvorming van het
ontwikkelingsdeel, dat het college van B&W (na instemming van de
commissie Bestuur Middelen) ook gemandateerd is om tussentijds
uitgaven daaruit te doen, mits ze vallen binnen de gestelde criteria en
binnen de maxima die zijn gesteld aan dit deel van het fonds.
Volgens de afspraken moet het COPS (coördinatie-overleg
procesmanagement en strategie) jaarlijks een voorstel doen aan het college
bij de perspectiefnota over de inzet van middelen van het fonds. In verband
met het dienstoverstijgende karakter van het fonds wordt het beheer
ondergebracht op concernniveau. (Uitvoerend) budgethouder is de
directeur Concernstaf.
Op basis van de opgedane ervaringen is de conclusie dat de basis goed
werkt. Er zijn wel een aantal aspecten die extra aandacht verdienen:
1. Projecten sociale infrastructuur.
De toetsingscriteria blijken in de praktijk problemen op te leveren met
projecten in deze categorie. De directieraad is gevraagd hierover met
oplossingsvoorstellen te komen.
2. Aanvullende voedingsbronnen
Nog onvoldoende is nagegaan welke aanvullende voedingsbronnen voor
het SIOF ingezet kunnen worden De directieraad is gevraagd hierover
met voorstellen te komen.
3. Verzoeken om SIOF-biidraaen
Hoewel onomstreden, zijn en worden er reserveringen gedaan zonder
onderbouwde aanvragen. Voor de integrale afwegingsmogelijkheid door
de politiek, maar ook door de budgethouder, en om de besluitvorming en
de financiële stromen transparant te houden, is het nodig dat de
vastgestelde procedures gevolgd blijven worden.
4. Uitbetalingsverzoeken
Tot nu toe wordt zonder meer uitbetaald als een beroep gedaan wordt op
het gereserveerde bedrag uit het investeringsdeel van het SIOF. Dat
geldt ook voor de uitbetaling uit het ontwikkelingsdeel als tenminste
aangegeven is hoe gedacht wordt dit bedrag weer terug te betalen. Het
gaat dan veelal om een bedrag met 5 of 6 nullen terwijl er verder geen
enkele onderbouwing aan gegeven wordt. Om de budgethouder ook
59
PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005