Blad 2
Gezien het bovenstaande verdient het de voorkeur om u voor
te stellen de verordening in zijn geheel opnieuw vast te
stellen, onder intrekking van de oude verordening. Op deze
wijze kan de opzet van de verordening in lijn worden
gebracht met de interne gemeentelijke richtlijnen
(DR 10 september 1997) voor het opstellen van verordenin
gen. Dit betreft de indeling, opbouw en taalgebruik. Verder
kunnen wijzigingsvoorstellen die de VNG heeft gedaan voor
aanpassing van haar modelverordening worden meegenomen.
Hierop aansluitend zijn ook het Besluit financiële
tegemoetkomingen en het Verstrekkingenboek herschreven.
Uitgangspunt hierbij was dat het bestaande voorzieningen
niveau als basis is genomen, overeenkomstig de wens van uw
raad.
Tegenover een aanzienlijke verruiming van beleid op een
aantal punten staat op sommige andere punten ook een
beperking. Het gaat dan om voorzieningen waarvan in de
praktijk is gebleken dat ze geen wezenlijke rol spelen of
om zaken waarin op grond van andere regelingen wordt
voorzien
In hun totaliteit echter vormen de voorstellen de grondslag
voor een financieel verantwoord samenhangend geheel van een
ruimer gemeentelijk beleid met betrekking tot de uitvoering
van de Wvg
Op de wijzigingsvoorstellen hebben wij overeenkomstig de
bepalingen van de Algemene Inspraakverordening een
inspraakprocedure toegepast. De inspraakperiode liep van
9 november tot en met 7 december. Gedurende deze periode
lagen de voorstellen ter inzage.
Op 30 november is een openbare informatie- en inspraakavond
gehouden. Naast de kennisgevingen in de gebruikelijke media
is het Platform Wvg gebruikers in Leeuwarden conform de
wettelijke voorschriften om hun zienswijze gevraagd.
Daarnaast zijn nog 20 organisaties en instellingen die in
meerdere of mindere mate betrokken zijn bij de uitvoering
van de Wvg schriftelijk uitgenodigd hun zienswijze op de
voorstellen te geven.
Op de informatie en inspraakavond waren 13 sprekers
aanwezig
Daarnaast zijn er namens 4 organisaties schriftelijke
reacties binnengekomen.
Alle reacties zijn verwerkt in de bijgaande reactienota. In
de beantwoording van de gemeente is gemotiveerd aangegeven
of de reactie heeft geleid tot bijstelling van de voorstel
len en zo ja op welke wijze dat is gebeurd.
In de concept-verordening c.s. zijn de inspraakreacties
verwerkt
Blad 3
Het ontwerp van een nieuwe verordening, het Besluit
financiële tegemoetkomingen en het Verstrekkingenboek zijn
als bijlage bij dit voorstel gevoegd.
2. TOELICHTING
21 Wetswij ziging
Op 1 april 2000 is een wetswijziging Wvg in werking
getreden. Deze wetswijziging houdt de volgende
veranderingen in:
1. De woningaanpassingen van f 45.000,- tot en met
f 100.000,- 20.420,- t/m 45.378,-) vallen vanaf die
datum onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.
2. Alvorens op een aanvraag van een woonvoorziening waarvan
de kosten meer bedragen dan f 45.000,- 20.420,-) te
besluiten wint het gemeentebestuur omtrent de noodzaak
van deze voorziening advies in bij het indicatieorgaan.
3. Een uitraasruimte dient als Wvg-voorziening in de
verordening te worden opgenomen.
4. Het gemeentebestuur moet bij verordening regels vast
leggen die gericht zijn op de vormgeving en realisatie
van de cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de Wvg
en het integrale gehandicaptenbeleid.
5. De wetgever heeft een kapstokartikel opgenomen op grond
waarvan hij bij algemene maatregel van bestuur het
gemeentebestuur kan verplichten om voor alle Wvg-
voorzieningen een indicatieadvies in te winnen bij het
indicatieorgaan.
ad. 1 Dure woningaanpassingen
De belangrijkste wijziging is dat de gemeente verantwoorde
lijk wordt voor de zogenaamde dure woningaanpassingen van
f 45.000,- 20.420,-) tot f 100.000,- 45.378,-). Tot
nu toe werden deze aanvragen eerst door de gemeente in
behandeling genomen. Op het moment dat bleek dat de woning
aanpassing duurder dan f 45.000,- 20.420,-) zou worden
werd de aanvraag doorgezonden naar de Ziekenfondsraad. De
wetgever heeft nu om reden van efficiency besloten om deze
verantwoordelijkheid te decentraliseren naar de gemeenten.
Belangrijkste voordeel ligt bij de cliënt omdat de door
looptijd van de gehele procedure wordt bekort. De gemeente
wordt verplicht om per dure woningaanpassing zelf
f 22.000,- 9.983,-) bij te dragen. De gemeente is
middels het gemeentefonds voor deze kosten gecompenseerd.
De overgebleven kosten kunnen worden gedeclareerd bij het
ministerie van SZW. Met de decentralisatie van de grote
woningaanpassingen vervalt de eigen bijdrageregeling zoals
die is vastgesteld door de Ziekenfondsraad, en een maximum
kent van f 1.000,- 454,-) per cliënt. De wetgever laat
het aan de gemeenten over om al dan niet een gemeentelijke
eigen bijdrage regeling toe te passen, met inachtneming van
de Regeling financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen.