8.
VERBETEREN VEILIGHEID
8.1 Inleiding
De gemeente Leeuwarden heeft geen specifieke (tekstuele) doelstellingen in het MOP
geformuleerd met betrekking tot het verbeteren van de veiligheid. Wel zijn in diverse
doelstellingen onderdelen te herkennen die een relatie hebben met veiligheid, zoals de
aantrekkelijkheid van het leefmilieu en het bevorderen van leefbaarheid. Ook zijn er
objectieve meetbare streefnormen opgenomen met betrekking tot de te bereiken doelen
voor de objectieve en subjectieve veiligheid.
In dit hoofdstuk zijn diverse gegevens opgenomen omtrent veiligheid en slachtoffer
schap. Bij de veiligheid gaat het zowel om objectieve gegevens als veiligheidsbeleving.
Gegevens over slachtofferschap vallen uiteen in slachtoffers van misdrijven en van het
verkeer.
De volgende grafieken zijn in dit hoofdstuk opgenomen:
Objectieve veiligheid;
Subjectieve veiligheid;
Slachtofferschap percentages;
Verkeersslachtoffers.
8.2 Veiligheid
De eerste vijf categorieën in dit overzicht zijn ontleend aan centraal verzamelde GSB-
gegevens. Het betreft data van het aantal schuldverklaringen in eerste aanleg bij de
rechtbank per 10.000 inwoners naar (pleeg-)gemeente. In Leeuwarden is het schuldig
verklaringen voor geweldsdelicten in 1999 verminderd ten opzichte van 1996. Het aan
tal schuldigverklaringen voor vermogensmisdrijven is daarentegen in dezelfde periode
gestegen. Het jaar 1999 laat weer een lichte afname zien van het aantal schuldigverkla
ringen voor vernielingen en misdrijven tegen de openbare orde. Het aantal schuldigver
klaringen is in totaliteit ongeveer gelijk gebleven. Let wel, het gaat hierbij om zaken die
vrij ver in de strafrechtketen spelen. Het feitelijke slachtoffer worden van een delict gaat
vooraf aan een eventuele aangifte, een aangifte wordt op zijn beurt al dan niet gevolgd
door een proces verbaal. Pas bij het vinden van daders kan overgegaan worden tot
schuldigverklaringen. Omtrent een goede inschatting van het aantal gepleegde delicten
in een gemeente zijn een tweetal bronnen beschikbaar, de landelijke Politiemonitor en
de GSB-leefbaarheid- en veiligheidsenquête. Beide zijn onderzoeken (telefonische en
quêtes) onder burgers omtrent slachtofferschap van criminaliteit. Met betrekking tot de
uitkomsten van de GSB-enquête wordt verwezen naar grafiek 8.3. Het percentage zware
delicten (lees: gewelds-)delicten ten opzichte van 12 tot en met 24 jarigen is dalende, de
totale schuldigverklaringgraad voor alle delicten is voor jongeren thans weer licht stij
gende. Criminaliteit (agressie en geweld) in het uitgaanscentrum is volgens politie
cijfers in 1999 gedaald ten opzichte van 1998.
73
8.1 Objectieve veiligheid
(Aantal schuldigverklaring in eerste aanleg bij de rechtbank
per 10.000 inwoners naar (pleeg-)gemeente)
B geweldsmi sdrij ven vermogen smi sdrij ven
B vernielingen en misdrijven tegen openbare orde D aandeel jeugdige delictplegers tov 12-25 jarigen
P zware delicten tov 12-25 jarigengeweldscriminaliteit en agressiedelicten in uitgaanscentrum
74