Blad 2
Aangezien ten tijde van de indiening al budgetten tot en
met 2002 toegekend waren door de minister, gold de eerste
behoefteraming de jaren 2003 tot en met 2006. Wij hebben u
indertijd al uitvoerig geïnformeerd, dat die mede als
gevolg van een gebrekkige kwaliteit zeer teleurstellend
voor Leeuwarden is uitgepakt. Per jaar is in die periode
inclusief enkele eenmalige extra dotaties slechts een
kleine 140.000 gulden te verdelen. Het vorige Grup heeft u
vastgesteld op 15 november 1999. Nadien heeft de minister
nog twee gemeentelijke jaarbudgetten op grond van die
behoefteraming uit 1997 toegekend, namelijk op 28 september
1999 voor 2005 en op 29 september 2000 voor 2006 (zie
Bijlagen)
Het voorgaande onderstreept het belang van een goede
behoefteraming. Dit voorjaar doch uiterlijk op 30 april
2001 dient de gemeente een nieuwe behoefteraming bij de
minister aan te leveren. Voor het opstellen daarvan heeft u
in het kader van Perspectief 2000 een bedrag van
f 100.000,- beschikbaar gesteld. Is de behoefteraming de
vorige keer, mede onder tijddruk, uitbesteed aan een extern
bureau, deze keer hebben wij de uitvoering in eigen hand
gehouden. Vanaf het voorjaar van 2000 tot recentelijk is -
en naar ons idee met uiterste zorgvuldigheid - gewerkt aan
de nieuwe behoefteraming. De opnamen zijn geschied door de
gemeentelijke restauratietechnisch medewerker monumenten en
een ingehuurde architectuurhistorica samen. Binnenkort
zullen wij u nog nader informeren over de resultaten.
Uiteraard hopen wij, en niet geheel zonder grond, dat
daaruit voor de periode ingaande in 2007 een hogere
bijdrage voor Leeuwarden zal resulteren.
De toegekende subsidiebudgetten kunnen niet helemaal naar
eigen inzicht door de gemeente ingezet worden. Er moet met
categorieën gewerkt worden: woonhuizen en boerderijen,
kerkelijke monumenten en overige monumenten. De minister
bepaalt eens per vier jaar in welke onderlinge verhouding
de budgetten voor een nieuwe periode van vier jaar over de
categorieën worden verdeeld. Van 2003 tot en met 2006 gaat
in Nederland relatief veel geld gestoken worden in woon
huisrestauraties, omdat daar de geconstateerde achterstand
het grootste is. Deze voorwaarde houdt helaas te weinig
rekening met lokale omstandigheden en eigen gemeentelijk
beleid, zoals de onderlinge verhouding waarin de
respectieve categorieën monumenten in een individuele
gemeente voorkomen.
Blad 3
Wel bestaat de mogelijkheid om binnen de periode van vier
jaar waarvoor de behoefteraming geldt, tussen de jaren te
schuiven met de categoriebudgetten. Dit houdt in dat
bijvoorbeeld een deelbudget voor de categorie woonhuizen in
2003 besteed kan worden in de categorie kerkelijke
monumenten, mits uiterlijk in het budgetjaar 2006 deze
verschuiving weer ongedaan gemaakt wordt en het deelbudget
voor woonhuizen met hetzelfde bedrag uit de categorie
kerken verhoogd wordt. Voorts is in het najaar van 2000 tot
een aanpassing van het Brrm 1997 besloten, die tegemoet
komt aan de wens uit het veld. De wijziging houdt in dat
tussen de categoriën kerkelijke monumenten en overige
monumenten een structurele uitruil van 50% van de
categoriebudgetten mag plaatshebben; er behoeft dus in een
later jaar niet gecompenseerd te worden.
Voor een helder totaalbeeld hebben wij in het u thans
voorgelegde Grup geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid
tot verschuivingen. Mocht de praktijk het in bepaalde
gevallen wenselijk of noodzakelijk maken, dan zullen wij
echter niet schromen alsnog een verschuiving toe te passen.
Het nieuwe programma
Het voor u liggende Leeuwarder Grup 2001 t/m 2006 is
uitgewerkt volgens de systematiek van het Brrm 1997, dus in
drie deelprogramma's voor de verschillende categorieën. Dat
dit de overzichtelijkheid niet ten goede komt, moet helaas
voor lief genomen worden. Daarnaast geeft het Grup de nog
onvervulde (subsidie)behoefte aan voor 2007 en later.
Het vorige Grup (zie Bijlage) en de projecten die er in
voorkomen, vormen de basis voor het nieuwe programma. Er
zijn ook een aantal nieuwe projecten opgenomen. Dat is om
te beginnen in de categorie kerken de gebrandschilderde
ramen van de Koepelkerk aan de Vredeman de Vriesstraat, die
ongeveer op het moment dat u dit behandelt tot rijks
monument aangewezen wordt. Min of meer nieuw - de kademuren
van het Naauw waren namelijk opgevoerd - is de restauratie
van een reeks gemetselde bruggen (pijpen)kelders en
kademuren in de categorie overige monumenten.
Over de laatstgenoemde restauratie, evenals over die van de
Grote of Jacobijnerkerk, valt iets meer te melden. Beide
zijn grote en kostenopslokkende projecten, die, mede
'dankzij' de onvoldragen vorige behoefteraming en de
daaruit resulterende uitermate bescheiden categorie
deelbudgetten, moeiteloos voldoen aan de voorwaarden van
het nieuwe Besluit rijkssubsidiëring grootschalige
restauraties (Brgr)Deze nieuwe, tijdelijke rijkssubsidie
regeling heeft de bedoeling iets te doen aan de problema
tiek van de zogenoemde kanjers, grote restauraties met een
subsidiebehoefte van boven de 3 miljoen gulden of van