Blad 2
doel strijdig met de in het bestemmingsplan aan de grond
gegeven bestemming. Een bouwplan voor de verbouw van de le
verdieping voor het gebruik als besloten sociëteit, zoals
het onderhavige, is dus in strijd met het bestemmingsplan.
Aangezien er in het bestemmingsplan geen
vrijstellingsmogelijkheid of een wijzigingsbevoegdheid
aanwezig is waardoor het bouwplan zou kunnen worden
gerealiseerd, is er een artikel 19 WRO-procedure vereist om
het plan te kunnen realiseren.
Artikel 19, lid 1 WRO-procedure/Ruimtelijke onderbouwing
Om te bezien of een artikel 19, lid 1 WRO-procedure kan
worden gevoerd, moet worden beoordeeld of het bouwplan past
in het (toekomstige) gemeentelijke ruimtelijke ordenings
beleid. Hieronder volgt een ruimtelijke onderbouwing van
het project.
Het gemeentelijke beleid is om de tweede bouwlagen boven
winkels en horecagelegenheden te doen gebruiken voor wonen.
Dit blijkt ook uit de bovengenoemde bepaling uit het
bestemmingsplan. Het benutten van de bovenverdieping voor
andere activiteiten dan wonen, is in strijd met het "wonen
boven winkels beleid" van de gemeente, zoals dat ook in het
bestemmingsplan is verwoord.
Op basis van dit beleid zou er bij een eerste afweging niet
aan dit bouwplan kunnen worden meegewerkt. Aan de andere
kant moet ook worden overwogen, dat er in de binnenstad van
Leeuwarden ruimte dient te zijn voor initiatieven als een
(besloten) sociëteit. Een sociëteit valt niet onder de
noemer van horecagelegenheden, maar onder maatschappelijke
doeleinden. Er kan bij deze (besloten) sociëteit minder
hinder worden verwacht dan bij (sommige) horecagelegenheden
het geval kan zijn. Van belang is ook, dat een (besloten)
sociëteit een ander karakter heeft dan bijvoorbeeld
studentensociëteiten die toch meer een horeca-karakter
hebben
Van doorslaggevend belang is, dat het bij deze bouwaanvraag
sociëteitsactiviteiten betreffen die vallen onder de noemer
maatschappelijke doeleinden, en die volgens de Standaard
Bedrijfs Indeling (SBI-lijst) eerder onder de categorie
welzijnsvoorzieningen vallen dan onder horeca. Ook voor
dergelijke activiteiten dient er ruimte te zijn in de
binnenstad.
Eén van de voorwaarden om mee te werken aan het bouwplan
is, dat de toegang tot het café en die tot de sociëteit
zogoed mogelijk dienen te worden gescheiden. Voordat de
bouwvergunning wordt verleend, dienen de bouwtekeningen op
dit punt nog te worden aangepast. De sociëteit is namelijk
alleen mogelijk als een zelfstandige functie los van het
café het Oranjebierhuis. Een aparte entree is daarom
Blad 3
noodzakelijk om eventuele overlast zoveel mogelijk te
beperken
Om bovengenoemde redenen beoordelen wij het initiatief in
principe positief.
Monument
Het betreffende pand is volgens de bestemmingsplankaart
aangemerkt als een monument ingevolge artikel 10 van de
Monumentenwet. Volgens artikel 3 van het bestemmingsplan
moet rekening worden gehouden met "hetgeen met betrekking
tot monumenten in de zin van de Monumentenwet bij of
krachtens die wet is bepaald"
Dat het pand een monument is, houdt in, dat het bouwplan op
dit punt zorgvuldig zal worden beoordeeld op met name de
technische bouwkundige aspecten. Het initiatief om te komen
tot een (besloten) sociëteit zal geen afbreuk mogen doen
aan het gebouw als monument. Ook onze bovengenoemde
voorwaarde om te komen tot een zoveel mogelijk gescheiden
ingang van het café en de sociëteit zal aan de eisen, die
voortvloeien uit de Monumentenwet, moeten voldoen.
Voorbereidingsbesluit
Het bestemmingsplan "Sint Jacobsstraat/Wirdumerdijk" is
vastgesteld door uw raad d.d. 23 juni 1986, goedgekeurd
door GS d.d. 6 februari 1987 en werd onherroepelijk bij
Koninklijk Besluit van 28 september 1989. Het vigerende
bestemmingsplan is derhalve ouder dan tien jaar.
Aangezien het bestemmingsplan ouder is dan tien jaar, kan
de vrijstelling, na het voeren van de wettelijke procedure
pas worden verleend, nadat er een voorbereidingsbesluit is
genomen. Dit overeenkomstig artikel 19, lid 4 WRO. Wij
stellen u voor om een dergelijk voorbereidingsbesluit te
nemen volgens bijgaande tekst van het raadsbesluit.
Inspraakprocedure
Volgens artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is
bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een inspraak
procedure verplicht.
Het onderhavige bouwplan is d.d. 7 februari 2001
gepubliceerd in "Huis aan Huis" en heeft ten behoeve van
inspraak vanaf 8 februari 2001 gedurende vier weken ter
inzage gelegen. Op de plannen kon zowel mondeling als
schriftelijk worden gereageerd. Er zijn tijdens de
inspraaktermijn geen reacties binnengekomen.
Delegatiebesluit
Volgens artikel 19, lid 1 WRO is de gemeenteraad het
bevoegde orgaan dat de vrijstelling verleent. Volgens
artikel 19, lid 1 WRO, laatste zin, is het echter mogelijk
om de bedoelde vrijstellingsbevoegdheid aan ons college te
delegeren