3 Een bedrijvige gemeente De economische pijler JAARVERSLAG '8 Economische pijler Fysieke pijler Sociale pijler 5. De goedkope woningvoorraad op een verantwoord peil houden en het woningaanbod voor de midden- en hogere inkomens verbeteren. 6. De leefomgeving verbeteren. 7. Het onderhoud van wegen, trottoirs en openbaar groen merkbaar verbeteren. 8. Grote delen van de binnenstad renoveren. 9. Een of meerdere 'vensterscholen' oprichten. 10. De klantgerichtheid van de gemeentelijke organisatie verbeteren. 2.2 In de praktijk In 1999 zijn deze doelstellingen voor de praktijk uitgewerkt in de nota Perspectief Plus 2000- 2004-2010. Daarin zijn voornemens, doelen en verwachtingen voor de komende vier jaar beschreven. Sommige topprioriteiten zijn hierin aangescherpt. Zo werd voor de werkgelegen heid een na te streven groeicijfer van 5.000 genoemd voor de periode tot 2002. Het afgelopen jaar bleek dat voor zo'n Perspectiefnota een periode van vier jaren in deze tijd vol veranderingen eigenlijk te lang is. Daarom brachten wij de nota Perspectief Plus 2001 uit, die uitgaat van de situatie op dat moment. De beleidsrichting is gelijk gebleven. Die gaat uit van een evenwichtige verdeling van de inzet van middelen over economisch en sociaal beleid. Vernieuwing van de infrastructuur, versterking van de economie en opwaardering van de functie als woonstad blijven belangrijk. Maar we wil len ook veel investeren in sociale kwaliteit, zowel in leefbaarheid als in zorg en steun voor kwetsbare groepen. Voor de toekomstige positie van Leeuwarden in Fryslan, noordelijk Nederland en Noordwest- Europa onderscheiden we twee hoofdfuncties: Regionaal vervult Leeuwarden als dynamische stad centrumfuncties voor Fryslan; Op (internationaal niveau is dit een vestigingsplaats van hoogwaardige diensten in een stadsomgeving die ruimte en kwaliteit biedt. Dit geeft richting aan de ambitie om in de nieuwe, eenentwintigste eeuw een van de twee hoofdsteden in Noord-Nederland te zijn. SOLIDE FINANCIËLE POSITIE Een solide financiële positie van Leeuwarden hoort, met steun van Rijk en provincie, bij de rand voorwaarden om deze ambitie mogelijk te maken. In de Perspectiefnota is een financieel meerjarenoverzicht opgenomen met de investeringen uit het Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds (SIOF). De gelden die Leeuwarden beschikbaar krijgt vanuit het Grotestedenbeleid (GSB) zijn in begro ting en jaarrekening verwerkt. GEMEENTE LEEUWARDEN JAARVERSLAG 2 000 Inleiding Beleid en doelen Economische pijler Fysieke pijler Sociale pijler Bedrijf De werkgelegenheid blijft zich voorspoedig ontwikkelen. Het aantal arbeidsplaatsen nam toe van 52.000 tot het recordcijfer 54.0001Dat was ruim tienduizend meer dan in 1995. De werk loosheid daalde het afgelopen jaar van 16,3 naar 13,5 procent. Deze feiten krijgen nog meer betekenis als men ze afzet tegen landelijke en provinciale cijfers. Volgens de Erbo-enquête van de Kamers van Koophandel bedroeg de groei van de werkgele genheid in Fryslan 3,4%, iets boven het landelijk gemiddelde. Volgens deze enquête was de groei in Leeuwarden 3,3%. Het verschil met ons eigen cijfer, 4,5%, is te verklaren uit de samen stelling van de Erbo-cijfers. Overheid (incl. justitie!), zorg en onderwijs en nevenvestigingen van grote verzekeringsinstellingen vallen erbuiten. En deze groeisectoren voorzien juist voor een belangrijk deel in de Leeuwarder werkgelegenheid. De provinciale werkloosheid daalde in 2000 volgens cijfers van het Regionaal Bureau van de Arbeidsvoorziening van 10,8% tot 9%. Landelijk lag de werkloosheid aan het einde van het jaar op 6,9%. Een aantrekkelijk vestigings klimaat voor bedrijven draagt bij tot een gezonde ontwikkeling van de econo mie. Daardoor kan de werk gelegenheid groeien en de werkloosheid worden terug gedrongen. De doelstelling voor de werkgelegenheid was in 2000 al achterhaald door de feiten. Aan het einde van dit jaar was ten opzichte van 1998 een winst geboekt van ruim 4.500 arbeidsplaatsen. Voorjaar 2001 zou de groei al op 5.000 kunnen uitko men, het doel dat voor de periode tot en met 2002 was gesteld. Uit deze cijfers blijkt dat Leeuwarden qua werkgelegenheid, en in de bestrijding van werkloos heid, nog heel wat in te halen heeft. Op dit punt wordt een tweesporenbeleid gevoerd: stimu lering van de werkgelegenheid, en bevordering van de deelname van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Wat dat laatste betreft, heeft het 'activeringsbeleid' duidelijk vruchten afgeworpen. Het aantal langdurig werkzoekenden (langer dan drie jaar) daalde met bijna 300 personen tot iets boven de 2000. De jeugdwerkloosheid (jongeren tot en met 24 jaar) nam met 250 perso nen af tot minder dan 700 jongeren. 3.1 Kompasbeleid en Westergo-zone Bij het formuleren van een nieuwe doelstelling wordt rekening gehouden met het stimule ringsprogramma Kompas voor het Noorden. Hierin zijn afspraken tussen het Rijk en Noord- Nederland in het kader van het zogenaamde Langmanakkoord (1998) uitgewerkt. Een van de doelen is om in Groningen, Fryslan en Drenthe de komende tien jaar 43.000 extra arbeids plaatsen te scheppen. Hiermee zou de 'regionale achterstand' in de werkgelegenheid ongeveer zijn weggewerkt. Door diepte-investeringen in de infrastructuur en gerichte stimulering van de bedrijvigheid met subsidies wordt de noordelijke economie extra versterkt. In dit interprovinciaal beleid heeft Leeuwarden als veruit de grootste kern in Fryslan, en deelge noot in de Westergo-zone, een belangrijke plaats. Onze gemeente zal in Fryslan een bovenge middeld aandeel in de extra groei voor zijn rekening nemen. In de provinciale notitie 'Ruimte 23 GEMEENTE LEEUWARDEN JAARVERSLAG 2000

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 526