Blad 2
De vorige cultuurnota sluit goed aan bij de gemeentelijke
ambities voor de langere termijn. Daarom stellen wij voor
de komende periode ons te richten op de verdere uitbouw,
aanscherping en inkleuring van het cultuurbeleid. De
voorliggende nota is een verfijning van de voorafgaande en
borduurt voort op de door uw raad vastgestelde kaders en
plannen op cultureel gebied.
Kenmerkend voor de nota is dat daarin voor het eerst alle
cultuurdisciplines die Leeuwarden kent aan bod komen.
Daarom is ook aan de monumentenzorg en het gemeentearchief
een bijdrage gewijd. Nieuw is eveneens dat deze nota na
vaststelling door uw raad in een friestalige versie zal
worden uitgebracht. Dan ook zal de nota worden voorzien van
een aansprekende titel en een pakkende vormgeving.
Onze oproep aan het culturele veld om voorstellen voor de
beleidsperiode 2001 - 2004 in te dienen, heeft een grote
hoeveelheid reacties opgeleverd. Er is een recordaantal
(ruim 50) voorstellen en subsidieaanvragen ingediend.
Gelukkig is het mogelijk gebleken om in samenwerking met
andere overheden de financiële ruimte voor cultuur op de
gemeentebegroting te verruimen waardoor het overgrote deel
van de aanvragen kan worden gehonoreerd.
Wij hebben de Adviesgroep Cultuur gevraagd ons te adviseren
over de ingediende aanvragen. Alle aanvragen en de des
betreffende adviezen van de Adviesgroep Cultuur zijn in een
bijlage bij de nota opgenomen.
In de voorliggende nota verwoorden wij de ambities die wij
als gemeente aan de dag leggen en formuleren wij onze
verwachtingen ten aanzien van het culturele aanbod en de
instellingen die dit aanbod verzorgen. Dit vormt het
zwaartepunt van de nota en wordt in deel 3 en 4 uitgewerkt.
Kortheidshalve verwijzen wij naar de inhoud van de nota en
de daarin (pag. 9) opgenomen 'Leeswijzer'.
Inspraaktraj eet
Op 15 november 2000 is de concept-nota verzonden aan de
culturele instellingen en andere belanghebbenden. Tijdens
de openbare vergadering van de Commissie Welzijn op 14
december jl. hebben 32 sprekers mondeling hun opvattingen
over de nota weergegeven. Daarnaast zijn er schriftelijke
reacties binnengekomen. Bovendien hebben de leden van de
commissie in een eerste ronde hun standpunten ten aanzien
van de ontwerp-nota kenbaar gemaakt.
Wij zijn ingenomen met de belangstelling die vanuit het
veld van de culturele instellingen voor de nota is getoond,
zoals blijkt uit de grote hoeveelheid reacties. Daaruit
komt naar voren dat de bereidheid groot is om met andere
instellingen en de gemeente vorm te geven aan het beleid.
Blad 3
Alle naar voren gebrachte bemerkingen zijn vervat in de
bijgaande 'Reactienota'
Hoofdlijn van de reactienota
Uit de ontvangen reacties blijkt dat er waardering is voor
de leesbaarheid van de nota, de kwaliteit en diversiteit
van de beleidsvoorstellen, en de financiële ruimte die de
gemeente heeft kunnen vrijspelen door de 'matching' van
gelden met andere overheden.
Thema's die in veel van de reacties aan de orde zijn
gesteld zijn:
de positie van Theater Romein als muziektheater;
het niet langer structureel subsidiëren van sommige
instellingen;
de aandacht voor de amateurkunst, en
de (ontoereikende) huisvestingssituatie van enkele
instellingen
In de reactienota wordt ingegaan op elk van deze en nog
diverse andere onderwerpen die zijn ingebracht. We volstaan
op deze plaats met daarnaar te verwijzen.
Financiële consequenties
In deel 5 van de nota zijn de financiële consequenties van
de beleidsvoorstellen nader uitgewerkt. Daarbij merken wij
op dat binnen de financiële kaders van de begroting een
herschikking heeft plaatsgevonden. In het overzicht is
zowel de oorspronkelijke geraamde besteding als de
besteding na herschikking opgenomen. Tevens is hierin een
overzicht opgenomen van de herschikking van de middelen die
bij Perspectief aan de begroting zijn toegevoegd. In een
tweede overzicht "Overzicht middelen P-nota in cultuurnota
2001-2004 met toevoeging rijks- en provinciale bijdragen in
het kader van het Stadsconvenant en Actieplan Cultuur-
bereik" is de besteding van de middelen uit de
Perspectiefnota opgenomen. In dit overzicht zijn daarnaast
de matchingsbijdragen van Rijk en provincie vermeld. Deze
bedragen zijn in de daaropvolgende overzichten verder
uitgesplitst
Geconstateerd kan worden dat met behulp van de beschikbare
gemeentelijke middelen als gevolg van de matching meer dan
een verdubbeling van het beschikbare bedrag voor het
beleidsterrein cultuur is gegenereerd.
Over het nu vrij gespeelde budget en de toedeling ervan is
uitvoerig met provincie en Rijk onderhandeld. Wanneer thans
tot afwijkende keuzes zou worden besloten ten opzichte van
het voorliggende onderhandelingsresultaat, dan heeft dat
ingrijpende gevolgen voor de totale financiële onderbouwing
van de nota. Hier is feitelijk sprake van een koppeling met
de aangegeven gemeentelijke middelen. Met andere woorden:
geen gemeentelijke bijdrage, dan ook geen bijdrage van Rijk
en/of provincie.