1
Blad 2
bij opvanglocaties voor dak- en thuislozen, verslaafden
zorg enz. te voorkomen.
geen vestigingslocaties voor coffeeshops aan te wijzen
maar deze meer over de binnenstad te spreiden met een
maximum van twee coffeeshops per straat;
geen toegang van en verkoop aan jongeren beneden de 18
j aar
4. Huidige situatie
Op dit moment hebben 14 coffeeshops een gedoogverklaring
voor het exploiteren van een coffeeshop, waarvan 2 buiten
de stadsgrachten aan het Zuidvliet. Hiervoor is in 1999 het
besluit genomen dat aan deze laatste 2 coffeeshops bij
beëindiging van de exploitatie geen nieuwe gedoogverklaring
voor een coffeeshop zal worden verstrekt.
5. Nieuwe situatie
Het aantal van 12 coffeeshops dient, gelet op de omvang van
de stad als maximumaantal te worden gedoogd. Alleen in de
Leeuwarder binnenstad tussen de stadsgrachten zullen die
coffeeshops worden gedoogd.
Drie coffeeshops in het deconcentratiegebied van de
binnenstad, namelijk in de Breedstraat, Sacramentsstraat en
Nieuweburen, zullen binnen 3 jaar moeten verhuizen of de
exploitatie van de coffeeshop beëindigen.
6. Driehoeksoverleg
Het driehoeksoverleg, bestaande uit het openbaar ministerie
arrondissement Leeuwarden, de districtschef politie Midden
Friesland en de burgemeester, heeft in haar vergadering van
20 oktober 2000 kennisgenomen van het voorstel.
7Inspraak
De notitie "heroriëntatie coffeeshopbeleid" en het
evaluatierapport horecabeleid zijn eind oktober 2000
uitgereikt aan de exploitanten die een gedoogverklaring
voor een coffeeshop hebben. Bovendien is de notitie
gedurende vier weken ter inzage gelegd. Hiervan is
mededeling gedaan in het blad "Huis aan Huis"Tijdens deze
periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad zijn of haar
bezwaren met betrekking tot dit voorstel kenbaar te maken.
Het evaluatierapport horecabeleid en de notitie
heroriëntatie coffeeshopbeleid zijn op 20 november 2000 in
de Commissie Bestuur en Middelen besproken. Op 20 december
2000 is de notitie heroriëntatie coffeeshopbeleid door de
leden van de Commissie Bestuur en Middelen uitgebreid
besproken
Blad 3
8Inspraakreacties
Op de belangrijkste hoofdelementen uit de binnengekomen
mondelinge en schriftelijke reacties en van leden van de
Commissie Bestuur en Middelen wordt hierna ingegaan.
8.1. Overgangsrecht te verplaatsen coffeeshops
Met betrekking tot de termijn van 3 jaar en de motivering
voor verplaatsing van de drie coffeeshops in de
Breedstraat, Sacramentsstraat en de Nieuweburen naar andere
gebieden in de binnenstad, kan het volgende worden
opgemerkt
Begin 1999 is het besluit genomen om coffeeshops buiten de
stadsgrachten niet toe te staan. Op basis van dit
uitgangspunt van de raad is door de burgemeester het
besluit genomen om de bestaande coffeeshops aan het
Zuidvliet, die buiten de stadsgrachten zijn gevestigd, geen
nieuwe gedoogverklaring voor handel van softdrugs te
verlenen indien de huidige exploitant de exploitatie zou
beëindigen
Wanneer bij vaststelling van het thans voorliggende nieuwe
coffeeshopbeleid de vestiging van coffeeshops in het
deconcentratiegebied van de binnenstad niet wordt
toegestaan, komen de drie coffeeshops in de Breedstraat,
Sacramentsstraat en op de Nieuweburen niet meer in
aanmerking voor een gedoogverklaring. Exploitatie van de
horecavestiging in het betreffende pand blijft bij
vaststelling van dit beleid overigens op dit moment nog wel
toegestaan
Teneinde deze exploitanten van de coffeeshops de
gelegenheid te geven in de binnenstad een nieuwe
vestigingslocatie te zoeken, wordt voorgesteld een
overgangstermijn van drie jaar vast te stellen.
Exploitanten kunnen gedurende deze periode nog een
jaarlijkse gedoogverklaring aanvragen voor de handel van
softdrugs
Tijdens de behandeling van het voorstel voor vaststelling
van het coffeeshopbeleid in de vergadering van 20 december
2000, is zowel door een aantal insprekers als door de
meerderheid van de leden van de Commissie Bestuur en
Middelen aangedrongen op een zekere begeleiding van de
verhuizing van de drie coffeeshops uit de Breedstraat e.o..
Ook is door exploitanten opgemerkt dat in de voorgestelde
horecagebieden, waarin coffeeshops zich mogen vestigen,
weinig tot zelfs geen locatie voorhanden zou zijn. Ook de
voorwaarde dat coffeeshops zich alleen in een pand met
horeca-d (drank) bestemming mogen vestigen wordt als een
knelpunt ervaren.