Blad 4 Een kader van beleidsregels De huidige praktijk inclusief de ervaringen met het Melkert III experiment en de vernieuwde Bbz regelgeving geven aanleiding een nieuw kader van beleidsregels te formuleren. Hiertoe dient een aantal principiële vragen te worden beantwoord. Deze vragen zijn: Wat is de relatie met trajecten richting loondienst? Zowel een traject richting loondienst als richting een zelfstandig bedrijf zijn volwaardige instrumenten voor uitstroom uit de bijstand. Dit houdt in dat bij de beoordeling welke route naar inkomensonafhankelijkheid passend is, via loondienst dan wel via eigen bedrijf, loondienst niet op voorhand de voorkeur heeft. Leidend is alleen het algemene criterium: grote kans op duurzame uitstroom tegen zo weinig mogelijk kosten. Hoe dient het vernieuwde Bbz instrument te worden ingezet? Bij het vaststellen van de inhoud van het traject wordt gestreefd naar individueel maatwerk. Individueel maat werk houdt in dat een potentiële deelnemer alleen die onderdelen doorloopt die nodig worden geacht. De hierna voorgestelde beleidsregels dienen bij het vaststellen van een traject uiteraard in acht te worden genomen. Onder welke voorwaarden mag iemand deelnemen aan een traject richting Zelfstandig Ondernemer? Voorgesteld wordt alle belangstellenden een kans te geven kennis te laten maken met de (on)mogelijkheden van het zelfstandig ondernemerschap. Dit om een betere benutting van en bekendheid met het instrument te stimuleren Men mag een korte oriëtiecursus doorlopen op basis waarvan wordt bepaald of kandidaat en idee voldoende "potentie" hebben om te mogen starten met het echte traject: het voorbereidingsjaar. Wat is de doelgroep? De doelgroep bestaat in principe uit belangstellenden met een bijstandsuitkering. Ook UVI uitkeringsgerech tigden uit Leeuwarden die op korte termijn bijstands- afhankelijk dreigen te worden kunnen tot de doelgroep behoren Hoe ziet het traject eruit? Een traject richting zelfstandig ondernemerschap bestaat maximaal uit 4 fasen: een oriëntatiefase, het voorberei dingsjaar, de startfase en een periode van nazorg na de start. Een bijstandsgerechtigde die geïnteresseerd is in het starten van een eigen bedrijf kan deelnemen aan een oriëntatiecursus. De fase wordt afgesloten met een "go Blad 5 or no go moment"Luidt de diagnose "no go" dan vervolgt de bijstandsgerechtigde zijn/haar traject richting loondienst. Luidt de diagnose "go" dan wordt bepaald of een voorbereidingsjaar nodig is. Is dit het geval, dan is het volgen van begeleiding verplicht. De inhoud is verschillend omdat hierin maatwerk geleverd wordt. Na deze fase wordt op basis van de levensvatbaarheidtoets besloten of er daadwerkelijk kan worden gestart en of krediet en aanvullende bijstand wordt verstrekt. Met andere woorden: opnieuw een "go" or "no go" besluit. Bij "no go" gaat de uitkeringsgerechtigde een traject richting loondienst volgen. Is de beslissing "go", dan volgt de startfase en aan sluitend in principe een periode van nazorg. - Hoe moet de informatievoorziening over de Bbz mogelijk heden eruit zien? Uit het reeds in paragraaf 3 genoemde evaluatieonderzoek in opdracht van het Rijk is gebleken dat het Bbz slechts een klein bereik heeft. Ook voor Leeuwarden geldt dat de Bbz regeling te weinig bekend is bij zowel de doelgroep als de RIB' sHierdoor wordt de Bbz te weinig benut als uitstroom instrument. Daarom is het nodig om een voor lichtingscampagne te organiseren om meer bekendheid te geven aan de Bbz regelgeving en haar mogelijkheden. De voorlichting is gericht op zowel bijstandsgerechtigden als op RIB's en zal bestaan uit een folder en een of meerdere bijeenkomsten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 91