Blad 6 Het ministerie heeft voor de uitvoering van het project voor de periode van oktober 2000 tot en met december 2002 elk van de aanvragende gemeenten f 570.000,- 258.655,-) subsidie toegekend. De voorbereidingen zijn in 2000 gestart en één van de eerste activiteiten in begin 2001 is geweest het afschaffen van de maandelijkse inlevering van de inkomstenverklaringen. Er wordt overgegaan op een systeem van inlevering van mutatieformulieren wanneer zich wijzigingen hebben voorgedaan in de relevante omstandig heden van de uitkeringsgerechtigden. Zo zullen in de loop van de projectperiode op elk van de genoemde speerpunten nadere activiteiten worden ontwikkeld. 4. ARMOEDEBESTRIJDING 41 Armoedebeleid Al sinds de tweede helft van de jaren tachtig voert de gemeente Leeuwarden een actief beleid ter bestrijding van de armoede. Het beleid kan worden ingedeeld in een viertal onderdelen die tezamen een brede aanpak van het armoede probleem in Leeuwarden vormen. Inkomensondersteuning. Bevordering rondkomen. Bevordering van de participatie. Terugdringing van het niet-gebruik. Als instrumenten hanteert de gemeente daarbijde reguliere en categoriale bijzondere bijstand, de aanvullende ziekte kostenverzekering, de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen, de schuldhulpverlening, de Declaratieregeling minima Leeuwarden en voorlichting ten behoeve van het tegengaan van het niet-gebruik. In 2000 is de Declaratieregeling aangepast en kent nu naast een vergoeding achteraf de mogelijkheid om vooraf gaand aan de uitgaven de tegemoetkoming te ontvangen in de vorm van tegoedbonnen. Tengevolge van deze verstrekkings wij ze nam het beroep op de regeling aanmerkelijk toe. Zondermeer kan worden gesteld dat in vergelijking met 1999 het aantal verstrekkingen zich in 2000 heeft verdubbeld. In 2000 is als operationeel doel geformuleerd dat 25% van de doelgroep gebruik zou maken van de regeling. Het aantal minimahuishoudens in Leeuwarden kan worden geraamd op 5319. Uitgaande van het feit dat in 2000 ruim 2200 aanvragen zijn ingediend en nagenoeg ook gehonoreerd, kan worden gesteld dat onder de minimahuishoudens er een bereik is van ruim 40% Blad 7 Ten behoeve van de categoriale bijzondere bijstand is als operationeel doel geformuleerd dat het aantal leden van de doelgroep dat gebruik maakt van deze regeling na twee jaren zal zijn toegenomen. De categoriale bijzondere bijstands verlening is eind 1999 ingevoerd. Toen zijn er 1778 ver strekkingen verricht. Vorig jaar is het aantal verstrek kingen gestegen naar 2207, dit is een stijging van bijna 25% Het hulpaanbod aan huishoudens met problematische schulden bestaat uit drie onderdelen, te weten: schuldregeling, psychosociale begeleiding en budgethulp. Uitgaande van landelijke schattingen zouden er in Leeuwarden 1500 huishoudens moeten zijn met problematische schulden. De afgelopen jaren heeft het aantal in behandeling genomen schuldregelingsverzoeken zich gestabiliseerd. Opvallend is dat meer dan 40% van de schuldregelingsverzoeken ten behoeve van alleenstaanden zijn. Daarvan is het overgrote deel, meer dan driekwart, mannen. Voorts is een verschui ving waarneembaar in de inkomstenbron van de personen waarvan een schuldregelingsverzoek in behandeling is genomen. Steeds meer personen blijken niet bijstands- afhankelijk te zijn. Voor het jaar 2000 was het doel geformuleerd dat het aantal bijstandsgerechtigden met een schuldenproblematiek wat gebruik maakt van het schuldhulp- verleningsaanbod zou toenemen. Er kan echter worden geconcludeerd er juist sprake is van een daling. De verschuiving kan wellicht worden verklaard door het feit dat de bijstandshuishoudens met schulden thans zijn uitgestroomd en dus niet meer afhankelijk zijn van een de bijstand, maar nog steeds wel in problematische schulden situaties verkeren. 42 Armoedeval In opdracht van de gemeente Leeuwarden is in 2000 een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke oplossingen voor de armoedeval. De resultaten van het onderzoek zijn in maart 2000 op een symposium in stadsschouwburg de Harmonie gepresenteerd. Naast de onweerlegbare onderbouwing van het bestaan van de armoedeval werd tevens geconstateerd dat de opheffing hiervan een zaak is van rijk en gemeenten, welke vraagt om politieke keuzes. Mede door het Leeuwarder onderzoek kwam de problematiek weer op de politieke agenda. Tevens is de problematiek van de armoedeval ook verwoord in de, eind 2000, afgesloten intentieverklaring tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG. In deze verklaring hebben de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG hun voornemen vastgelegd om ernaar te streven om nadere afspraken te maken over de gezamenlijk aanpak van diverse aandachtspunten op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 14