Gemeente uwarden
Oldehoofsterkerkhof 2
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Telefoon 058 233 88 33
Inbewaringstelling psychiatrische patiënten
Bijlage nr. 146
Aan de gemeenteraad.
INLEIDING
Begin januari 1994 is de wet Bijzondere Opnemingen in
Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) in werking getreden.
Onderdeel van deze wet is de inbewaringstelling (IBS).
Inbewaringstelling is een bijzondere vorm van onvrijwillige
opneming van personen in een psychiatrisch ziekenhuis.
Wanneer de situatie zich voordoet dat een persoon een
gevaar is voor zichzelf en/of zijn omgeving, vermoedelijk
veroorzaakt door een stoornis van diens geestvermogens,
dient een psychiater ter plaatse te beoordelen of het nodig
is om een inbewaringstelling uit te schrijven. Is dit het
geval, dan maakt hij een 'geneeskundige verklaring' op,
regelt opvang in een instelling en pleegt overleg met de
burgemeester. De burgemeester dient zich er van te
vergewissen dat er sprake is van acuut gevaar.
Het gevaarscriterium
De Hoge Raad heeft een tamelijk ruime invulling gegeven van
het begrip "gevaar". Het hoeft niet te gaan om direct
levensgevaar voor betrokkene of zijn omgeving. In de zin
van de wet heeft gevaar bijvoorbeeld ook betrekking op de
lichamelijke en geestelijke gezondheid, een gevaarlijke
staat van zelfverwaarlozing en gevaar voor het maatschappe
lijke of sociale bestaan van betrokkene. Het is niet nodig
dat het gevaar zich al heeft gemanifesteerd. Met andere
woorden: er wordt ook aan het gevaarscriterium voldaan
wanneer men met mógelijk gevaar ernstig rekening moet
houden. De burgemeester heeft op basis van art 20 van de
wet BOPZ de bevoegdheid, na zorgvuldige afweging, middels
een beschikking opdracht te geven een persoon, ouder dan 12
jaar, tegen zijn wil in bewaring te stellen. Voordat de
burgemeester1 tot inbewaringstelling besluit, dient een
aantal procedurele stappen te worden gezet.
Aanleiding
Vorig jaar oktober werd een nieuw protocol
inbewaringstelling van psychiatrische patiënten (IBS)
vastgesteld. Het protocol had tot doel om de IBS-procedure
13