de bestrijding van het voor- en vroegtijdig schoolverlaten (ook in regionaal verband) de versterking van de ontwikkelingsmogelijkheden voor zorg-en risicoleerlingen; het ontwikkelen en implementeren van de onderwijs- en zorgmonitor en het uitvoeren van een 0-meting; het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor de groep van 0 tot 2 3 jaar; te behalen resultaten zullen waar mogelijk meetbaar worden geformuleerd. Het bovenstaande betekent niet dat aan net genoemde thema's geen aandacht zal worden besteed. Het betekent wel dat de aandacht (maar ook de financiële middelen) allereerst naar deze thema's uitgaan. Voor meer inhoudelijke informatie over bovenstaande thema's wordt verwezen naar de notities die over deze thema's die de afgelopen jaren zijn verschenen en nog zullen gaan verschijnen. 5.4. De relatie met het Lokaal Sociaal Beleid. Zoals in veel andere gemeenten is ook in Leeuwarden enkele jaren geleden een begin gemaakt met de vernieuwing van het welzijnsbeleid. Deze vernieuwing in opdracht van de Raad is in december 1997 gestart en met name gebaseerd op drie overwegingen het verander(en)de karakter van de samenleving; landelijke impulsen om het welzijnsbeleid anders in te richten; nieuwe inzichten over de rol van de gemeente. Kern van het nieuwe welzijnsbeleid in Leeuwarden (het Lokaal Sociaal Beleid, LSB) is de visie dat mensen in staat zijn hun eigen situatie te verbeteren en daarvoor ook verantwoordelijkheid dragen. Het Lokaal Sociaal Beleid kent twee hoofdlijnen: het realiseren, onderhouden en permanent vernieuwen van kwalitatief hoogwaardige basisvoorzieningen die aansluiten op de wensen en behoeften van gebruikers; het voorkomen dat mensen in een achterstandssituatie geraken (o.a. via het treffen van individuele maatregelen) In het huidige welzijnsbeleid zijn deze lijnen nog nauw met elkaar verweven en niet altijd duidelijk te scheiden. In het nieuwe beleid gaat het om twee losgekoppelde en te onderscheiden beleidslijnen. Voor het realiseren van de welzijnsdoelen en het voldoen aan hulpvragen schakelt de gemeente 'onafhankelijke marktpartijen' in. Deze organisaties en/of instellingen worden verantwoordelijk voor de aansturing van de individuele trajecten en dus ook voor het uiteindelijke resultaat. De gemeente is opdrachtgever en formuleert heldere taakstellingen voor de uitvoering van het beleid. Het bovenstaande betekent een nieuwe rol voor de gemeente, maar het vraagt ook een nieuwe werkwijze van de instel lingen. Dat is met name van belang op die plaatsen, waar de scholen bij hun ondersteuningsstructuur gebruik maken van de diensten van allerlei instellingen, zoals de jeugd hulpverlening, de schoolarts en het bedrijfsmaatschappelijk werk. Bij de verdere vormgeving van het achterstandenbeleid en het onderwijskansenbeleid zullen deze ontwikkelingen dan ook betrokken worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 183