6.4. Communicatie.
Het is van belang dat de communicatie rond het OKP breed
wordt opgezet. Ervaringen, ontwikkelingen en resultaten
zijn niet alleen van belang voor de direct betrokken
partijen, maar ook voor personen, instellingen en organi
saties buiten die kring. Een van de doelstellingen van het
OKP betreft immers het genereren en overdragen van
bruikbare kennis. Er zal dan ook in het najaar een breed
communi-catieplan worden opgezet. In deze communicatie zal
niet alleen aandacht aan het OKP worden geschonken. Het is
zinvol de communicatie zeker ook te richten op het GOA-
beleid in bredere zin, de ontwikkeling van de buurtschool
en de versterking van de voor- en vroegschoolse educatie,
het Onderwijs in allochtone Levende Talen etc.
Wat de vorm betreft wordt gedacht aan zowel het regelmatig
(twee a driemaal per jaar) uitbrengen van een nieuwsbrief,
als aan het benutten van de landelijke Onderwijskansen
website (wwwonderwij skansennlen de gemeentelijke
website (www.leeuwarden.nl)Voorts zijn er in juli j.l.
initiatieven genomen om het tot voor enige jaren bestaande
netwerk van ovb-scholen nieuw leven in te blazen en
enigszins uit te breiden. In dit netwerk zal vooral het
uitwisselen van praktische kennis en ervaringen centraal
gaan staan.
7. Monitoring en evaluatie.
Tot nu toe is aan het thema monitoring en evaluatie binnen
het GOA-beleid weinig uitvoering gegeven. Voor een deel
heeft dat te maken met de discussies op landelijk niveau
over het invoeren van een onderwijsmonitorDaarbij is nog
steeds niet duidelijk welke gegevens in een dergelijke
monitor moeten worden opgenomen en aan welke voorwaarden
een dergelijke monitor moet voldoen. Inmiddels zijn met de
vier grote gemeenten afspraken gemaakt over het monitoren
van het OKP- en GOA-beleid. Met de andere gemeenten zijn
dergelijke afspraken (nog) niet gemaakt. Wel is in algemene
zin is in het OKP-convenant een bepaling opgenomen over de
monitoring
Ten aanzien van het OKP kan monitoring plaatsvinden op in
ieder geval twee terreinen, te weten op het proces en op de
resultaten van de schoolontwikkelingsaanpak (het project)
Om na te kunnen gaan wat de resultaten van het project zijn
zullen de doelen in het ontwikkelingsplan van de scholen
zoveel mogelijk moeten worden geformuleerd overeenkomstig
het zogenoemde SMART-principeDat betekent dat aan de te
formuleren doelen de volgende eisen gesteld mogen en moeten
worden
de doelen moeten Specifiek zijn
de doelen moeten Meetbaar zijn
de doelen moeten Acceptabel zijn
de doelen moeten Realistisch zijn
de doelen moeten Tijdgebonden
Een en ander houdt in dat bij de feitelijke start van het
project (dus na het vaststellen van de schoolontwikke
lingsplannen) de scholen concreet moeten kunnen aangeven
wat hun uitgangssituatie is (O-meting)en wat ze willen
bereiken (doelen)dat alle betrokkenen het het er over
eens zijn dat de gestelde doelen realistisch zijn (en dus
in de tijd haalbaar) en dat scholen ook aan het einde van
de periode kunnen aangeven wat ze (in vergelijking met de
situatie ten tijde van de 0-meting) concreet bereikt hebben
en waardoor eventuele afwijkingen veroorzaakt worden.
Voorts zullen er in de periode september - december 2001
voorstellen worden ontwikkeld voor een meer algemene
onderwijsmonitorDaarbij zal enerzijds worden aangesloten
bij de landelijke ontwikkelingen, en anderzijds bij de
lokale ontwikkelingen (zoals de reeds bestaande jeugd-
monitor, de leerplicht- en RMC-monitor en de in ontwik
keling zijnde zorgmonitor)