2.3 Toekomstige ontwikkelingen
In de Vrijheidswijk is gestart met de herstructurering van de wijk. In een later stadium zal de
stedelijke vernieuwing ook starten in Bilgaard. Het gevolg hiervan is dat nieuwe kansen maar
ook bedreigingen ontstaan. Door de herstructurering in de Vrijheidswijk verwachten wij in eerste
instantie een grotere druk op Bilgaard. Wij achten het van groot belang dat de fysieke
maatregelen, die inherent zijn aan stedelijke vernieuwing, gepaard gaan met een objectieve
analyse van kansen en belemmeringen in de betreffende wijk en in dit geval de aangrenzende
wijk.
10
3. PROBLEEMVERKENNING
3.1 Vooraf
Bij het verkennen van de problematiek op het terrein van leefbaarheid en veiligheid is het van
belang dit vanuit verschillende invalshoeken te doen.
Wij onderscheiden daarbij twee soorten onveiligheid: de objectief beoordeelde veiligheid en de
subjectief ervaren onveiligheid. De objectief beoordeelde onveiligheid wordt gemeten aan de
hand van de geregistreerde meldingen en aangiften bij de politie. Een goede definitie van
leefbaarheid is vooralsnog niet voorhanden. Wel zijn er aanzetten tot een nadere uitwerking van
dit begrip. Doorgaans worden 4 dimensies onderscheiden. Te weten: fysieke kwaliteit van de
woonomgeving, de sociale kwaliteit van de woonomgeving, de veiligheid van de woonomgeving
en de bereikbaarheid van het voorzieningenaanbod in de wijk. In deze context is veiligheid een
onderdeel van leefbaarheid.
Als uitgangspunt voor de beschrijving van de leefbaarheid en veiligheid in de Noordrand
hebben wij het in Rotterdam ontwikkelde zogenaamde RISC model genomen. Dit model dient
als checklist voor de verkenning en als model voor de probleemanalyse, het bepalen van de
strategie en de doelen en het ordenen van de maatregelen. De vier dimensies die we
onderscheiden zijn de volgende:
Ruimtelijke omgeving
Bij de ruimtelijke omgeving gaat het om datgene dat als de fysieke kwaliteit van de
woonomgeving kan worden omschreven. Hierbij valt te denken aan onder meer de
aantrekkelijkheid, functionaliteit en kwaliteit van de woonomgeving, evenals aan de mate van
onderhoud en intensiteit van het gebruik van de openbare ruimte.
Institutionele omgeving
De institutionele omgeving heeft voornamelijk betrekking op de mate waarin organisaties op
een doeltreffende wijze en klantvriendelijke wijze reageren op signalen en klachten van
bewoners, op de bereikbaarheid van de dienstverlenende instanties en het vertrouwen in de
lokale overheid, de politie en overige instanties.
Sociale omgeving
De aspecten die een rol spelen bij de sociale omgeving zijn onder meer: de binding met de
buurt, de sociale controle in de buurt, de participatie van de burgers dan wel de mate van
afzondering. Ook overlast maakt hier onderdeel van uit.
Criminele omgeving
Hierbij gaat het om de aard en omvang van de criminaliteitzoals auto- of woninginbraken en
fietsendiefstal, alsmede preventieve maatregelen, zoals aangestelde toezichthouders en de
getroffen techno-preventieve maatregelen.
Bij de probleemverkenning is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
de resultaten van het wijksignaleringssysteem 1999;
de GSB rapportage 2000 voor Leeuwarden;
de wijkschets Bilgaard opgesteld door bewoners oktober 2000;
cijfers van de politie;
het stadsdeelteam Noordwest met als partners woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen
en andere sleutelfiguren;
gesprekken met de wijkpanels Bilgaard en Vrijheidswijk;
wijkconferentie Vrijheidswijk voor opstellen van plan voor leefbaarheid en veiligheid 2001
wijkveiligheidsplan Vrijheidswijk maart 2001
11