INHOUD 1. INLEIDING 3 1.1 Vooraf 3 1.2 Waarom de Noordrand? 4 1.3 Definiëring en Doel 5 1.4 Visie en uitgangspunten 5 1.5 De tot nu toe gehanteerde werkwijze 5 1.6 Leeswijzer 6 2. TYPERING VAN DE NOORDRAND 8 2.1 Vrijheidswijk 8 2.2 Bilgaard 9 2.3 Toekomstige ontwikkelingen 10 3. PROBLEEMVERKENNING 11 3.1 Vooraf 11 3.2 Probleemanalyse 12 3.2.1 Ruimtelijke omgeving 12 3.2.2 Institutionele omgeving 13 3.2.3 Sociale omgeving 13 3.2.4 Criminele omgeving 15 4. DOELEN EN STRATEGIE 16 4.1 Doelstelling van het wijkprogramma 16 4.2 Strategie 16 4.3 Plan de campagne 17 4.4 Overzicht van de thema's 18 5. ACTIVITEITEN EN MAATREGELEN 19 7. EVALUATIE EN ACTUALISATIE 34 9. FINANCIEN 36 1. INLEIDING 1.1 Vooraf 6. COMMUNICATIE 33 8. ORGANISATIEVOORSTEL 35 2 Ondanks de grootschalige investeringen blijft de achterstand in de grote steden op een aantal terreinen groot. Ook in Leeuwarden vragen veiligheid, leefbaarheid, integratie en sociale cohesie in de aandachtswijken extra aandacht en investeringen. Met de impuls "Onze buurt aan zet" van het ministerie van Grotestedenbeieid worden met name bewoners, maar ook bedrijven gestimuleerd en gefaciliteerd een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid in een GSB-aandachtswijk. De extra gelden komen beschikbaar onder de voorwaarden dat: de stad de middelen van het Rijk met 50% verhoogt; de veiligheid aantoonbaar in de aandachtswijk te verbetert; de inwoners, ondernemers, bedrijven, organisaties en instellingen in de wijk zelf in gezamenlijkheid bepalen op welke wijze de impuls voor hun wijk wordt vormgegeven. De impuls "onze buurt aan zet" stelt de bewoners centraal. Bewoners in de wijk moeten veilig zijn, zich veilig weten en zich veilig voelen. Zij zijn het middelpunt bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid. Enerzijds omdat zij zelf een actieve rol kunnen spelen bij het creëren van de gewenste veiligheid en leefbaarheid, anderzijds omdat zij zelf vaak een uitstekende zicht hebben op de onveiligheid en leefbaarheid in hun wijk. Het succes van "onze buurt aan zet" wordt bepaald door de bewoners. De gemeente Leeuwarden wil bij de uitwerking van de investeringsimpuls verder gaan dan gewoonlijk en de bewoners in staat stellen zelf maatregelen te bedenken en uit te voeren. Wij nemen daarbij de ABCD (Asset-Based Community Development) benadering van de heer John McKnight als uitgangspunt. Start met wat er aanwezig is in de wijk, niet met wat er ontbreekt of problematisch is. In de "zwakke" wijken zijn veel meer kwaliteiten en capaciteiten aanwezig dan vaak wordt aangenomen. Bovendien zijn deze veel belangrijker voor gemeenschapsvorming en revitalisering dan doorgaans wordt aangenomen. Succesvolle wijkontwikkeling vindt alleen plaats als buurtbewoners zelf in beweging komen en hun eigen capaciteiten willen inzetten. De ABCD benadering is intern gericht maar dat betekent niet dat er geen hulp bronnen van buiten nodig zijn. De eigen capaciteiten van de bewoners zijn noodzakelijk maar niet voldoende voor de grote uitdagingen waar de wijk voor staat. De externe impulsen kunnen alleen effectief worden ingezet als ze aansluiten op de ontwikkeling van de eigen rijkdom van personen en relaties. Het ontwikkelingsproces dat de ABCD benadering wil losmaken is "relationship driven". Het permanent bouwen aan relaties tussen mensen, groepen en instituties is de kern van de methode. Het gaat niet alleen om het in kaart brengen van kwaliteiten en capaciteiten maar om het verbinden van personen en groepen. Door verantwoordelijkheden bij diverse groepen zelf te leggen wordt een actievere maatschappelijke betrokkenheid gestimuleerd, Door bundeling toe groeien naar gezamenlijkheid. De ABCD benadering is een goede manier om de focus te verbreden van de fysieke maatregelen naar de sterke punten en kwaliteiten in de wijk, de sociale infrastructuur van de wijk. Er zijn ongekende aanknopingspunten bij en tussen bewoners, die in samenwerking met elkaar duurzame relaties aangaan om de sociale infrastructuur te verbeteren. Kort samengevat gaan wij uit van een wijkontwikkeling gebaseerd op talenten en het zelforganiserend vermogen van bewoners. Wij richten ons daarbij niet op het half lege glas (individuele problemen, repeterende armoede) maar op het halfvolle glas (capaciteiten van mensen, kansen die in het verschiet liggen). Daarnaast sluit de voorgestelde impuls en bijbehorende voorwaarden ook uitstekend aan op een viertal beleidsontwikkelingen/-terreinen die in de gemeente Leeuwarden reeds in gang zijn gezet. Als eerste noemen wij het veiligheidsterrein. Hiervoor is voor de langere termijn een integraal veiligheidsplan ('Kadernota integraal veiligheidsbeleid 2000-2004) opgesteld waaraan veiligheidsplannen op wijk-, buurt- en dorpsniveau gekoppeld kunnen worden. Eén van de actiepunten die in het plan is opgenomen betreft de opstelling en uitvoering van wijkveiligheidsplannen. Dit is inmiddels voor drie wijken gedaan. Het tweede terrein betreft het onlangs door de gemeenteraad vastgestelde "Strategisch kader wijkaanpak en sociaal beleid". In dit kader wordt een aantal uitgangspunten geformuleerd die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 257