4. DOELEN EN STRATEGIE
4.1 Doelstelling van het wijkprogramma
4.2 Strategie
4.3 Plan de campagne
Gerelateerd aan het Meerjarenontwikkelingsprogramma streven wij er naar dat de gemiddelde
positieve beoordeling van bewoners in de Noordrand inzake zijn of haar leefomgeving en de
beoordeling van de sociale kwaliteit fors toenemen. Wij streven daarbij naar een verhoging
naar het stedelijk gemiddelde van Leeuwarden.
Uitgangspunt daarbij is dat de bewoners zelf verantwoordelijkheid nemen voor de vormgeving
van de samenleving en daartoe activiteiten ondernemen. Het wijkprogramma heeft tevens als
doel de eigen verantwoordelijkheid van bewoners te maximaliseren.
Een ander belangrijk element is de veiligheid in de wijk, dit blijkt ook uit de
probleeminventarisatie. Wij hebben dan ook gekozen voor de volgende centrale streefcijfers:
a. de objectieve veiligheid (geregistreerde onveiligheid) wordt in de Noordrand teruggebracht
naar het Leeuwarder gemiddelde. Bij voorkeur in jaarlijkse stappen;
b. de subjectieve veiligheid (de veiligheidsbeleving) wordt in de Noordrand verhoogd naar het
Leeuwarder gemiddelde. Eveneens bij voorkeur in jaarlijkse stappen. Het resultaat zal
gemeten worden aan de hand van de jaarlijkse uitkomsten van het wijksignaleringssysteem.
Het behaalde resultaat van bovenstaande centrale doelstellingen wordt gemeten door de
politiecijfers, de jaarlijks uitkomsten van het wijksignaleringssysteem en de tweejaarlijkse GSB
monitor voor Leeuwarden.
De impuls "Onze buurt aan zet" moet een aantal resultaten voor de Noordrand en voor
Leeuwarden gaan opleveren. Wij denken daarbij vooral aan een aantoonbare verbetering van
de veiligheid in de wijk en een verbetering van de kwaliteit van sociale contacten die als motor
kunnen dienen voor verbeteringen die door bewoners zelf worden aangebracht. Daarnaast
moet het project duidelijk maken welke voorwaarden gemeente, bedrijven, corporaties,
welzijnsinstellingen, politie en andere instituties moeten scheppen om de betrokkenheid van
bewoners bij hun leefomgeving te verhogen. Er moet geen sprake zijn van een inventarisatie
van problemen die "anderen" maar moeten oplossen. Het project moet ook leiden tot een
verdieping en intensivering van datgene wat in Leeuwarden al in gang is gezet. Op langere
termijn kan het project mede gaan dienen als referentiekader voor anderen wijken en buurten.
Met het bepalen van de strategie wordt gekozen voor de wijze van aanpak van de diverse
problemen. Het gevoel van onmacht om de eigen omgeving leefbaar, veilig en beheersbaar te
maken is groot. Aansluitend op de ABCD benadering wordt gekozen voor de volgende
strategie:
Kleinschaligheid van activiteiten; de activiteiten moeten aansluiten bij de
belevingswereld van de bewoners en in samenwerking met bewoners tot stand worden
gebracht;
Positieve communicatie omtrent activiteiten in de wijk om iedereen ervan bewust te
maken dat het mogelijk is om de woonomgeving zelf en gezamenlijk te verbeteren;
Vraaggericht werken om de effectiviteit en het draagvlak van maatregelen te vergroten.
Voor de Vrijheidswijk wordt daarbij het accent gelegd op het verhogen van de veiligheid en
leefbaarheid tijdens het herstructureringsproces. Voor Bilgaard ligt de nadruk op het voorkomen
van het afglijden van de wijk naar een onacceptabel niveau. Daarnaast worden er accenten
gelegd op maatregelen gericht op specifieke groepen (allochtonen en jeugdigen vanaf de
leeftijd van 8 jaar).
Onderscheiden naar de vier dimensies betekent dit tevens een integrale aanpak per wijk,
doelgroep of project.
16
Ruimtelijke omgeving.
Het op straat- en buurtniveau gezamenlijk opheffen van fysieke omissies welke naar voren zijn
gekomen op basis van de indicatoren en reacties van bewoners op wijkbijeenkomsten. Het
uitvoeren van kleinschalige activiteiten door bewoners zoals bijvoorbeeld het organiseren van
groen- en schoonmaakdagen. Activering van bewoners met betrekking tot onderhoud
woningen, private domeinen en bewonerszelfbeheer van openbare ruimten.
Institutionele omgeving
Bevordering van vertrouwen in instanties door het ontwikkelen van netwerken van
functionarissen die nauw bij beleid en uitvoering zijn betrokken, teneinde een vraag- en
wijkgericht en onderling afgestemd dienstverleningspakket aan te bieden.
Sociale omgeving
Versterking sociale cohesie tussen diverse bevolkingsgroepen. Het treffen van maatregelen tot
vergroting van de betrokkenheid en participatie van jongeren in de wijk.
Criminele omgeving
De vormen van criminaliteit die tot prioriteit zijn benoemd zijn divers van aard en behoeven elk
een eigen benaderingswijze. Het op projectniveau verminderen van criminaliteit door
ontwikkeling van preventie-programma's.
In paragraaf 1.5 is de tot nu toe gehanteerde werkwijze om te komen tot een wijkprogramma
uiteengezet. Het is de bedoeling om vanaf 1 november nog meer bewoners te betrekken bij het
wijkprogramma en de daaruit voortvloeiende activiteiten. Wij zullen daarbij gebruik maken van
elementen van de ABCD benadering en thuis op straat methode en een plan de campagne
opstellen.
Eerste stap in deze plan de campagne is het maken van een nieuwe wijkkaart. Deze nieuwe
wijkkaart is aanvullend op de onderliggende probleemanalyse. Bewoners en ondersteuners
brengen de individuele capaciteiten en vaardigheden van bewoners in beeld. De
wijkconferenties zijn daarbij een belangrijk instrument. Tijdens de wijkconferentie worden de
ideeën in het wijkprogramma gepresenteerd door de wijkwerkgroepen aan de aanwezige
bewoners. Een brede uitnodiging heeft reeds plaatsgevonden. Vervolgens worden aanwezige
bewoners, door middel van een brainstormmethode, gestimuleerd hun ideeën en mogelijkheden
tot het leveren van een bijdrage aan te geven op een zogenaamde talentenmuur. Het gaat
daarbij niet om een klaagmuur maar juist te kijken wat er wel mogelijk is. Deze ideeën en
talenten zullen verwerkt worden in het wijkprogramma. Tevens zullen bewoners gevraagd
worden actief deel te nemen aan het door hen goedgekeurde dan wel ingediende idee door het
inzetten van hun talenten en capaciteiten. Dit zal tevens nieuwe netwerken in de wijk opleveren.
Het is van groot belang dat de nu opgenomen maatregelen en deelprojecten beantwoorden aan
de vraag en behoefte van alle bewoners van de Noordrand. Daarnaast is het van belang om in
extra zicht te krijgen op de individuele kwaliteiten en capaciteiten van de bewoners die kunnen
bijdragen aan de deelprojecten en maatregelen. Om hier zicht op te krijgen zullen studenten
van de Noordelijke Hogeschool gevraagd worden om in samenwerking met bewoners een
enquête ontwikkelen en uitzetten onder bewoners. De uitkomsten van de enquête worden
aangewend om de diverse projecten en maatregelen verder uit te werken en te optimaliseren.
Na de verwerking van de enquête zullen in overleg en in samenwerking met bewoners de
volgende stappen gezet kunnen worden. Wij gaan hierbij uit van de ABCD benadering, onder
andere:
het bouwen aan relaties en samenwerking tussen de eigen bronnen in de buurten
het mobiliseren van de locale gemeenschap rond het belang van economische ontwikkeling
en het breed beschikbaar stellen van informatie over en voor de wijkgemeenschap
het vrij maken van externe bronnen (fondsen en inzet van particuliere middelen) ter
ondersteuning van de aangestuurde wijkontwikkeling.
17