Blad 2 veel meer een stimulerende en regisserende rol. Een stimulerende rol in het tot stand brengen van een goede geografische spreiding van kinderopvangvoorzieningen onder meer via vestigingsbeleid, vergunningenbeleid en informatievoorziening. Een regisserende taak waar het gaat om het samenspel tussen kinderopvangvoorzieningen en andere voorzieningen op het terrein van de kinderopvang. Daarnaast wordt de gemeente verantwoordelijk voor de opvang van specifieke groepen. Het gaat dan om kinderopvang- gebruikers waar een werkgever en daarmee een werkgevers bijdrage ontbreekt. De verantwoordelijkheid voor de financiering van het "ontbrekende" werkgeversdeel zal bij de uitkerende instantie worden neergelegd. Hiermee wordt ook deze vorm van kinderopvang vraaggestuurdVoor de gemeente zal het met name gaan om uitkeringsgerechtigden, herintreders, nieuwkomers en om kinderopvanggebruik op sociaal-medische gronden. De bestaande specifieke kinderopvangregelingen, zoals de kinderopvangregeling voor alleenstaande ouders, zullen worden geïntegreerd in de WBK. Consequenties invoering Wet Basisvoorziening Kinderopvang Met de invoering van de WBK zal er een einde komen aan de structurele subsidierelatie tussen de gemeente en de Stichting Kinderopvang Leeuwarden. Waar veel gemeenten een sterke regiefunctie op het terrein van de kinderopvang hebben door de vaststelling van een doelgroepenbeleid voor de gesubsidieerde kinderopvang, heeft de gemeente Leeuwarden ten aanzien van dit onderwerp nooit concreet beleid ontwikkeld. In de praktijk betekent dit dat de gesubsidieerde kinderopvang bij de SKL algemeen toegankelijk is; de SKL informeert bij de ouders wel naar de mogelijkheden voor bedrijfsopvang, maar door het ontbreken van gemeentelijk doelgroepenbeleid beschikt de SKL niet over sanctioneringmogelijkheden Veel van de gesubsidieerde kinderopvangplaatsen bij de SKL worden op dit moment dan ook nog bezet door ouders met een of twee werkgevers; dit kan overigens ook los van de invoering van de WBK als een ongewenste situatie worden beschouwd. Mochten deze werkgevers na inwerkingtreding van de WBK in 2003 het werkgeversdeel niet willen of kunnen betalen dan worden de ouders geconfronteerd met hogere kinderopvang kosten. Dit brengt voor de SKL het financieel risico mee dat deze ouders hun kinderopvangplaats(en) bij de SKL vanwege de hogere kosten opzeggen en op zoek gaan naar goedkopere (informele) kinderopvang. Het is dan ook van groot belang, zowel voor de ouders als de SKL, dat er, conform de uitgangspunten van de WBK, zo snel mogelijk wordt gestart met een afbouw van deze gesubsidieerde plaatsen ten gunste van bedrijfsplaatsen Daarom stellen wij voor om per 1 januari 2002 bij nieuwe plaatsingen de navolgende criteria te hanteren: Blad 3 kinderen van ouders met een werkgever worden uitsluitend geplaatst op een bedrijfsplaats of een particuliere plaats; hetzelfde geldt voor kinderen van ouders met een (gezamenlijk) belastbaar inkomen boven het hoogste inkomensniveau van de adviestabel ouderbijdragen van het Ministerie van VWS (voor 2001 8770) Voor bestaande plaatsingen zal, in verband met de termijnvoorschriften van de Algemene Wet Bestuursrecht, een overgangstermijn van een jaar worden gehanteerd. Voor de groep alleenstaande ouders die niet langer voldoen aan de criteria van de Rijksregeling Kinderopvang en Buitenschoolse opvang alleenstaande ouders geldt tot 1 januari 2003 eveneens een overgangsregeling. Het gebruik van deze regeling is, conform uw raadsbesluit van 18 januari 2001, beperkt tot maximaal één jaar na uitstroom uit de bijstand, er van uitgaande dat deze ouders dan kunnen doorstromen naar een bedrijfsplaatsOm de continuïteit van de kinderopvang niet in gevaar te brengen zullen alleenstaande ouders die niet kunnen doorstromen naar een bedrijfsplaats, ondanks het feit dat zij wel over een werkgever beschikken, wel worden geplaatst op de gesubsidieerde opvang. De toelatingscriteria voor de door de gemeente gesubsi dieerde kinderopvang zullen worden opgenomen in de met de SKL voor 2002 af te sluiten uitvoeringsovereenkomst. Ontwikkeling Plan van aanpak invoering WBK Het formuleren van toelatingscriteria tot de gesubsidieerde kinderopvangplaatsen kan worden beschouwd als een eerste stap op weg naar het nieuwe stelsel voor de kinderopvang. Een stap die op dit moment al gezet moet worden om alle cliënten van de SKL tijdig te kunnen informeren over (de noodzaak van) het gewijzigde plaatsingsbeleid c.q. de consequenties van invoering van de WBK per 1 januari 2003. In aansluiting hierop zal in overleg met de SKL een "Plan van aanpak WBK" worden opgesteld waarin alle consequenties van de WBK in beeld worden gebracht. Het gaat dan met name om het opstellen van een afbouwscenario voor de financieringsrelatie met de SKL, een inventarisatie van de zogenaamde verborgen subsidies (bijv. te lage huren)de formulering van gemeentelijk doelgroepenbeleid en het tijdig informeren van de werkgevers binnen onze gemeente over hun toekomstige verantwoordelijkheid op dit gebied. Als uitgangspunt voor dit Plan van aanpak zal worden gehanteerd dat minimaal de huidige hoeveelheid kindplaatsen blijft bestaan. Daarnaast zal op korte termijn worden onderzocht of het mogelijk is in het kader van de overgangsregeling WBK een éénmalige financiële prikkel aan de ouder dan wel de werkgever te verstrekken waardoor deze worden gestimuleerd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 283