Blad 2
vastgesteld. Indien de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten
is er sprake van een overschrijding. Een overschrijding in
het openbaar onderwijs leidt tot een uitkering uit
gemeentelijke middelen aan hetzelfde soort bijzonder
onderwij s
Op grond van de voorlopige vaststelling van de kosten van
het openbaar onderwijs van een jaar kunnen de besturen van
het bijzonder onderwijs aanspraak maken op een voorschot
van de overschrijdingsuitkering van de vijfjaarlijkse
afrekening. De voorlopige vaststelling van de kosten van
het openbaar onderwijs van een jaar is tevens uitgangspunt
voor de berekening van een eventuele dotatie aan de
"Reserve overschrijdingsuitkeringen"
Uit de voorlopige vaststelling van de kosten van het
openbaar onderwijs voor het jaar 1998 en 1999 blijkt geen
overschrijding.
Onder de mededeling dat de Commissie Welzijn in haar
vergadering van 22 november 2001 positief heeft
geadviseerd, stellen wij u voor te besluiten conform de
bijgevoegde concept-besluiten.
Leeuwarden, 6 december 2001.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, waarnemend burgemeester,
dr. A.J. Hofman, secretaris.
Nummer 23204
TB/DW
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
6 december 2001 (bijlage nr. 172);
gelet op artikel 144 van de Wet op het Primair Onderwijs;
BESLUIT:
voor de speciale scholen voor basisonderwijs over de
periode 1 augustus 1998 tot en met 31 december 1998
voorlopig vast te stellen:
a. 1. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de
personeelskosten op f 582.311,86 264.241,60);
2het totaal van de uitgaven voor niet verbruikte
formatierekeneenheden op f 3.261,40 1.479,96);
b. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de nascholing
op f 3.374, 98 1531, 50)
c. het totaal van de bedragen dat in het voorafgaande
kalenderjaar is uitgegeven ten behoeve van de materiële
instandhouding op f 72.573,53 32.932,43);
d. het totaal van de ontvangsten:
1. bedoeld in artikel 137, derde lid op f 582.311,86
264241,60) en
2. voor niet verbruikte formatierekeneenheden, bedoeld
in artikel 137, eerste lid onder b: op f 3.261,40
1.479, 96)
e. het totaal van de ontvangsten ten behoeve van nascholing
op f 3.374,98 1.531,50)
f. het totaal van de ontvangsten ten behoeve de materiële
instandhouding op f 72.900,78 33.080,93);
g. het totaal van de aanvullende ontvangsten waaronder
wordt verstaan de bedragen die krachtens artikel 135
voor de voorzieningen ten behoeve van de materiële
instandhouding op f 0,-;
h. het totaal van de bedragen dat in het voorafgaande
kalenderjaar is uitgegeven ten behoeve van de
instandhouding van een rechtspersoon als bedoeld in
artikel 68 op f 0,-;
i. het totaal van de ontvangsten op grond van artikel 134,
tweede lid, tweede volzin, op f 710,54 322,43);