Sta
Blad 2
eigen kindergraf:
e. eigen urnengraf:
f. asbus:
g. urn/urnenkeldertje:
h. verstrooiingsplaats
i. rechthebbende:
j. grafbedekking:
k. grafkelder:
een graf, waarvoor voor bepaalde of
onbepaalde tijd het uitsluitend
recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven hou
den van kinderen beneden de leef
tijd van twaalf jaar;
- het doen bijzetten en bijgezet
houden van asbussen;
- het doen verstrooien van as;
een graf, waarvoor voor bepaalde
tijd het uitsluitend recht is ver
leend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet
houden van asbussen;
- het doen verstrooien van as;
een bus ter berging van as van een
overledene
een voorwerp ter berging van één of
neer asbussen;
een permanent daartoe bestemd
terrein waarop as wordt verstrooid,
dan wel een plaats waarvoor voor
bepaalde of onbepaalde tijd het
recht is verleend om as te doen
verstrooien;
degene, die het uitsluitend recht
heeft verkregen, zoals omschreven
bij eigen graf, kindergraf en eigen
urnengraf;
gedenkteken en/of winterharde be
planting op een graf of urnengraf;
een uit steenachtige materialen
gebouwde grafruimte.
Aard van de heffing en belastbaar feit
Artikel 2
Onder de naam "begraafrechten" worden rechten geheven voor
het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het
door de gemeente verlenen van diensten in verband met de
gemeentelijke begraafplaatsen.
Blad 3
Belastingplicht
Artikel 3
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan
wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van
degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen
gebruik maakt.
Vrij stellingen
Artikel 4
De rechten worden niet geheven ter zake van het opgraven van
een lijk of asbus op rechterlijk gezag en het opgegraven van
een lijk of asbus op verzoek van de Oorlogsgravenstichting.
Grondslag en maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 5
1De rechten worden geheven naar de maatstaven en de
tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van
een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle
eenheid aangemerkt.
Belastingjaar
Artikel 6
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden
geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalender-
j aar
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2.2
van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan
de periode waarvoor wordt afgekocht.
Wijze van heffing
Artikel 7
1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 4.1.2, 4.1.3, 4.2.1 van
de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag
met dien verstande dat per belastbaar feit een afzon
derlijke aanslag kan worden opgelegd.