Nummer 24111
AvdV/DW
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
6 december 2001 (bijlage nr. 192);
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en
b, van de Gemeentewet;
BESLUIT
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van
havengelden 2002.
Begripsomschrij vingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Invorderingswet
c. meetbrief:
d. binnenschip:
e. vrachtschip:
de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
b. vaartuig: een drijvend
lichaam dat wegens zijn drijf-
vermogen wordt gebezigd dan wel be
stemd of geschikt is voor het ver
voer te water van personen of goede
ren of voor het dragen of vervoeren
van al dan niet met het drijvende
lichaam een geheel uitmakende voor
werp;
het document als bedoeld in artikel
782, vierde lid, van het Wetboek van
Koophandel juncto het besluit van 24
oktober 1983, Stb. 548 (Besluit bin
nenschependocumenten)
een vaartuig - niet zijnde een ple
ziervaartuig - dat uitsluitend wordt
gebruikt voor de vaart op de binnen
wateren;
een vaartuig dat hoofdzakelijk gebe
zigd wordt voor het vervoer van goe
deren;
passagiersschip
drijvend werktuig:
sleepboot
pleziervaartuig:
woonschip
laadvermogen
ton
m2 oppervlakte:
gebruik van de haven:
havenmeester
dag
7, 14, 21 dagen:
een maand:
kwartaal
halfj aar
j aar
Aanwij zingsbesluit
ligplaatsen, kaden
en wallen 2000:
een vaartuig, dat middel van open
baar vervoer is of hoofdzakelijk
gebezigd wordt voor het bedrijfsma
tig vervoer van personen;
een vaartuig in gebruik als drij
vende bok, kraan, baggermolen en
zandzuiger;
een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt
gebruikt voor het slepen of duwen
van andere vaartuigen;
een vaartuig, dat hoofdzakelijk
wordt gebruikt voor de recreatie;
een vaartuig, uitsluitend of in
hoofdzaak in gebruik als woning;
het in tonnen uitgedrukte verschil
tussen zoetwaterverplaatsing van het
schip bij de grootst toegelaten
diepgang en die van het ledige
schip;
een massa van 1C00 kilogram;
het product van de grootste lengte
en de grootste breedte van het
vaartuig;
het in artikel 1 bedoelde gebruik
van voor de openbare dienst bestemde
wateren of van voor de openbare
dienst bestemde werken of inrichtin
gen;
de havenmeester van de gemeente
Leeuwarden of diens plaatsvervanger;
een aaneengesloten tijdvak van 24
uren;
een aaneengesloten tijdvak van resp.
7, 14 en 21 dagen;
het tijdvak dat loopt van de (n)e
dag in een kalendermaand tot en met
de (n-l)e dag in de volgende kalen
dermaand;
een aaneengesloten periode van drie
maanden;
een aaneengesloten periode van zes
maanden;
een aaneengesloten periode van 12
maanden;
op grond van artikel 5.3.3.2, derde
lid, van de Algemene plaatselijke
verordening Leeuwarden zijn door het
college van burgemeester en
wethouders ligplaatsen aangewezen
waar met name genoemde categorieën