Blad 3
vaartuigen ligplaatsen mogen innemen
of mogen aanleggen;
w. klasse 1: gemeentelijke ligplaats met
sanitaire voorzieningen (inclusief
douches), watertappunten en
afvalcontainers gelegen nabij de
binnenstad. Deze ligplaatsen
bevinden zich tussen de
Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug
en de Noorderbrug;
x. klasse 2: gemeentelijke ligplaats met
sanitaire voorzieningen (exclusief
douches), afvalcontainers en een
watertappunt, niet gelegen nabij de
binnenstad. Deze ligplaatsen
bevinden zich aan de oever van de
Froskepölle grenzend aan het
Woudmansdiep;
y. klasse 3: gemeentelijke ligplaats zonder
sanitaire voorzieningen en
afvalcontainers. Alle overige
locaties die genoemd worden in
artikel 4, de onderdelen a, b, c en
e van het Aanwijzingsbesluit
ligplaatsen, kaden en wallen 2000.
Aard van de belasting en belastbaar feit
Artikel 2
Onder de naam "havengelden" wordt een recht geheven ter zake
van het gebruik van vaartuigen overeenkomstig de bestemming
van voor de openbare dienst bestemde in de gemeente gelegen
openbare vaarwaters, kaden en oevers, bij de gemeente in
eigendom of in beheer en/of onderhoud of van andere voor de
openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in het
beheer en/of onderhoud zijn bij de gemeente dan wel het
gebruik van de door of vanwege de gemeente aangebrachte
voorzieningen, op de locaties als genoemd in het
Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2000.
Belastingplicht
Artikel 3
De havengelden worden geheven van de eigenaar, reder,
schipper, huurder of gebruiker van een vaartuig, of degene
die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als
vertegenwoordiger optreedt.
Blad 4
Grondslag en maatstaf van heffing
Artikel 4
1. De havengelden worden geheven naar:
a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt per
ton;
b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt per 100
vierkante meter;
c. de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;
zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve
worden vastgesteld.
Tarieven
Artikel 5
1. Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks
met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van
het bepaalde in het tweede lid.
2. Voor de toepassing van de tarieven:
a. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het
aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaartuig
behorende meetbrief;
b. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het
product van de lengte over alles en van de grootste
breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig
behorende meetbrief;
c. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte
over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig
behorende meetbrief;
d. wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b en c
bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de groot
ste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve
vastgesteld indien de in de onderdelen a, b en c
bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien
deze vereiste gegevens niet worden vermeld;
e. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van
massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle
eenheid gerekend;
f. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de
tabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde
termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn is
aangevraagd