1 1. Nummer 24112 AvdV/DW DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2001 (bijlage nr. 192); gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2002. Begripsomschrijving Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Invorderingswetde Invorderingswet 1990 (Stb. 221); b. Wet op de dierenbescherming: Wet op de dierenbescherming (25 januari 1961, Stb. 19) Aard van de heffing en belastbaar feit Artikel 2 Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de ge meente Belastingplicht Artikel 3 De hondenbelasting wordt geheven van de houder van een hond. Blad 2 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke ti tel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Grondslag en maatstaf van heffing Artikel 4 De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden Vrij stellingen Artikel 5 De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond door dezelfde persoon worden gehouden; b. die, uitsluitend dienen om blinde personen te leiden; c. gehouden op vaartuigen door daarin wonende schippers, die geen woonplaats aan de vaste wal hebben, mits de honden aan boord van het vaartuig worden gehouden; d. die in een hondenasiel of bewaarplaats verblijven, indien de eigenaar of bestuurder van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning, als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming en die tijdelijk in deze inrichtingen verblijven; e. boven het getal van twee, die uitsluitend ten verkoop in voorraad gehouden door een houder met een ver gunning, als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming, mits en voor zover die honden uitsluitend voor de verkoop in voorraad worden gehouden; f. waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is, en de hond niet langer dan drie maanden in het belastingjaar in de gemeente verblijft. Belastingtarief Artikel 6 De belasting bedraagt per belastingjaar: a. voor een eerste hond 72,95;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 400