Blad 5
recht, met uitzondering van delen van zodanige
onroerende zaken die dienen als woning;
m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met
uitzondering van delen van zodanige onroerende
zaken die dienen als woning.
2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van
het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eige-
narenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die
zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of
beperkt recht.
Belas tmgtaneven
Artikel 6
Het tarief van de belasting is voor elke volle 2.268,-
van de heffingsmaatstaf:
c. de gebruikersbeiastir.g
3. voor woningen 5,05
4. voor niet-woningen 6,41
d. de eigenarenbelasting
3. voor woningen 6,29
4. voor niet-woningen 7,98
Indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak
beneden 10.000,- blijft, wordt geen belasting geheven.
Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag
naar beneden afgerond op gehele guldens.
Belastingjaar
Artikel 7
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Wig ze van heffing
Artikel 8
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 9
De belastingen zijn verschuldigd bij aanvang van het
kalenderj aar
Blad 6
Tijdstip van betaling en betaling in termijnen
Artikel 10
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de
Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in
twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de
tweede twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid,
onderdeel c, van de Invorderingswet, met een
belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een
bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige
toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd
met de vaststelling van de aanslag.
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in
de voorgaande leden gestelde termijnen.
Nadere regels door het college van
burgemeester en wethouders
Artikel 11
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels
geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de
onroerende-zaakbeiastingen
Citeertitel
Artikel 12
Deze Verordening kan worden aangehaald als de "Verordening
onroerende-zaakbelastingen Leeuwarden 2002"
Inwerkingtreding
Artikel 13
1. De "Verordening onroerende-zaakbelastingen Leeuwarden
2001" vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december
2000, met inbegrip van de laatste wijzigingen daarvan,
wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.