Blad 5
Tijdstip van betalen en betaling in termijnen
Artikel 10
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de
Invorderingswet moet de precariobelasting
a. als bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden betaald
twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet;
b. als bedoeld in artikel 6, tweede lid, behoudens het
gestelde in onderdeel c, worden betaald op het moment
waarop een aanvraag voor het hebben van voorwerpen is
ingediend c.q. een aanvang heeft genomen;
c. geheven bij wege van nota, worden betaald binnen
veertien dagen na de dagtekening van de nota.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid,
onderdeel c, van de Invorderingswet, met een
belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een
bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige
toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd
met de vaststelling van de aanslag.
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in
de voorgaande leden gestelde termijnen.
Nadere regels door het college van
burgemeester en wethouders
Artikel 11
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels
geven met betrekking tot de heffing en de invordering van
precariobelasting
Citeertitel
Artikel 12
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening
precariobelasting Leeuwarden 2002".
Inwerkingtreding
Artikel 13
1. De "Verordening precariobelasting Leeuwarden 2001,
vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2000, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde
datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat
zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voordien hebben voorgedaan.
Blad 6
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de
eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter,
secretaris