Nummer 2412 3
AvdV/DW
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
6 december 2001 (bijlage nr. 192);
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van
toeristenbelasting 2002.
Begripsomschrijving
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Invorderingswet
b. vakantieonderkomens
c. mobiele
kampeeronderkomens
d. niet beroepsmatig
verhuurde ruimten:
de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
woningen en andere verblijven, niet
zijnde mobiele kampeeronderkomens of
stacaravans, in hoofdzaak bestemd
voor en gebezigd als verblijf voor
vakantie en andere recreatieve
doeleinden;
tenten vouwwagens, kampeerauto's,
toercaravans en soortgelijke onderkomens
dan wel soortgelijke voertuigen welke
bestemd zijn dan wel gebezigd worden als
verblijf voor vakantie en andere
creatieve doeleinden;
woningen en andere verblijven, of
gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele
kampeeronderkomens of stacaravans, welke
niet in hoofdzaak bestemd zijn als
verblijf voor vakantie en andere recrea
tieve doeleinden, doch wel in bepaalde
perioden van het jaar voor die
doeleinden worden verhuurd dan wel te
Blad 2
huur aangeboden;
e. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat
bestemd is voor gedurende een seizoen of
een jaar plaatsen van een zelfde mobiel
kampeeronderkomen of stacaravan.
Belastbaar feit
Artikel 2
Onder de naam "toeristenbelasting wordt een directe belasting
geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten
binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens,
mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten
en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook
door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn
opgenomen
Belastingplicht
Artikel 3
De toeristenbelasting wordt geheven van degene die
gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in
hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter
beschikking staande terreinen.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te
verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting
verschuldigd wordt.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belas
tingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene
die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Vrij stellingen
Artikel 4
1. De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot
verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van
hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter
zake van het verblijf in of het ter beschikking houden
van die woning forensenbelasting is verschuldigd;
2. van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in
artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een
asielberzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en
van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10