Blad 8 3.2 Juridische uitwerking Regie Zoals boven aangegeven wordt een onderscheid gemaakt tussen regie en uitvoering. Voor de regie is met name vanuit fiscale overwegingen gekozen voor het handhaven van de Gemeenschappelijke Regeling voor de SW. In de Gemeenschappelijke Regeling worden de bevoegdheden van de gemeenten voortvloeiend uit de nWsw overgedragen aan het bestuur van de regeling. Het bestuur van de Gemeenschappe lijke Regeling draagt de zorg voor werk onder aangepaste omstandigheden voor de burgers van de deelnemende gemeenten die naar het oordeel van de onafhankelijke indicatie commissie SW daarvoor in aanmerking komen. Daarmee draagt de Gemeenschappelijke Regeling ook de verantwoordelijkheid voor deze zorg. Voor de daadwerkelijke uitvoering van deze zorg sluit de Gemeenschappelijke Regeling een contract met de op te richten NV. De rijkssubsidie en de gemeentelijke bijdrage worden door de Gemeenschappelijke Regeling gebruikt om de uitvoering van de zorg in te kopen bij de NV. Met betrekking tot anderen met afstand tot de arbeidsmarkt blijft de regie bij de instantie die daarvoor verant woordelijk is. Dit kan de gemeente zijn, maar ook uitkeringsinstanties als het GAK of verzekerings maatschappijen. Ook deze instanties kunnen een contract voor arbeids(re)integratie afsluiten met de NV. Voor de gemeenten betekent dit dat zij op twee manieren gebruik kunnen maken van de NV: verplicht via de Gemeenschappel^ke Regeling voor die burgers die aangewezen zijn op de SW en vrijwillig voor die burgers die afstand tot de arbeidsmarkt hebben en onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Voor deze laatste groep kan de gemeente derhalve voor de meest passende aanbieder kiezen (geen verplichte winkelnering) Voortvloeiend uit het feit dat naast deze splitsing van regie en uitvoering ook sprake is van een fusie van Woudengroep en DSW Leeuwarden dient ook de gemeente Leeuwarden toe te treden tot de Gemeenschappelijke Regeling. Ook hieruit vloeit een wijziging van de regeling voort omdat er nu sprake is van acht (8) deelnemende gemeenten. Overigens heeft deze toetreding geen verandering van de structuur van de Gemeenschappelijke Regeling tot gevolg. Evenals de thans deelnemende gemeenten krijgt de gemeente Leeuwarden drie vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur waarvan één de portefeuillehouder uit het college van B en W is. Deze is tegelijk ook lid van het Dagelijks Bestuur Blad 9 Uitvoering De splitsing van regie en uitvoering heeft tot gevolg dat voor de uitvoering een zelfstandige juridische structuur wordt aangegaan. De voor de uitvoering benodigde NV zou in principe zowel door de Gemeenschappelijke Regeling kunnen worden opgericht (onderschikking) als door de afzonderlijke gemeenten (nevenschikking) In het eerste geval bezit de Gemeenschappelijke Regeling alle aandelen en in de tweede situatie bezitten de afzonderlijke gemeenten die ieder voor zich. Hoewel er enige praktische redenen voor pleiten om van onderschikking uit te gaan (fiscaal eenvoudiger; gemakkelijker besluitvorming)is tenslotte gekozen voor de principieel juistere optie om de deelnemende gemeenten de NV te laten oprichten. Naar het oordeel van beide besturen is er dan sprake van een betere scheiding van regie en uitvoering. Bij onderschikking heeft het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling een ongewenste dubbelrol, namelijk de rol van regievoerder voor de SW én die van enig aandeelhouder van de NV voor de uitvoering. De door de deelnemende gemeenten op te richten NV heeft naast de aandeelhoudersvergadering waarin de aandeelhouders vertegenwoordigd zijn (de afzonderlijke gemeenten) een raad van commissarissen. Deze raad bestaat uit vijf natuurlijke personen waarvan twee door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling worden benoemd en drie, waaronder de voorzitter, door de raad van commissarissen zelf, met in achtneming van de aanbeveling van de vergadering van aandeelhouders en de ondernemingsraad. Daarmee wordt het best voldaan aan de wens van onafhankelijke uitvoering met gelijktijdig voldoende uitoefening van het aandeelhouderschap door de gemeenten. Om een NV op te richten dienen aandelen gestort te worden. Het belang van de deelnemende gemeenten in Woudengroep per 31 december 2001 geldt als basis voor het aandelenkapitaal van de NV. Het vermogen op 31 december 2001 wordt daarvoor verdeeld naar rato van het aantal SW'ers die uit de deelnemende gemeenten geplaatst zijn bij Woudengroep. De gemeente Leeuwarden gaat in dezelfde verhouding haar deel aan het vermogen van de NV inbrengen. De aandelenverhouding zou op grond van het aantal SW'ers per 31 december 2000 als volgt geweest zijn (naar verwachting zal de situatie per 31 december 2001 hiervan niet zeer afwijken):

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 55