Blad 2
vertrouwensbreuk een aanbeveling kan doen tot ontslag; een
vergelijkbare positie als die in het benoemingsproces. Een
onherstelbare vertrouwensbreuk met de raad is evenwel niet
aan de orde, dus ook die optie is niet gevolgd.
De derde mogelijkheid is in onderling overleg tot een
overeenkomst te komen, waarna de burgemeester ontslag
aanvraagt. In bestuurlijke kringen wordt deze weg veelal
als de meest wenselijke en menselijke getypeerd. Daarom
hebben wij (burgemeester en wethouders) ook uiteindelijk
voor deze weg gekozen. De rol van de Commissaris der
Koningin als rijksheer in dit proces is die van verlengde
hand van de Kroon, namelijk adviseur van de Kroon. Hij
constateert in die rol dat de breuk onherstelbaar is,
toetst niet inhoudelijk, staat de partijen bij en stuurt de
regeling met zijn advies door naar de minister. De positie
van de Raad spitst zich in deze optie vervolgens toe op
twee elementen: informatie-inwinning (versus
informatieplicht van het college) en bekrachtiging van de
overeenkomst
Op 11 september 2001 heeft overleg plaats gevonden tussen
de Commissaris van de Koningin en het voltallige college
van burgemeester en wethouders. In dat overleg is van onze
kant het onoverbrugbare verschil naar voren gebracht en is,
na ampel beraad, van de kant van de gekozen leden van het
college geconcludeerd dat zij geen toekomst meer zien in de
samenwerking met de burgemeester. De Commissaris van de
Koningin heeft vastgesteld dat de breuk onherstelbaar is en
heeft ons geadviseerd in gezamenlijk overleg tot een
overeenkomst te komen. De Commissaris is intensief en
constructief bij het proces betrokken geweest als adviseur
van de Kroon en als adviseur van de partijen.
Omdat de fractievoorzitters en wij hebben gekozen voor de
mogelijkheid om in onderling overleg tot een overeenkomst
te komen, die zou leiden tot de ontslagaanvraag van de
burgemeester, gingen wij ervan uit dat er geen openbaar
raadsdebat zou komen. Overigens heeft het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zeer onlangs
laten weten dat uw Raad de overeenkomst dient te
bekrachtigen. Het eerder geconstateerde politieke draagvlak
kan nu openbaar worden bekrachtigd.
De geheimhoudingsclausule in die overeenkomst is met name
stof geweest voor maatschappelijke discussie. Die clausule
had de uitdrukkelijke bedoeling zo integer, waardig en
zorgvuldig mogelijk met elkaar om te gaan. Om die wens
sterk te verankeren, meenden wij er goed aan te doen dit
met een vergoedingssom te verstevigen. Er zijn echter veel
misverstanden ontstaan over dit onderdeel uit de
overeenkomst. Omdat het ons vooral om de intentie gaat
stellen wij voor geen gebruik meer te maken van deze
clausule
r<'