Blad 2
brandweer en rampenbestrijding (Nibra) is verzocht hierin
een initiërende rol te spelen. Gelijktijdig is door de
provincie aandacht besteed aan het ontwikkelen van een
toetsingskader. Bij het ontwikkelen van dit plan is hiermee
rekening gehouden. Het is verheugend te constateren dat bij
de ontwikkeling van het provinciaal model het rampenplan
van Leeuwarden als basismodel heeft gediend. Het model
rampenplan is in het algemeen bestuur van de Regionale
Brandweer/CPA Fryslan in juli 2001 vastgesteld en
vervolgens de gemeenten ter vaststelling aangeboden.
Tijdens een bijeenkomst van de Commissaris van de Koningin
in de provincie Fryslan met de burgemeesters van de Friese
gemeenten op 25 september 2001 is afgesproken dat zo
spoedig mogelijk het gemeentelijk rampenplan naar het
modelrampenplan van de regionale Brandweer Fryslan in alle
Friese gemeenten wordt vastgesteld.
Overeenkomsten en verschillen tussen huidige gemeentelijk
rampenplan en het modelrampenplan
Het modelrampenplan is afgeleid van het in 1999
vastgestelde rampenplan van de gemeente Leeuwarden.
De procesmatige benadering en de systematische beschrijving
in "processen" is nagenoeg geheel overgenomen. De structuur
van de rampbestrijding is op het gebied van leiding en
bevelvoering onveranderd gebleven. Ook voor wat betreft de
rampbestrijdingsorganisatie is de scheiding tussen de
bestuurlijke component en operationele component binnen de
gemeentelijke rampenstaf gehandhaafd. Het kenmerkende
verschil ligt in het feit dat de operationele component
(het Operationele team binnen de gemeentelijke rampenstaf)
wordt gesplitst in een gemeentelijk deel (Stadskantoor) en
een deel, samengesteld uit vertegenwoordigers van hulpver
leningsdiensten (Brandweerkazerne)De vertegenwoordigers
van hulpverleningsdiensten vormen het Regionaal Operatio
neel Team. Vanuit het Regionaal Coördinatiecentrum worden
de rampbestrijdingsactiviteiten door hulpverleningsdiensten
gecoördineerd. Door deze constructie wordt bereikt dat op
regionale schaal één centraal operationeel aanspreekpunt
wordt ingesteld en dat van hieruit een gecoördineerde
aansturing van parate diensten plaats vindt. Dit aanspreek
punt is "op afstand" beschikbaar voor de gemeentelijke
rampenstaven. Ook wordt hierdoor de problematiek weggenomen
dat indien meerdere gemeenten op enigerlei wijze betrokken
raken bij rampsituaties het onmogelijk is voor de
hulpverleningsdiensten vertegenwoordigers te leveren voor
alle rampenstaven. Verder wordt de continuïteit in
operationele coördinatie vanuit het centrale aanspreekpunt
gewaarborgd
Ten behoeve van de eenduidigheid inzake de advisering aan
de burgemeester wordt, namens de operationeel leider, 1
liaison vanuit het Regionaal Operationeel Team namens de
drie hulpverleningsdiensten in het beleidsteam opgenomen.