Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
2 ORGANISATIE VAN DE RAMPENBESTRIJDING
2.1 Inleiding
Een ramp of zwaar ongeval kenmerkt zich door de omvangrijke inzet van meerdere disciplines.
Voor een effectieve en efficiënte bestrijding zijn een goede samenwerking, leiding, aansturing
en vooral coördinatie vereist.
Dit hoofdstuk geeft de hoofdlijnen hiervoor aan. Hierin wordt aandacht besteed aan de
bestuurlijke leiding, de operationele leiding en de technische leiding.
De structuur van de rampenbestrijding bestaat uit een drietal hiërarchische niveaus:
a. Strategisch. Op dit niveau worden de beleidskaders vastgesteld waarbinnen de
rampenbestrijdingsorganisatie op gaat treden;
b. Tactisch. Op dit niveau wordt de tactiek van het optreden bepaald binnen de gestelde
beleidskaders;
c. Uitvoerend. Op dit niveau wordt de daadwerkelijke uitvoering van activiteiten en de
daarbij behorende uitvoeringscoördinatie geregeld.
2.2 Bestuurlijke coördinatie
(Strategisch niveau)
2.2.1 De burgemeester
Het is primair de burgemeester die, op grond van een waardering van feiten en
omstandigheden, beoordeelt of er sprake is van een (dreigende) ramp of zwaar ongeval
en of de in het rampenplan omschreven organisatie en werkwijze van toepassing is.
Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 1 la WRZO informeert hij alsdan onverwijld
de burgemeesters van de aangrenzende gemeenten, de voorzitter van de Regionale
Brandweer Fryslan en de Commissaris van de Koningin.
De burgemeester heeft in geval van een (dreigende) ramp of zwaar ongeval het
opperbevel. Het begrip "opperbevel" omvat een tweetal noties:
a. iedereen die aan de feitelijke bestrijding deelneemt, staat onder het gezag van de
burgemeester. Het gaat daarbij om de bevelvoering en coördinatie op strategisch
niveau, gericht op het stellen van prioriteiten in de bestrijdingsactiviteiten;
b. de burgemeester draagt de politiek-bestuurlijke eindverantwoordelijkheid voor de
bestrijding op lokaal niveau.
Ingeval van een ramp of zwaar ongeval laat de burgemeester zich bijstaan door een door
hem samengestelde gemeentelijke rampenstaf. Het college van burgemeester en
wethouders treft waarborgen voor het doelmatig en doeltreffend kunnen functioneren
van de rampenstaf. Daarin betrekt het college in elk geval de alarmeringsregeling, de
personele organisatie en de technische infrastructuur.
5