Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
PROCES 5 b EVACUEREN
Proces verantwoorde 1 ij k
gemeentelijke dienst Welzijn
Referentie
Wet rampen en zware ongevallen, artikel 4g;
noodverordeningen
Doel
Het op last van de overheid verplaatsen van groepen personen, teneinde de mogelijke
schadelijke gevolgen van een incident/calamiteit (of dreiging daarvan) voor de
betrokkenen zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.
Veilig stellen van bijzondere (kunst)objecten:
Ingeval van evacuatie het opslaan van goederen van vitaal belang/cultuurhistorische
waarde.
Doelgroep
Alle personen en - zo mogelijk - dieren en vee die zich in het bedreigde gebied
bevinden.
Bijzondere (kunst)objecten in het bedreigde gebied.
Aandachtspunten
De beslissing tot evacuatie wordt door de burgemeester genomen. De verplaatsing van
personen binnen de gemeente geschiedt onder zijn verantwoordelijkheid. Verplaatsing
van personen buiten de gemeente geschiedt eerst na verkregen toestemming van de
Commissaris van de Koningin.
Van verplaatsing van personen buiten de gemeente worden de burgemeesters van de
doorvoer- en opnemingsgemeenten tijdig ingelicht.
De bevolking wordt door middel van berichtgeving (zie proces 4: "Waarschuwen van de
bevolking") op de hoogte gebracht tot het besluit van evacuatie. Hierbij dient duidelijk
te worden aangegeven: evacuatiegebied, wijze van evacuatie (transport, routering, etc.),
tijdstip van start evacuatie en opvanglocatie(s).
Uitvoering
Waarschuwing/alarmering door brandweer/politie, onder verantwoordelijkheid van
dienst Algemene Zaken, sectorhoofd Communicatie/ Voorlichting.
Uitvoering van de ontruiming (opstapplaatsen, begeleiding) door politie/brandweer.
Aanwijzen en inrichten van opvangcentra door dienst Welzijn.
Controle op de ontruiming en bewaking ontruimde gebied door politie.
Vervoer van niet-zelfredzame personen door GHOR. Opslaan van goederen van
cultuur-historische waarde door dienst Stadsontwikkeling en -beheer.
Verdere uitvoering conform draaiboek: "Evacuatie".
Eventueel in te schakelen
Vervoerbedrijven, ziekentransportondememingen, Nederlandse Rode Kruis, militair
transport, takelbedrijven, dierenambulances, particuliere ondernemingen, e.d.
Opmerking
Dit proces is onlosmakelijk verbonden met het proces "Ontruiming". Ook heeft dit
proces een relatie met opvangen en verzorgen (proces 14) en het instellen van een
Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) (proces 15).
24
Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
PROCES 6 AFZETTEN EN AFSCHERMEN
Proces verantwoorde 1 ij k
politie district Midden-Friesland
Referentie
Politiewet 1993
Doel
Het ten tijde van een incident/calamiteit (of dreiging daarvan) zorgdragen voor:
- het zoveel mogelijk ongestoord kunnen laten plaatsvinden van de
hulpverleningsactiviteiten.
- het beperken van schadelijke gevolgen voor de bevolking.
Doelgroep
De bevolking.
De bij de hulpverlening betrokken organisaties/personen.
Het publiek.
Aandachtspunten
De eerst-aankomende eenheden dragen zo nodig/zo mogelijk zelf zorg voor afzetting/
afscherming van de plaats incident. Afzetting van wegen vindt plaats.
Voorwaarden dienen te worden opgesteld ten behoeve van andere hulpdiensten en het
toezicht op in- en uitgaand verkeer.
Naast het verkeer over de weg zal ook aandacht moeten worden besteed aan water-,
spoorweg- en luchtverkeer.
Informeren van het publiek.
Uitvoering
Operationele informatievoorziening door politie.
Bepaling aanrijroutes en toezicht op naleving door politie.
Beschikbaarstellen van afzettings- en markeringsmateriaal door politie, gemeentelijke
dienst Stadsontwikkeling en -beheer.
Aanbrengen afzettingen/verwijsborden door politie, gemeentelijke dienst
Stadsontwikkeling en -beheer.
Verdere uitvoering conform draaiboek "Afzetten en afschermen".
Eventueel in te schakelen
ME-eenheden uit eigen regio met eventuele bijstand uit andere regio's, Koninklijke
Marechaussee, Korps Landelijke Politiediensten, militaire eenheden. Rijkswaterstaat.
Nederlandse Spoorwegen.
Opmerking
Dit proces sluit nauw aan bij ontruimen/evacueren (processen 5,5a).
Gezien het doel van afzetten/afschermen is er een bijzondere relatie met het "regelen
van het verkeer" (proces 7). Verder is er een relatie met de logistieke ondersteuning
(proces 21).
25