I I ff Rampenplan van de gemeente Leeuwarden PROCES 9 ONTSMETTEN VAN MENS EN DIER Procesverantwoordelijk Referentie GGD Fryslan Brandweerwet 1985, artikel 3, lid 2 Doel Het zo snel mogelijk ontsmetten van mens en dier om de gevolgen van chemische, biologische en/of radioactieve besmetting (in- en/of uitwendig) te voorkomen, dan wel te beperken. Doelgroep De bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen. De bevolking. Dieren en vee. - Aandachtspunten De GGD bepaalt of ontsmetting noodzakelijk is en bepaalt de wijze van ontsmetting. De brandweer is verantwoordelijk voor de uitwendige ontsmetting. De GGD is verantwoordelijk voor de inwendige ontsmetting. Bij dreiging van een incident/calamiteit kunnen moeten preventieve maatregelen worden genomen. Vastgesteld wordt de aard. omvang en de graad van de besmetting, welke ontsmettingsmaatregelen dienen te worden getroffen. Rekening dient te worden gehouden met ontsmetting van persoonlijke bezittingen, huisdieren en andere zaken met gevoelswaarde. Verder dient de bevolking en de hulpverleningsketen betreffende deze activiteiten te worden geïnformeerd. Uitvoering GGD en de brandweer. Uitvoering conform draaiboek: "Ontsmetten van mens en dier". Eventueel in te schakelen Nederlandse Rode Kruis, EHBO-verenigingen, Waterschappen. Ministerie VROM. Ministerie WVS. Inspectie voor de Gezondheidszorg, Veterinaire Inspectie voor de Volksgezondheid, Ministerie van Defensie. Opmerking Dit proces kan onderdeel uitmaken van evacuatie (proces 5b Ook kan bij ontsmetting van personen ontsmetting van materieel aan de orde zijn (proces 10). Bij inwendige besmetting is er een nauwe relatie met processen voor preventieve volksgezondheid en medisch hygiënische maatregelen (proces 12). 28 Rampenplan van de gemeente Leeuwarden PROCES 10 ONTSMETTEN VAN VOERTUIGEN EN INFRASTRUCTUUR Procesverantwoordelijk Brandweer Leeuwarden Referentie Brandweerwet 1985, artikel 3, lid 2 Doel Het voorkomen van uitbreiding van radioactieve, chemische en/of biologische besmetting, alsmede het in stand houden van de hulpverleningsketen naar en van het ongevals- c.q. rampterrein. Doelgroep De bij de hulpverlening betrokken voertuigen (hulpverleningsmaterieel, ambulances). Indien mogelijk, het ontsmetten van de infrastructuur ter plaatse van het brongebied. Aandachtspunten Rekening moet worden gehouden met de opvang en afvoer van afvalproducten ten gevolge van de ontsmetting. Maatregelen dienen te worden getroffen ter ontsmetting en het informeren van de hulpverleningsketen. Uitvoering Brandweer. Uitvoering conform draaiboek: "Ontsmetten van voertuigen en infrastructuur". Eventueel in te schakelen Eigenaren infrastructuur. Waterschappen, Ministerie van VROM, Ministerie van Defensie, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Inspectie Gezondheidsbescherming. Opmerking Dit proces sluit nauw aan bij ontsmetting van personen (proces 9) en bij besmetting van de bodem en oppervlaktewater, welke ernstige gevolgen kan hebben voor het milieu (proces 29). 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 159