Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
PROCES 13 GENEESKUNDIGE HULPVERLENINGSKETEN
Procesverantwoordelijk GHOR-bureau Noord Nederland
Referentie Wet rampen en zware ongevallen, artikel 4h;
Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen en
Wet ambulancevervoer, Besluit Rode Kruis 1988.
Doel
Het garanderen van snelle en hoogwaardige geneeskundige hulp direct na het ontstaan
van een ramp of een zwaar ongeval. Het gaat hier om een keten van samenhangende en
georganiseerde medische en paramedische handelingen, vanaf het opsporen van
gewonden, eerste hulp, transport tot het moment dat verdere behandeling in een
ziekenhuis niet meer nodig is.
Doelgroep
Gewonde (ambulante) slachtoffers.
Aandachtspunten
Uitgegaan wordt van een groeigedachte, waarbij de dagelijkse situatie het uitgangspunt
vormt en afhankelijk van de rampomstandigheden de geneeskundige organisatie zonder
ombouw van organisatieonderdelen doorgroeit naar een grootschalige opzet.
Allen die deelnemen aan de geneeskundige hulpverlening op het rampterrein staan
onder operationele leiding van de Regionaal Geneeskundig Functionaris.
Indien sprake is van een groot aantal gewonden, kan de keten worden gesplitst in een
hoofd- en een nevenketen. De hoofdketen is gericht op gewonden die wegens de ernst
van hun verwondingen zo snel mogelijk in een ziekenhuis moeten worden opgenomen.
De nevenketen, indien aanwezig, is bedoeld voor (ambulante) gewonden die in een
behandelcentrum kunnen worden geholpen om vervolgens naar huis te keren of om te
worden opgevangen in een opvangcentrum.
Uitvoering
GHOR; redding in samenwerking met brandweer;
Uitvoering conform procedure GHOR.
Eventueel in te schakelen
Ambulancediensten, Ziekenhuizen, Geneeskundige combinatie(s) inclusief Mobiel
Medische Teams, thuiszorg, huisartsen. Vervoersbedrijven.
Opmerking
Deze activiteiten staan in nauwe relatie met opvangen en verzorgen (proces 14) en
registratie van slachtoffers (proces 15). Het is zaak zo vroeg mogelijk over te gaan tot
opneming van personalia en verdere gegevens van slachtoffers ten behoeve van het
CRIB.
32
Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
PROCES 14 OPVANGEN EN VERZORGEN
Procesverantwoordelijk
gemeentelijke dienst Welzijn
Referentie
Wet rampen en zware ongevallen, artikel 4i
Doel
Het opvangen van daklozen, evacués en behandelde gewonden, inclusief dieren, voor de
periode dat de getroffenen nog niet naar hun huis kunnen terugkeren.
Doelgroep
(Licht) gewonden.
Daklozen/evacués.
Dieren.
Aandachtspunten
Op het rampterrein wordt een onderscheid gemaakt tussen gewonden die verder moeten
worden behandeld in een ziekenhuis en gewonden die na behandeling naar een
opvangcentrum, dan wel naar huis kunnen terugkeren.
De burgemeester draagt er zorg voor dat de gewonden/slachtoffers die niet
gehospitaliseerd hoeven te worden, het rampterrein zo spoedig mogelijk kunnen
verlaten of daarvan worden afgevoerd en worden ondergebracht in opvangcentra.
Bepalen van aantal en locaties van de benodigde opvangcentra.
Registeren van betrokkenen, zorg voor voedselvoorziening, kleding en eventueel
psychische verzorging.
Uitvoering
Begeleiding, verzameling, verwijzing en keuze opvangcentra in acute situaties door
politie; overige door de dienst Welzijn.
Logistieke verzorging, aanwijzing, inrichting en beheer opvangcentra door dienst
Welzijn.
Registratie ten behoeve van het CRIB door dienst Welzijn; coördinatie door hoofd
CRIB, dienst Algemene Zaken.
Bekendmaking opvangcentra door sector Communicatie, dienst Algemene Zaken.
Begeleiding terugkeer door politie/GHOR.
Psychosociale zorg via GHOR door Gemeenschappelijke Gezondheidszorg (GGZ).
Uitvoering conform draaiboek: "Opvang en verzorging" dienst Welzijn.
Eventueel in te schakelen
Nederlandse Rode Kruis, maatschappelijke en pastorale verzorger(s), militaire bijstand,
dierenambulance/dierenartsen, Veterinaire Inspectie voor de Volksgezondheid,
huisartsen, GGZ.
Opmerking
Dit proces kan niet los worden gezien van ontruimen/evacueren (proces 5a en 5b) en
eventueel psychosociale hulp (proces 24), voorziening in primaire levensbehoeften
(proces 22). Voorlichting (proces 3), afzetten/afschermen (proces 6), verkeer regelen
(proces 7) en
begidsen (proces 19)
Opvang en verzorging speelt zich veelal af buiten het rampterrein. Dit zal zo spoedig
mogelijk moeten plaatsvinden overeenkomstig het vastgestelde draaiboek, waarin de
wijze waarop en de uitvoering zijn aangegeven.
33