Rampenplan van de gemeente Leeuwarden PROCES 16 IDENTIFICATIE VAN OVERLEDENEN Procesverantwoordelijk politie district Midden-Friesland Referentie Politiewet 1993. Doel Het vaststellen van de identiteit van overleden slachtoffers. Doelgroep De familie/relaties van de overleden slachtoffers. Officier van Justitie. Gemeente, ten behoeve van het CRIB en actiecentrum Voorlichting. Aandachtspunten Vanaf het rampterrein worden de overleden slachtoffers voor identificatie, lijkschouw en kisting naar de morgue overgebracht. Vanaf de morgue worden de overledenen vervoerd naar de chapelle ardente, waar zij worden opgebaard. Het is van belang de plaats van de lichamen en voorwerpen nauwkeurig vast te stellen en te registreren. Nader justitieel onderzoek kan dit vereisen. Identificatie is een zaak van politie, onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Identiteitsvaststelling vindt plaats opdat informatie aan de doelgroepen kan worden gegeven, de uitvaartverzorging ter hand kan worden genomen en dat zonodig een nader justitieel onderzoek kan plaatsvinden. Het vrijgeven van namen van overleden slachtoffers gebeurt niet dan nadat familie van de slachtoffers is geïnformeerd. Uitvoering Identificatie en registratie van gegevens ten behoeve van het CRIB door politie. Uitvoering conform draaiboek: "Identificatie van de overledenen". Eventueel in te schakelen Technische Recherche, Rampen Identificatie Team (RIT), Dienst Algemene Zaken (verificatie gegevens met GBA en burgerlijke stand), Opmerking Indien de doodsoorzaak een ongeval met radioactieve of chemische stoffen is of een besmettelijke ziekte, wordt de overledene niet behandeld zonder speciale toestemming met instructies van artsen (proces 13), stralingsdeskundigen of van deskundigen gevaarlijke stoffen (proces 9). Identificatie van slachtoffers levert gegevens op ten behoeve van het proces registreren van slachtoffers (proces 15). Bij zeer grote aantallen slachtoffers kan op advies van de GHOR besloten worden tot het inrichten van noodbegraafplaatsen (proces 17). 36 Rampenplan van de gemeente Leeuwarden PROCES 17 UITVAARTVERZORGING Proces verantwoorde 1 ij k gemeentelijke dienst Welzijn Referentie Wet op de Lijkbezorging Doel Het garanderen dat (grote aantallen) overleden slachtoffers op zorgvuldige wijze ter aarde worden besteld, ondanks tijdsdruk, gebrek aan begraafmogelijkheden en/of de eventuele gevaren voor de volksgezondheid. Doelgroep De familie/relaties van de overleden slachtoffers. Aandachtspunten Waar mogelijk wordt de normale gang van zaken gevolgd, namelijk dat de uitvaartverzorging zoveel mogelijk dient plaats te vinden overeenkomstig de wens van (de nabestaanden van) de overledene. Een codicil bezit echter geen rechtskracht. In rampsituaties zal hier veelal dan ook geen rekening mee kunnen worden gehouden. Slechts wanneer dit niet mogelijk is (door te grote aantallen of een gevaar voor de volksgezondheid) zal de uitvaartverzorging collectief plaatsvinden. In het kader van de nazorg voor de nabestaanden kan het van groot belang zijn dat een algemene '■herdenkingsdienst" wordt georganiseerd. Uitvoering Bepaling locaties en inrichten morgue/chapelle ardente/noodbegraafplaatsen door dienst Stadsontwikkeling en -beheer. Regeling transport overledenen door dienst Welzijn. Regeling begrafenis/crematie/algemene rouwdienst door dienst Welzijn. Uitvoering conform draaiboek: "Uitvaartverzorging Eventueel in te schakelen Uitvaartondernemingen, geestelijken, Inspectie voor de Gezondheidszorg ten behoeve van advisering met betrekking tot de volksgezondheid. Opmerking Dit proces sluit aan op proces 16 (identificatie van slachtoffers) en registratie en kennisgeving aan verwanten (proces 15). 37

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 163