inmrnfMMEtaMHM
M-
K
m
m
Rampenplan van de gemeente Leeuwarden
Bijlage 1: Begrippenlijst
Wet rampen en zware ongevallen, art. 4a
Het gemeentelijk rampenplan dient een opsomming te bevatten van gebruikte
begripsomschrijvingen. Met de Handleiding Rampenbestrijding heeft de Minister van
Binnenlandse Zaken een lijst van begripsomschrijvingen gepubliceerd.
Deze omschrijvingen zijn in het hierna volgende alfabetische overzicht opgenomen.
Daaraan toegevoegd zijn enkele op de huidige praktijk gebaseerde begrippen.
Begrippen
1Actiecentrum
De plaats van waaruit een dienst of organisatie de eigen bijdrage aan de
rampenbestrijding regelt (zie ook gemeenschappelijk actiecentrum).
2. Acute rampvoorlichting
Voorlichting die plaatsvindt wanneer een ramp dreigt, zich voltrekt of zojuist heeft
plaatsgevonden en die erop gericht is de bevolking adequaat te laten reageren op
de actuele omstandigheden om zo schadelijke gevolgen te vermijden, te beperken
of ertegen op te treden.
3. Alarmeren
Het geven van een attentiesignaal dat, al of niet via hetzelfde medium, dient te
worden gevolgd door een oproep (eenheden/diensten) of een waarschuwing (o.a.
publiek). Zie ook: waarschuwen.
4. Ambulancebijstandsplan
Een plan waaruit blijkt hoe, waar en binnen hoeveel tijd ambulancebijstand te
verkrijgen is.
5. Ambulancehulpverlening
Het op de plaats incident uitvoeren door ambulancepersoneel van medische
handelingen die zijn gericht op het behoud of herstel van vitale functies.
6. Ambulancestation
De plaats in het rampterrein waar het gewondenvervoer naar ziekenhuizen word
geregeld.
7. Behandelcentrum
Een plaats waar lichtgewonde slachtoffers van een ongeval/ramp, die niet in een
ziekenhuis behoeven te worden opgenomen, worden bijeengebracht voor een
medische behandeling.
8. Beleidscentrum
De plaats waar een beleidsteam functioneert.
9. Beleidsteam
Orgaan binnen van de rampenstaf, waarbinnen onder voorzitterschap van
burgemeester of Commissaris van de Koningin, besluitvorming, beleidsbepaling
en beleidscoördinatie plaatsvindt.