Blad 2
Geen overschrijding van het toegestane geluidsniveau
op vastgestelde geluidszones rond industrieterreinen;
bedrijfsontwikkelingen worden niet belemmerd.
4. Ruimtelijke inpasbaarheid.
5. Voorkoming radarstoring vliegbasis.
ad. 1 Provinciaal beleid
Op 4 oktober 2000 hebben Provinciale Staten het nieuwe
windmolenbeleid in de vorm van 'streekplan Windstreek 2000'
vastgesteld. De provincie beoogt hiermee om het opwekken
van windenergie op een landschappelijk aanvaardbare manier
mogelijk te maken.
De rijksoverheid heeft als doel gesteld om in het jaar 2010
5% duurzame energie op te wekken. Provincie Fryslan heeft
met het Rijk een convenant afgesloten met voor de provincie
een taakstelling van 200 MW opgesteld vermogen. Dit zou
betekenen dat meer dan de helft van de huishoudens in
Friesland kan worden voorzien met door windturbines
opgewekte stroom.
De rol van de provincie hierbij is met name voorwaarden
scheppend; er moet voldoende planologische ruimte zijn voor
zowel solitaire turbines als voor windturbineclusters.
In Windstreek is sprake van drie beleidscategorieën:
1. Afsluitdijk.
2. Opschalingsclusters
3. Solitaire turbines.
1. Afsluitdijk
Voor het realiseren van de vermogensdoelstelling van 200 MW
wordt ingezet op de optimale benutting van de locatie
Afsluitdijk. Dit interprovinciale project levert ongeveer
300 MW aan opgesteld vermogen op, waarvan de helft wordt
toegewezen aan Fryslan 150 MW. Het bereiken van de
provinciale doelstelling is met name afhankelijk van het
slagen van het afsluitdijkproject. Het slagen van dit
project is mede afhankelijk van medewerking van het Rijk.
Indien het Rijk geen medewerking verleent aan dit project,
dan zal de provincie het convenant met het Rijk
heroverwegen
2. Opschalingsclusters
Een opschalingscluster bestaat uit 2 tot 10 turbines. Per
gemeente is maximaal één opschalingscluster toegestaan.
De provincie verleent alleen medewerking aan opschalings
clusters ter vervanging van bestaande solitaire turbines.
Eventuele nieuwe initiatiefnemers mogen voor maximaal 50%
van het totale aantal turbines participeren in de
opschalingscluster. Dit betekent, dat minimaal 50% van de
cluster bestaat uit turbines, die dienen ter vervanging van
solitaire turbines.
Blad 3
Bij een opschalingscluster van 10 turbines dienen derhalve
vijf bestaande solitaire turbines te worden verwijderd.
Deze te verwijderen turbines kunnen zich in de gehele
provincie bevinden.
De maximale masthoogte van de turbines in opschalings
clusters op of aansluitend bij bedrijventerrein en langs
grootschalige structuurbepalende elementen bedraagt 60
meter
De cluster dient bij voorkeur geplaatst te worden op of
aansluitend bij een bedrijventerrein. Hierbij wordt wel het
uitgangspunt gehanteerd, dat een windmolencluster niet ten
koste mag gaan van de ruimte voor bedrijfsvestigingen.
Als er geen mogelijkheid bestaat om een windmolencluster op
een bedrijventerrein te situeren, dan kent Windstreek een
aantal alternatieve locaties.
3. Solitaire windmolens
De provincie zal er op toezien dat er behoedzaam wordt
omgegaan met de plaatsing van solitaire windturbines.
Solitaire windmolens zijn alleen mogelijk op of aansluitend
bij bedrijventerreinen.
De maximale masthoogte voor solitaire turbines op of
aansluitend bij een bedrijventerrein in de stedelijke of
regionale centra bedraagt 60 meter.
In principe is het ook mogelijk om solitaire windmolens te
plaatsen wanneer er reeds een cluster op of bij het terrein
is geplaatst. Aan het plaatsen van solitaire windmolens op
bedrijventerreinen moet een landschappelijke juiste
inrichtingsschets te liggen. Dit betekent dat er aan een
solitaire windmolen vanuit landschappelijk oogpunt
beperkingen kunnen worden opgelegd, bijvoorbeeld ten
aanzien van de situering en de hoogte.
Ad 2 Het maximalisering van de opbrengst
Vanuit de klimaatdoelstellingen van de gemeente Leeuwarden
moeten er forse inspanningen worden geleverd op het gebied
van energiebesparing en duurzame energie. Dit om de
gemeentelijke doelstelling te realiseren, nl10% C02
reductie in 2010 ten opzichte van 1990.
Naast zonne-energie (zonneboilers en zonnepanelen) speelt
wind daarin een belangrijke rol. Mede door het locatie-
beleid van de provincie, wat overigens goed aansluit bij
het eerdere gemeentelijke windplan, is het aantal molens
gelimiteerd en zal er dus gestreefd moeten worden naar
maximalisatie van opbrengst per locatie.