Blad 12 De Hemrik 1. Geluidszonering De Hemrik is een gezoneerd bedrijventerrein. Door middel van een akoestisch onderzoek moet aangetoond worden dat voldaan kan worden aan de geluidsvoorwaarden ter plaatse van de geluidszone en bedrijfswoningen. Tevens moet hieruit blijken dat de omringende bedrijven in de bedrijfsvoering niet door de windmolen worden gehinderd. 2. Ruimtelijke inpasbaarheid Bij de ruimtelijk inpasbaarheid zijn met name de situering van de molens en de masthoogte van belang. Mede op basis van de ruimere mogelijkheden van Windstreek 2000 achten wij een verruiming van de maximale masthoogte van 40 meter naar 50 meter op De Hemrik aanvaardbaar. Overeenkomstig de eerder vermelde ruimtelijke uitgangs punten, bedraagt bij een masthoogte van 50 meter de minimale afstand tot de woonbebouwing, die buiten het bedrijventerrein is gesitueerd, 500 meter. Zoals vermeld biedt Windstreek 2000 de mogelijkheid om solitaire windmolens te realiseren met een masthoogte van 60 meter. Mede gezien het feit dat De Hemrik grenst aan een woonwijk vinden wij deze maximale maat niet wenselijk. Wel achten wij enige verhoging van de masthoogte tot 50 meter aanvaardbaar. De totale bouwhoogte van de windmolen, inclusief wieken, bedraagt dan ongeveer 75 meter. Zoals reeds eerder aangegeven, was op grond van het beleid van 1996 de bouw van windturbines met masthoogtes van 40 meter toegestaan. Echter op grond van het oude beleid worden er geen beperkingen opgelegd aan de situering van de molens. Op basis hiervan zou in principe (met inachtneming van geluidszone) een turbine op betrekkelijk korte afstand tot de woningen in Camminghaburen kunnen worden gebouwd. Op grond van de nieuwe beleidsregels zullen de molens op een minimale afstand van 500 meter tot de woningen worden gebouwd Verder is het gebruikelijk dat er ruimere bebouwings mogelijkheden gelden op bedrijventerreinen. Op de Hemrik bedraagt de maximale bouwhoogte voor bedrijfs- bebouwing 15 meter. Het bestemmingsplan biedt met vrijstel ling de mogelijkheid om gebouwen met een hoogte van 25 meter te realiseren. Het bestemmingsplan biedt met binnen- planse vrijstelling tevens de mogelijkheid bouwwerken geen gebouwen zijnde (zoals bijvoorbeeld windturbines) op te richten met een bouwhoogte van 50 meter. Op dit moment is de bebouwing ter plekke in horizontale zin .dan ook al redelijk grootschalig van karakter. Blad 13 Allesoverwegende achten wij turbines met een masthoogte van maximaal 50 meter binnen het aangewezen gebied uit steden bouwkundig opzicht aanvaardbaar. Het is de verwachting dat binnen deze randvoorwaarden op De Hemrik ongeveer 2 a 3 windturbines (al dan niet met beperkingen in de bedrijfs- duur) kunnen worden geplaatst. Alle windmolens op de Hemrik krijgen een masthoogte van 50 meter waardoor er samenhang tussen de molens ontstaat. 3. Verstoring radarontvangst Niet van toepassing. Conclusie Windturbines toegestaan met een maximale masthoogte van 50 meter op een minimale afstand van 500 meter tot de woonbebouwing; door middel van een akoestisch onderzoek moet aangetoond worden dat voldaan kan worden aan de geluidsvoorwaarden ter plaatse van de geluidszone en bedrijfswoningen. Ook zal moeten worden aangetoond dat de omringende bedrijven niet in de bedrijfsvoering worden beperkt door de plaatsing van de windmolens. Leeuwarden West 1. Geluidszonering Leeuwarden West is een gezoneerd bedrijventerrein. Door middel van een akoestisch onderzoek moet aangetoond worden dat voldaan kan worden aan de geluidsvoorwaarden ter plaatse van de geluidszone en bedrijfswoningen. Tevens moet hieruit blijken dat de omringende bedrijven in de bedrijfs voering niet door de windmolen wordt gehinderd. 2. Ruimtelij ke inpasbaarheid Bij de ruimtelijk inpasbaarheid zijn met name de situering van de molens en de masthoogte van belang. Mede op basis van de ruimere mogelijkheden op grond van Windstreek 2000 achten wij een maximale masthoogte van 50 meter ter plekke aanvaardbaar. Overeenkomstig de eerder vermelde randvoorwaarden, dient bij een masthoogte van 50 meter een minimale afstand van 500 meter tot de woonbebouwing (buiten het bedrijventerrein) te worden aangehouden. 3. Verstoring radarontvangst Defensie heeft aangegeven, dat het gebied ten noorden van de Fahrenheitweg en de Marshallweg niet geschikt is voor de plaatsing van windturbines. Voor het zuidelijke deel van het bedrijventerrein zijn er waarschijnlijk wel mogelijkheden. Alle afzonderlijke aanvragen zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan defensie. Hierbij wordt gekeken naar de masthoogte,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 200