Blad 6 houden veiligheidszones. Op grond hiervan zou rondom de vuurwerkbedrijven in het plangebied een veiligheidszone moeten worden aangehouden van 800 meter, waarbinnen geen woningen en andere gevoelige bestemmingen (zoals bedrijfsgebouwen) aanwezig zouden mogen zijn. Naar aanleiding hiervan is ons college tot de conclusie gekomen dat het handhaven van de vuurwerkbedrijven in het plangebied problematisch zou kunnen worden. Ook kon de ontwikkeling van het businesspark, vooruitlopende op het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan niet zonder meer worden voortgezet Hierover is contact gezocht met het ministerie van VROM en met de betrokken bedrijven. Dit heeft geleid tot een intensief overleg met de betrokken partijen. Het resultaat hiervan is dat er in ieder geval concreet uitzicht is op de verplaatsing van de meest gevaarzettende vuurwerk activiteiten. Uitgangspunt is te komen tot bedrijfs beëindiging via een met de exploitanten aan te gane (vrijwillige) regeling. De integrale wettelijke regeling voor vuurwerk, het Vuurwerkbesluit, is er overigens nog niet. De exacte regeling van de veiligheidszone is dan ook nog niet bekend. Het ontwerp van het Vuurwerkbesluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 26 februari 2001 (nr. 40, pag. 12) In het ontwerp-Vuurwerkbesluit wordt een groot verschil gemaakt tussen de eisen die worden gesteld aan professioneel vuurwerk en aan consumentenvuurwerk; dit komt tot uiting in de afstandseisen en de maximaal toegestane hoeveelheid vuurwerk per inrichting. Voor bedrijven met professioneel vuurwerk, al dan niet in combinatie met consumentenvuurwerk geldt een vaste afstand van 800 meter tot kwetsbare objecten en een maximum van 6000 kilogram vuurwerk per inrichting. Voor bedrijven waar consumenten vuurwerk ligt opgeslagen geldt een vaste afstand van 20 meter tot kwetsbare objecten, op voorwaarde dat het vuurwerk in een transportverpakking is opgeslagen. Onder deze condities geldt een maximum per bewaarplaats van 50.000 kilogram. Naar aanleiding van het ontwerp-Vuurwerkbesluit zijn er diverse kamervragen geweest (Zie TK 27157, 66 en 80)Mede naar aanleiding hiervan zal het Vuurwerkbesluit nog ingrijpend worden gewijzigd ten opzichte van het ontwerp, onder meer op het punt van de overgangstermijn. Volgens het ontwerp-Vuurwerkbesluit zal voor inrichtingen waar vuurwerk wordt bewaard een maximale overgangstermijn van twee jaar gaan gelden; daarna moeten deze inrichtingen voldoen aan alle gestelde eisen voor opslag, inclusief de veiligheids Blad 7 afstanden. Blijkens de kamerbrief van 6 juni 2001 (TK 27157, 80, blz7) zal in het definitieve Vuurwerkbesluit een bepaling worden opgenomen die inhoudt dat ook voor gemeenten de veiligheidsafstanden eerst na twee jaar na inwerkingtreding van het besluit gaan gelden bij de vaststelling van bestemmingsplannen. Wanneer een dergelijke overgangstermijn in het besluit wordt opgenomen kan gedurende twee jaar dus nog worden afgeweken van de veiligheidsafstanden. In september 2001 is een ambtelijk concept van het Vuurwerkbesluit verschenen, waarin een aantal aanpassingen ten opzichte van het ontwerp-Vuurwerkbesluit van 26 februari 2001 zijn verwerkt. De overgangstermijn van twee jaar voor gemeenten was hierin nog niet verwerkt. Het ontwerp-Vuurwerkbesluit ligt nu bij de Raad van State om advies Inmiddels blijkt uit kamerstuk 28 000 XI, nr. 12 (brief d.d. 2 november 2001 van de minister van VROM aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaaldat naar aanleiding van een daartoe ingediende motie, in het Ontwerp-Vuurwerkbesluit een termijn van 2 jaar voor gemeenten en provincies is opgenomen gedurende welke termijn ruimtelijke ontwikelingen binnen de veiligheidsafstand die behoort bij een inrichting waar professioneel vuurwerk wordt opgeslagen nog mogen worden toegestaan; na die termijn moeten, aldus genoemde brief van de minister, bij de vaststelling van lokale ruimtelijke ordeningsbesluiten de van toepassing zijnde veiligheidsafstanden in acht worden genomen en moeten bedrijven waar professioneel en/of consumentenvuurwerk aanwezig mag zijn voldoen aan de in het besluit gestelde veiligheidsafstanden De inwerkingtreding van het Vuurwerkbesluit wordt verwacht in het voorjaar van 2002. Gedacht wordt aan maart 2002. Zeker is dit echter nog niet. Het is ongewenst dat met de vaststelling van het bestemmingsplan nog langer wordt gewacht. Nu de hogere waarde voor de reconstructie van de busbaan is verleend kan en moet het bestemmingsplan worden vastgesteld. De wettelijke termijn voor vaststelling van bestemmingsplannen (4 maanden na terinzageligging ontwerp-plan) is reeds lang verstreken De verdere ontwikkeling van het plangebied staat reeds te lang op slot. Uit een oogpunt van ontwikkeling van de stad als geheel en het bedrijventerrein is dit uiteraard ongewenst. Ook hebben de vuurwerkbedrijven op korte termijn behoefte aan duidelijkheid in planologisch opzicht. Die duidelijkheid wordt (met inachtneming van enige onduidelijkheden omdat het Vuurwerkbesluit nog niet definitief is) nu geboden. Het is wenselijk dat het plan thans wordt vastgesteld, nadat het al te lang in procedure

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 211