Blad 24 die overigens niet in het ontwerp is opgenomen, zo constateert de stichting. B. een andere optie is volgens de stichting om in het bestemmingsplan de onderdelen voor de ijshal en voor de evenementenhal met elkaar te verweven. Achtergrond van deze optie is recent overleg tussen de directeur van het FEC, de heer De Jong, en het bestuur van de ijshal. Hierbij is volgens de stichting gesteld, dat nu is uitgesproken dat de ijshal op de bestaande plaats blijft, het zowel voor de ontwikkeling van het FEC als voor de ijshal een betere visie is om er alles aan te doen, dat beide ontwikkelingen elkaar versterken en aanvullen. In de visie van De Jong, die de stichting onderschrijft, vraagt de toekomstige verdere ontwikkeling als werkgebied voor dienstverlener, dat het nu nog saaie parkeergebied en de magere uitstraling van de ijshal worden verbeterd. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan de ontwikkeling van onder meer het gebouw aan de oostzijde van de ijshal, waardoor het sportcomplex als totaal een wervende functie kan krijgen die meer aansluit bij de behoefte van kantoren ook sport en beweging in hun activiteiten te betrekken. Ook voor de toekomstige hotelac commodatie kan een dergelijke functie een pluspunt zijn. Kansen voor een dergelijke ontwikkeling zijn groter door een plan in groter verband te plaatsen en in onderlinge samenwerking. De directeur van het FEC is bezig om voor dit idee ook een bestuurlijk draagvlak te vinden. De stichting IJshal is van dit idee een groot voorstander. Nu echter het bestemmingsplan ter visie ligt zou het ontwerp-bestemmings- plan in die zin moeten worden aangepast, dat een dergelijke waarschijnlijke ontwikkeling ook binnen het kader van het bestemmingsplan kan plaats vinden. Om meerdere redenen is de stichting er dan ook voorstander van om de bestemming van evenementenhallen aan te passen, ongeveer conform het voorontwerp, en/of met een wijzigingsbevoegdheid uit te breiden, die ruimte biedt aan een dergelijke visie. De stichting verwijst naar haar suggestie voor bestemmings aanpassing hierna. Omdat de stichting in haar zienswijze moet reageren op het ontwerp-bestemmingsplan zoals dat nu ter visie ligt, moet de stichting in haar optiek rekening houden met twee mogelijke situaties. Of de gemeente handhaaft de visie A die ten aanzien van de ijshal en het FEC in het ontwerp is neergelegd. Of de gemeente onderschrijft visie B, die in dat geval leidt tot een andere aanpassing van het plan. Uitgaande van visie A maakt de stichting hierbij formeel bezwaar tegen dit ontwerp met opmerkingen die in dit kader van toepassing zijn. Als de gemeente met visie B kan instemmen, maakt de stichting bezwaar tegen de gehele bestemming art. 8 Doeleinden voor sport en recreatie en de Blad 25 gehele bestemming art. 6 Evenementenhallen, met verwijzing naar bijgevoegde suggesties voor aanpassing. Reactie De gemeentelijke visie komt het meest overeen met de visie, zoals die is door de stichting als visie A wordt omschrevenZoals reeds in de beantwoording van de inspraakreactie van de stichting op het voorontwerp is aangegeven, stelt de gemeente voorop dat het niet de bedoeling is nabij het FEC functies te ontwikkelendie de ontwikkeling van het FEC in de weg kunnen staan. Voorrang wordt verleend aan bedrijven in de dienstverlenende sfeer en aan FEC-activiteitenGelet op deze beleidskeuze wordt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de ijshal een terughoudend beleid gevoerd Niettemin is, naar aanleiding van de inspraakreactie van de stichting en een opmerking van de Commissie van Overleg het voorontwerp-plan aangepast in die zin dat de ijshal een specifieke bestemming heeft gekregenmet daarbij enige ontwikkelingsmogelijkheden aan de oostzijde. Dit gelet op het feit dat de ijshal nu eenmaal een aanwezige functie betreft, waaraan, zo lang deze wordt gehandhaafd, in de gegeven situatie reële ontwikkelingsmogelijkheden moeten worden geboden. Dit conform eerder gedane toezeggingen Bij de thans gegeven specifieke bestemming is het niet meer mogelijk om in de ijshal alle functies uit te oefenen die ook in de evenementenhallen mogelijk zijn. Uitgegaan wordt nu van een scheiding van functies. De thans door de stichting bepleite menging van functies visie B) zou een toename van de sport- en recreatiefunctie in het gebied kunnen inhouden. Dit zou afbreuk kunnen doen aan de voorgestane ontwikkeling van bedrijven in de dienstverlenende sfeer en FEC-activiteitenTot op zekere hoogte zou een ondersteunende functie van sport en recreatie kunnen worden aangenomen, maar toch zou dit ruimte innemen, die in de gemeentelijke visie beter voor de primair beoogde functie (dienstverlening c.a.) kan worden gebruiktof voor andere daaraan ondersteunende functies (zoals een hotel)Door de ijshal op de bestaande plek te handhaven en ook nog enige ontwikkelingsmogelijkheden te bieden, is er in de gemeentelijke visie genoeg sport en recreatie in het gebied aanwezig Het beleid van de gemeente is dus niet gericht op actieve sanering van de ijshal. De ijshal kan blijven bestaan, en krijgt zelfs enige ontwikkelingsmogelijkhedenMocht zich echter in de looptijd van het bestemmingsplan de omstandigheid voordoen dat de ijshal ter plekke wordt beëindigd (bijvoorbeeld in het kader van een verplaatsing) dan biedt het plan door middel van de daartoe opgenomen wij zigingshevoegdheid de mogelijkheid de vrijgekomen ruimte

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 220