Blad 40 bestemmingsplan. Wel bevat de toelichting de motivering voor de keuzes die op de plankaart en in de voorschriften zijn gemaakt. Bij de aanpassing van de toelichting zal dan ook de in dit raadsvoorstel neergelegde motivering als uitgangspunt worden genomen. Voorts maakt dit voorstel zelf deel uit van de onderbouwing van het bestemmingsplan. Als zodanig maakt het voorstel zelf eigenlijk ook deel uit van de toelichting. IX. Voorstel Onder vermelding dat dit voorstel deel zal uitmaken van de toelichting op het bestemmingsplan stellen wij uw raad resumerend voor: 1. de ingebrachte zienswijzen, genoemd in dit voorstel, ontvankelijk te verklaren (met uitzondering van één van de brieven) 2. de heer A.G. Tomey in zijn zienswijzen niet ontvankelijk te verklaren; 2. ten aanzien van de in de zienswijzen naar voren gebrachte bezwaren beslissen overeenkomstig ons voorstel, zoals neergelegd in de reacties op de zienswij zen; 3. het ontwerp-bestemmingsplan "Businesspark en FEC e.o", zoals dat vanaf 27 juni 2000 gedurende vier weken ter inzage heeft gelegen, met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen, vast te stellen. Op grond van het vorenstaande bieden wij u hierbij gaand het ontwerp-besluit ter vaststelling aan. Voor de behandeling in de Commissie Stadsontwikkeling d.d. 22 januari 2002 verwijzen wij u naar het verslag. Leeuwarden, 31 januari 2002. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drA.J. Hofman, secretaris. Nummer 1539 GV/DW DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; overwegende, dat het ontwerp-bestemmingsplan "Businesspark en FEC e.o." overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met ingang van 27 juni 2000 gedurende vier weken met alle bijbehorende stukken voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat met betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan schriftelijk zienswijzen kenbaar zijn gemaakt; dat de inbrengers van de zienswijzen op 22 januari 2002 in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen nader toe te lichten bij de Commissie voor Stadsontwikkeling, fungerend als hoorcommissie namens de gemeenteraad; dat ten aanzien van de ontvankelijkheid en de besluitvorming over de zienswijzen door burgemeester en wethouders een met redenen omkleed voorstel aan de raad is gedaan, zijnde het voorstel met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan "Businesspark en FEC e.o.", d.d. 7 januari 2002; dat de heer A.G.Tomey, Harlingertrekweg 87, alhier, in zijn zienswijzen niet ontvankelijk dient te worden verklaard; dat de raad zich kan verenigen met het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en de daaraan ten grondslag liggende motieven ten aanzien van de zienswijzen en de naar aanleiding daarvan voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan; dat in het voorstel tevens een aantal ambtshalve wijzigingen ten opzichte van het ter inzage gelegde ontwerp-bestemmingsplan is voorgesteld; gelet op het bepaalde in artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2002 (bijlage nr. 25);

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 228