Lokale Agenda voor de Toekomst
3 Lokale Agenda voor de Toekomst
De gemeente Leeuwarden voert een actief beleid ten behoeve van de reïntegratie van
werkzoekenden. Uitgangspunt van het Lokaal Sociaal Beleid is daarbij om mensen in
staat te stellen hun eigen situatie te verbeteren. De gemeentelijke achterstandsbestrijding
is erop gericht om iedereen een individueel hulpaanbod te doen. Het vinden van regulier
werk staat voorop en waar dat nog niet kan wordt alles in het werk gesteld om
belemmeringen weg te nemen, uitstroomkansen te vergroten en een sociaal isolement te
voorkomen. Hiertoe regisseert de gemeente de sluitende keten van zorg- en
hulpverlening, maatschappelijke participatie en arbeidsmarkttoeleiding.
Om die ambitie waar te maken neemt Leeuwarden zich voor om 4.000
reïntegratietrajecten te realiseren in 4 jaar. De verwachting is dat in ieder geval 1.200
van de trajectdeelnemers zullen uitstromen uit de bijstand naar werk (regulier of
gesubsidieerd). Belangrijk instrument is hierbij het casemanagement. De Leeuwarder
casemanager vertegenwoordigt de publieke verantwoordelijkheid voor de reïntegratie
van personen, die privaat wordt uitgevoerd. Hij/zij is het aanspreekpunt voor de burgers
van Leeuwarden die een beroep doen op een inkomensvoorziening en dus een beroep
doen op werk.
De armoedebestrijding en het handhavingsbeleid krijgen een nadrukkelijke
ondersteunende rol bij de uitvoering van het reïntegratiebeleid.
4 Beleidsdoelen
Voor een opsomming van de beleidsdoelen voor de jaren 2001 t/m 2004 wordt
verwezen naar hoofdstuk 4. Hoofdlijn is dat iedere uitkeringsgerechtigde een aanbod
krijgt voor arbeidsmarkttoeleiding, maatschappelijke participatie of zorg- of
hulpverlening. Deze beleidsdoelen worden in het jaarlijkse beleidsplan Sociale Zaken
en Werkgelegenheid verder uitgewerkt.
5 Uitvoering Sociale Zaken
In dit hoofdstuk worden voorstellen gedaan om de ambities van de gemeente te kunnen
realiseren. Daarvoor volgt een voorstel voor de bestemming van de prestatievergoeding
voor de uitvoeringskosten van het casemanagement die gemeenten van het ministerie
krijgen. Tevens wordt een drietal voorstellen gedaan die betrekking hebben op de
organisatie van de sectoren Sociale Zaken en Additionele Werkgelegenheid. Deze
betreffen de omvang van de basisorganisatie van Sociale Zaken, de versterking van de
inkoop- en beleidsregie van de sector Additionele Werkgelegenheid en een voorstel tot
nadere uitwerking van een model van publiek opdrachtnemerschap.
Lokale Agenda voor de Toekomst
1 EVALUATIE TAAKSTELLEND ACTIVERINGSBELEID
Bij de presentatie van een nieuw beleidskader kijken we terug op de vorige
beleidsperiode. Zijn de doelen gehaald en welke lessen kunnen we leren? In dit
hoofdstuk wordt stilgehouden bij de resultaten van het Taakstellend Activeringsbeleid
1998-2001. Dit is een evaluatie op hoofdlijnen, omdat na afloop van de gehele
beleidsperiode van het Taakstellend Activeringsbeleid in het voorjaar van 2002 in de
jaarlijkse editie van de arbeidsmarktmonitor een meer uitvoerige evaluatie zal
plaatsvinden. De resultaten van het activeringsbeleid zijn voor de eerste driejaar al in
het kader van de zelfanalyse grotestedenbeleid (mei 2001) gepresenteerd. De evaluatie
hieronder berust dan ook op deze eerder gepresenteerde resultaten. Na een beschrijving
van de resultaten van het gevoerde beleid volgt een evaluatie van de uitvoering van
Sociale Zaken, dat ook onderdeel uitmaakt van het Taakstellend Activeringsbeleid. Een
terugblik op de gestelde doelen en een analyse van de gerealiseerde prestaties leert ons
lessen voor de toekomst. De lessen voor de lokale agenda staan samengevat in de laatste
paragraaf.
1.1 Introductie
In 1998 heeft de gemeente Leeuwarden een vierjarig beleidskader opgesteld voor de
aanpak van de werkloosheid en de uitvoering van Sociale Zaken. Het is een totaalplan
geworden voor het gemeentelijk activeringsbeleid in de periode 1998-2001. De
veranderende rol van de gemeente op het terrein van werkloosheidsbestrijding is met
name de aanleiding geweest om dit plan te maken. Steeds meer taken worden aan de
gemeente toebedeeld en dat maakt de rol van de gemeente belangrijker. Zoals bij de
realisatie van de Sluitende Aanpak bijvoorbeeld, een landelijke beleidslijn waarbij alle
langdurig werklozen een gericht aanbod naar werk of scholing moeten krijgen.
In reactie op de toename en intensivering van haar taken kiest de gemeente bewust voor
een sturende en coördinerende rol. Niet zelf de uitvoering ter hand nemen maar sturen
op hoofdlijnen en op afstand; een regierol. Om de regie goed te kunnen voeren, is het
van belang dat er op hoofdlijnen duidelijkheid bestaat over de beoogde doelen en
gewenste resultaten van het beleid. Die resultaten moeten in concrete, meetbare en
heldere termen worden gesteld, zodat de voortgang goed gevolgd kan worden.
Het Taakstellend Activeringsbeleid is een eerste concrete uitwerking van deze
rolopvatting en heeft daarmee model gestaan voor het Lokaal Sociaal Beleid.
In het Taakstellend Activeringsbeleid wordt op basis van een analyse van de sociaal
economische situatie een scenario gepresenteerd voor de te verwachten toekomstige
ruimte op de arbeidsmarkt voor de doelgroep uitkeringsgerechtigden. Rekening
houdend met de gemeentelijke mogelijkheden om uitstroomacties te ondersteunen en te
financieren is een taakstelling geformuleerd voor het uitstroombeleid uit de bijstand in
de jaren 1998-2001.
1