Lokale Agenda voor de Toekomst Als toetreding tot de reguliere arbeidsmarkt niet haalbaar is, zal nagegaan worden of op een andere manier de betrokkenheid bij de maatschappij kan worden bevorderd via aanbod van gesubsidieerd werk of inschakeling bij vrijwilligerswerk. De gemeente heeft de taak om gesubsidieerd werk te organiseren. Daarbij staan doorstroom en uitstroom altijd voorop. Door de belemmeringen van de cliënt kan bemiddeling naar werk (nog) niet lukken. Dan wordt er hulp geboden om in die situatie zo mogelijk verandering te brengen of om verdere opeenstapeling van problemen te voorkomen. Een reïntegratietraject kan zo bestaan uit arbeidsmarkttoeleiding, maatschappelijke activering en hulp- en zorgverlening. Een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk reïntegratiebeleid is de Sluitende Aanpak, waarbij iedereen die werkloos wordt en niet zelf aan het werk kan komen binnen 12 maanden na instroom een arbeidsmarktgericht aanbod krijgt. Uit de evaluatie van het Taakstellend Activeringsbeleid blijkt dat de Sluitende Aanpak voor iedereen die nieuw in de bijstand is ingestroomd vanaf 1-1-1999 al is gerealiseerd. Het continueren van deze sluitende aanpak van de nieuwe instroom is één taak waar Leeuwarden voor staat. Daarnaast zal ook de sluitende aanpak voor het zittende bestand beleidsprioriteit zijn. De gemeente Leeuwarden voert geen specifiek allochtonenbeleid. De basisvoorzieningen die de gemeente in stand houdt (de eerste LSB doelstelling) zijn voor iedereen, dus ook voor allochtonen. Activiteiten gericht op het bestrijden van achterstanden bij mensen die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen (de tweede LSB doelstelling), worden gekenmerkt door een aanpak van individueel maatwerk. Iedereen komt aan de beurt en krijgt precies dat traject dat hij of zij nodig heeft om zijn positie te verbeteren. Op deze wijze worden ook alle allochtonen met hun eventueel specifieke behoeften bediend. Dit neemt niet weg dat de gemeente erkent dat allochtonen op dit moment nog een achterstandsgroep vormen, waarvan de positieverbetering bewaakt moet worden. Punt van aandacht blijft het toezien op een evenredig gebruik van reïntegratie-instrumenten door allochtonen en met name het bewerkstelligen van een evenredige uitstroom van deze groep. Daarnaast is er de mogelijkheid om alsnog extra in te zetten op specifiek allochtonenbeleid. 3.2 Regierol Voor de achterstandsbestrijding is in Leeuwarden een regiemodel in gebruik dat de vraag van de hulpvrager (cliënt) centraal stelt. Toegespitst op de vaak meervoudige problematiek van de individuele cliënt regisseert de gemeente de volledige keten van zorg- en hulpverlening, maatschappelijke participatie en arbeidsmarkttoeleiding. Hiervoor stelt de gemeente één (of meerdere) 'hoofdaannemers' aan, die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van het gehele reïntegratietraject van een cliënt. De hoofdaannemer heeft tot taak om in samenspraak met die cliënt het individuele pakket te realiseren door verschillende onderdelen in te kopen bij andere deskundigen. Deze manier van werken, ook wel de ketenbenadering genoemd, past goed in de lijn van de de SUWI-wetgeving, waarin de gemeentelijke rol omschreven is als organisator van de keten van dienstverlening. 18 Lokale Agenda voor de Toekomst 3. 3 Extra inzet Om de ambitie waar te kunnen maken dat elke (bijstands)cliënt in het arbeidsproces wordt opgenomen of maatschappelijk participeert is het van belang om te weten wie nog een arbeidsmarktgericht aanbod moet hebben. Op basis van de omvang en kenmerken van deze groep kunnen we dan concrete doelen stellen voor het aantal te realiseren trajecten en de uitstroomkansen. In 2001 is bijna driekwart van alle bijstandsgerechtigden ingedeeld in fase 4. Daarnaast is de verwachting dat bijna tweederde van de jaarlijkse nieuwe instroom ook tot fase 4 behoort. Gezien het zittende bestand en de kenmerken van de nieuwe instroom zal de komende jaren primair de aandacht uit moeten gaan naar uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4). Deze bijstandsgerechtigden hebben veelal meervoudige belemmeringen, zoals langdurige werkloosheid in combinatie met een gebrekkige opleiding en weinig werkervaring of taal- en gezondheidsproblemen in combinatie met arbeidsongeschiktheid en/of schuldenproblematiek. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer tweederde van de fase 4 uitkeringsgerechtigden een vrijstelling van de arbeidsverplichtingen heeft, waarvan een meerderheid als gevolg van arbeidsongeschiktheid. De aard van de belemmeringen van deze groep geeft het belang aan van het organiseren van een sluitende keten van zorg- en hulpverlening, sociale activering en arbeidsmarkttoeleiding. Casemanagement Casemanagement wordt alom als dè geschikte werkvorm geacht om deze groep cliënten een aanbod te kunnen doen en te kunnen blijven volgen. De casemanager vertegenwoordigt in Leeuwarden de publieke verantwoordelijkheid voor de reïntegratie van personen, die privaat wordt uitgevoerd. De casemanager is dan ook het aanspreekpunt voor burgers van de gemeente Leeuwarden die een beroep doen op een gemeentelijke inkomensvoorziening en dus een beroep doen op werk. Want het belangrijkste uitgangspunt in het nieuwe SUWI stelsel is: Werk boven inkomen. Het uitgangspunt voor nu en in de toekomst is een klantgerichte dienstverlening, met één aanspreekpunt voor de cliënt. Op het terrein van reïntegratie is de casemanager op individueel niveau regisseur van de reïntegratietrajecten. De casemanager draagt de verantwoordelijkheid voor een gemotiveerde toeleiding van de cliënt, voor het goedkeuren en volgen van het reïntegratietraject en voor de samenloop van traject en uitkering (bijvoorbeeld bij sancties). Met het organisatie-ontwikkelingstraject van de sector is de ontwikkeling in gang gezet om de uitkeringsverstrekking zoveel mogelijk te verzorgen in de back-office onderdelen. Deze ontwikkeling zal worden doorgezet. Het streven is om de inhoudelijk uitvoerende taken van de casemanager te beperken en deze zoveel mogelijk uit te laten voeren door een backoffice (inkomen) of een reïntegratiebedrijf (werk). De publieke taak zal zich in de toekomst vooral concentreren op het organiseren en aanbieden van werk voor personen die grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt en op een efficiëntie verbetering van een rechtmatige inkomensvoorziening. Gezien deze ontwikkeling zal de uitkeringsverstrekking in Leeuwarden in toenemende mate verschuiven naar de backoffice-organisatie, zodat er ruimte ontstaat voor een breed (integraal) dienstverlenend maar niet gespecialiseerd takenpakket van de casemanager, waarbij de nadruk op werk en activering komt te liggen. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 275