Lokale Agenda voor de Toekomst
Tot het casemanagement behoort ook de inkoopfunctie van reïntegratietrajecten. In
Leeuwarden is ervoor gekozen om die inkoop centraal te organiseren. De sector
Additionele Werkgelegenheid vervult die opdrachtgeversrol. De sector is niet alleen
opdrachtgever voor Sociale Zaken maar ook voor de private rein tegratiebedrij ven.
Aanbesteding, contractbeheer en accountmanagement zijn taken die gedurende het
Taakstellend Activeringsbeleid zijn ontwikkeld.
Het ministerie van SZW stelt tegenover de extra reïntegratie inspanningen van
Leeuwarden een prestatievergoeding voor de uitvoeringskosten van het
casemanagement in het vooruitzicht van 1157 (f. 2550,-per traject. De helft van de
vergoeding voor de uitvoeringskosten is gerelateerd aan het aantal gerealiseerde
trajecten. De andere helft van de vergoeding is afhankelijk van de uitstroomresultaten
van het totaal aantal gerealiseerde trajecten. Uitgangspunt in de afspraken met SZW is
dat er voor 40% van de trajecten uitstroom mogelijk moet zijn. Als een gemeente
minder presteert, krijgt zij minder vergoeding voor de uitvoeringskosten.
Trajectdoelstelling
Op basis van ramingen van de trajectbehoefte voor de periode 2001 - 2004 en het aantal
lopende trajecten halverwege 2001 is de doelstelling om - bij gelijkblijvende
omstandigheden (arbeidsmarktsituatie, instroom in de bijstand e.d.) 4.000 trajecten te
realiseren in 4 jaar (1.000 trajecten per jaar). Hiermee krijgt de nieuwe instroom binnen
12 maanden een arbeidsmarktgericht aanbod en zal het zittende uitkeringenbestand in 4
jaar tijd eveneens een passend aanbod krijgen.
Uitstroomdoelstelling
De aanpak en resultaten van het Taakstellend Activeringsbeleid hebben landelijke
aandacht gekregen. Leeuwarden heeft wat uitstroom betreft ten opzichte van andere
steden goed gepresteerd. De overzichten hieronder geven de recente positie aan van de
Leeuwarder uitstroomresultaten ten opzichte van de andere 25 grootste steden (de vier
grote steden G21).
Uitstroom naar betaald werk in de eerste 9 maanden van 2000
per aantal Abw gerechtigden tussen 18-65 jaar
Leeuwarden 14
G25-totaal 11%
Uitstroom naar anders dan betaald werk in de eerste 9 maanden
van 2000 per aantal Abw gerechtigden tussen 18-65 jaar
Leeuwarden 22
G25-totaal 15%
*bron: Versnelde Informatie Verzameling, ministerie van SZW 2001
Leeuwarden zal zich de komende jaren inspannen om voor zoveel mogelijk trajecten
uitstroom uit de bijstand te realiseren. In de Agenda voor de Toekomst is een
uitstroompercentage van 40% afgesproken. Steden die in het recente verleden wat
minder resultaten geboekt hebben kunnen de komende jaren waarschijnlijk een betere
uitstroomscore laten zien dan Leeuwarden. Door de aanpak van de afgelopen jaren
bestaat het sterk afgenomen Leeuwarder bijstandsbestand nu voor een groot deel uit
cliënten die niet verplicht zijn mee te werken aan reïntegratie vanwege een vrijstelling.
Bij deze trajectdoelstelling is geen rekening gehouden met de nieuwe doelgroep van
niet werkende werkzoekenden zonder een uitkering of met Anw uitkering, waarvoor
gemeenten per 1-1-2002 de reïntegratieverantwoordelijkheid krijgen. Hiervoor wordt
een afzonderlijk plan van aanpak opgesteld.
20
Lokale Agenda voor de Toekomst
De groep cliënten die nog wel in aanmerking (kan) komen voor reïntegratie heeft een
grote afstand tot de arbeidsmarkt met veelal meervoudige problemen. Een realistische
opvatting dwingt ons te erkennen dat voor een deel van deze groep cliënten uitstroom
uit de bijstand niet (geheel) haalbaar zal zijn. Een traject met elementen van zorg- en
hulpverlening kan dan bijvoorbeeld wel met succes worden afgerond zonder dat het tot
uitstroom uit de bijstand leidt. Daarom wordt voor de begroting van de vergoeding van
de casemanagementvergoeding die gerelateerd is aan de uitstroom rekening gehouden
met een uitstroom uit de trajecten naar (regulier of gesubsidieerd) werk van 30%.
SZW kon bij het maken van de afspraken met de G26 geen toezegging doen voor de
vergoeding van de uitvoeringskosten van alle (105.000) voorgenomen trajecten.
Daarom is eerst de afspraak gemaakt dat voor de vergoeding voor ten minste 84.000
trajecten dekking aanwezig is bij SZW. Afhankelijk van de prestaties van de G26 wordt
bij de jaarlijkse evaluatie bezien of uitbreiding tot 105.000 trajecten haalbaar is.
Leeuwarden heeft voor 3.167 reïntegratietrajecten de toezegging dat deze in aanmerking
kunnen komen voor de prestatievergoeding (zie bijlage 2). Er zal alsnog gestreefd
worden alle 4.000 trajecten te realiseren en deze in aanmerking te laten komen voor de
casemanagementvergoeding. Bij een gerealiseerd uitstroompercentage van 30% van
3.167 trajecten en een trajectvergoeding van 1.157 (f. 2550,-) zal de totale vergoeding
voor de uitvoeringskosten van het casemanagement voor de periode van 4 jaar ongeveer
3,2 miljoen (f. 7 miljoen) bedragen.
3.4 Inkomen ondersteunt reïntegratie
Het inkomensbeleid krijgt meer en meer een ondersteunende rol voor het
reïntegratiebeleid. "Werk, werk werk", het motto van het kabinet illustreert deze
verschuiving. Ook in de extra inspanningen van SZW en VNG in de 'Bestuurlijke
afspraken 2001-2004' ligt de nadruk met klem op activering en maatschappelijke
participatie van werklozen. Op lokaal niveau stellen we onze prioriteiten op
achterstandsbestrijding, reïntegratie dus. Het inkomensbeleid zal recht moeten doen aan
ieders eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden voor een zelfstandige
bestaansvoorziening. Een actieve houding van de gemeente moet een beroep op
uitkering (of gesubsidieerd loon) zoveel mogelijk voorkomen. De nieuwe organisatie
van de ffontoffice van Sociale Zaken op het CWI speelt een belangrijke rol in die
instroombeperking. Eerst zien of men werkelijk alle mogelijkheden voor werk heeft
geprobeerd of samen met een medewerker van het CWI de openstaande vacatures
bekijken, voordat het vangnet van de uitkering wordt aangesproken. Vervolgens voor
degene die nog maar korte tijd werkloos is iedere 2 maanden een actieve controle, langs
de vacatures op het CWI. Als ondanks alle inspanningen uitkeringsafhankelijkheid
ontstaat en aanblijft, wordt de duur daarvan - waar mogelijk - direct beperkt door het
reïntegratie-instrumentarium in te schakelen, door het opleggen en handhaven van
verplichtingen en door toepassing van het maatregelenbeleid.
Nadruk op werk en activering maar met oog voor de individuele omstandigheden en
beperking van armoede; dat is de moeilijke taak die gemeenten te wachten staat. Want
voor uitkeringsgerechtigden voor wie een eigen bestaansvoorziening niet zo eenvoudig
haalbaar is, zal de gemeente waakzaam moeten zijn op het beperken en voorkomen van
armoede. Naast de armoedebestrijding krijgt ook het handhavingsbeleid een grotere rol
als integraal onderdeel van het reïntegratiebeleid. Strikte naleving van de
arbeidsverplichtingen is van groot belang voor een effectief reïntegratiebeleid.
Afspraken met cliënten ten behoeve van hun reïntegratie vergt een nauwgezette
handhaving. Daarnaast leidt verdere stroomlijning van de rechtmatigheidscontroles niet
alleen tot sneller en effectiever optreden van de gemeente in geval van fraude maar
geeft tegelijkertijd meer ruimte voor activeringswerkzaamheden.
21