Lokale Agenda voor de Toekomst
A rmoedebestrijding
De Agenda voor de Toekomst stelt nadrukkelijk het gemeentelijk minimabeleid ter
discussie door de relatie te leggen met de activering en ondersteuning van cliënten. We
zullen ons moeten afvragen of het minimabeleid voldoende bijdraagt tot activering en
sociale participatie van de Leeuwarders met een laag inkomen. In mei van dit jaar heeft
het college van B&W ingestemd om te wachten met een heroverweging van het
gemeentelijke minimabeleid in afwachting van de landelijke ontwikkelingen ten aanzien
van de armoede en armoedeval3. Onderdeel van de heroriëntatie zal moeten zijn in
welke mate gebruikers van het minimabeleid behoefte hebben aan aanvullende
ondersteuning op het gebied van sociale activering of schuldhulpverlening. Daarnaast
zal extra aandacht uit gaan naar de versterking van voorlichting (tegen gaan van niet-
gebruik) en de inzet van ICT instrumenten in deze.
Vooruitlopend op de afspraken tussen minister en G26 heeft het college van B&W de
noodzaak onderkend voor het ontwikkelen van een lokale armoedemonitor. De
beschikbaarheid van betrouwbare informatie over de stand van de armoede in
Leeuwarden is op dit moment niet afdoende om goede werking van het beleid te meten
en eventueel aan te passen.
Hoogwaardige handhaving
Handhaving speelt een belangrijke rol in de naleving van de verplichtingen door de
uitkeringsgerechtigde. Het handhavingsbeleid van de gemeente is er ook op gericht om
te voorkomen dat er ten onrechte of voor een te hoog bedrag een uitkering wordt
verstrekt. Daarnaast wordt ingezet op de bestrijding van uitkeringsfraude.Uitwerking
van een hoogwaardig handhavingsbeleid past in de SUWI-doelstelling over een
doelmatige en doeltreffende uitvoering.
In Leeuwarden ligt de nadruk op een preventief handhavingsbeleid. Samen met de
gemeenten Apeldoorn en Tilburg is het LAT-project opgestart ter verhoging van de
klantvriendelijkheid en verbetering van de handhaving. Hierin ligt de nadruk op het
voeren van een preventief beleid, zodat de spontane nalevingsbereidheid bevorderd
wordt. Een viertal factoren zijn daarbij van belang:
1vroegtijdig informeren van de cliënt;
2. optimaliseren van de dienstverlening door het vergroten van het mogelijke gemak
voor de cliënt en het wegnemen van onnodige organisatorische belemmeringen;
3. controle op maat, hoe groter het risico des te intensiever de controle, zodat
vroegtijdig overtredingen of signalen worden geconstateerd;
4. het daadwerkelijk straffen bij overtreding.
Dit geldt natuurlijk zowel voor de rechtmatigheid van de uitkeringverstrekking als voor
de doelmatigheid (activering en uitstroom).
Sociale Zaken is als pilot gemeente aangesloten op het Inlichtingenbureau.
Samenloopsignalen worden via deze aansluiting binnen een termijn van 3 maanden op
mogelijke fraude beoordeeld. De pilot is aanleiding geweest om het LAT-project op te
starten.
Handhaving begint bij de casemanager die de cliënt tijdens het eerste contact wijst op
zijn rechten en plichten en eventuele gevolgen voor de uitkering bij het niet nakomen
van de verplichtingen. Optimalisering van de dienstverlening in relatie tot het
reïntegratiebeleid past in de ontwikkeling van het casemanagement; één aanspreekpunt
voor de cliënt bij de gemeente die goed geïnformeerd is over de uitvoering van de
3 Er wordt inmiddels onderhandeld tussen VNG en SZW over een zogenaamde Tang-
laag' regeling. Deze regeling moet tegemoetkomen aan de bestrijding van armoede bij
een langdurig laag inkomen.
22
Lokale Agenda voor de Toekomst
reïntegratie bij de private bedrijven. De casemanager is voor handhaving de
belangrijkste schakel tussen de trajectbegeleider van het reïntegratiebedrijf en de
uitkering van de cliënt. Er zal dan ook geïnvesteerd moeten worden in sluitende
werkafspraken over het opleggen van boeten en maatregelen bij het niet nakomen van
de arbeidsverplichtingen. De daadwerkelijke sanctionering op dit soort overtredingen
bepaalt mede het succes van het reïntegratiebeleid.
23