Lokale Agenda voor de Toekomst
en/of zorg, zodat bestaande belemmeringen waar mogelijk worden
weggenomen en verdere probleemcumulatie en/of sociaal isolement
waar mogelijk voorkomen wordt.
De G26 streven er naar om zo mogelijk voor 1 juli 2002 en uiterlijk per
31 december 2002 voor alle huidige Abw-cliënten hebben vastgesteld
wat het ontwikkelings-, activerings-en/of uitstroomperspectief is en doen
hierover uiterlijk 1 juli 2003 op bestandsniveau verslag aan de Minister.
In combinatie met de doorlichting van het bestand wordt met clienten
een afspraak gemaakt over het volgen van een traject, dan wel vindt
besluitvorming plaats over het eventueel verlenen van een individuele
ontheffing van een of meer de in artikel 113 Abw genoemde
arbeidsverplichtingen.
Werkloze etnische minderheden zullen minimaal naar evenredigheid
deelnemen aan de sluitende keten van reïntegratie. Gestreefd wordt
naar een evenredige uitstroom uit de Abw.
Voor de groep oudkomers zal de G26 duale trajecten ontwikkelen;
taalcursussen gecombineerd met reïntegratieactiviteiten.
De G26 ontvangen van de Minister een extra bijdrage voor de
intensieve activering van nieuwkomers (statushouders asiel). Ten
behoeve van clienten die op een traject worden geplaatst, is in het
kader van dit plan een bedrag van f. 8.908.701,- beschikbaar, te
verdelen over de jaren 2001 t/m 2002. De toedeling van deze bijdrage
vindt plaats op basis van aantallen vvtv-ers per 1 december 2000. De
wijze van verantwoording wordt geregeld bij beschikking, waarbij zoveel
mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 12.3 en 12.4 van
dit plan van aanpak.
3. Een sluitende keten van participatie, reïntegratie en werk voor de
groepen die per 1 januari 2002 onder de zorgplicht van de
gemeenten vallen.
3.1De G26 streven er naar om in regionaal verband en in samenwerking
met het CWI en de uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid zo mogelijk
op 1 juli 2002 en uiterlijk op 31 december 2002
inzicht te hebben in de samenstelling van en de dynamiek binnen
het bestand niet werkende werkzoekenden zonder uitkering of met een
uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet;
een plan van aanpak ontwikkeld te hebben voor een sluitende
keten van reïntegratie en toeleiding van deze doelgroep naar arbeid,
sociale activering en/of zorg.
De G26 spannen zich in om met ingang van 1 januari 2002 de sluitende
aanpak voor nieuwe niet-uitkeringsgerechtigden zoveel mogelijk te
realiseren.
3.2. De G26 zullen op basis van de onder 3.1 bedoelde analyse in de
tweede helft van 2002 nadere afspraken maken over de activeringsinzet
ten aanzien van deze doelgroep in termen van het aantal aan deze
doelgroep aan te bieden trajecten en de te prognotiseren uitstroom naar
(gesubsidieerd) werk.
3.3. De uitvoeringskosten van casemanagement voor niet-
uitkeringsgerechtigden vallen buiten de hier te maken afspraken. De
G26 verzoeken de Minister op korte termijn het overleg tussen het
Ministerie en de VNG af te ronden, zodat ruim voor 1 januari 2002
inzicht is in de noodzakelijke bekostiging van uitvoeringskosten voor
deze doelgroep.
36
Lokale Agenda voor de Toekomst
4. Uitstroom uit de WIW naar regulier werk
4.1De G26 stellen zich ten doel de positieve uitstroom uit de WIW (naar
regulier werk, een werkervaringsplaats of scholing) van de na 1 januari
1998 ingestroomde WlW-ers te brengen op het landelijk gemiddelde (in
2002 tenminste 30%).
5. Kinderopvang
5.1De G26 ontvangen van de Minister van SZW een extra bijdrage aan
de intensivering van de kinderopvang ten behoeve van cliënten die
op een traject worden geplaatst in het kader van dit plan. De G26
gaan uit van een budget van 52 miljoen, naar rato van het aantal
trajecten te verdelen over de jaren 2001 t/m 2004. Deze bijdrage
wordt nader over de G26 gemeenten verdeeld op basis van het
aantal eenoudergezinnen per 1 januari 2000.
5.2. De bijdrage kinderopvang wordt verstrekt ten behoeve van extra
ruimte om in de volgende met kinderopvang samenhangende
kosten te kunnen voorzien:
overbrugging van de periode tussen het ene en het andere
traject of tussen traject en werkaanvaarding
meerkosten van experimentele en daardoor duurdere vormen
van kinderopvang, zoals nachtopvang en flexibele opvang
collectieve kinderopvang gekoppeld aan scholingsinstellingen
en informele opvang als tijdelijke oplossing, zolang nog geen
formele kinderopvang beschikbaar is
informele opvang als tijdelijke oplossing bij acute behoefte aan
kinderopvang in verband met de start van een traject dan wel
werkaanvaarding, zolang nog geen formele kinderopvang
beschikbaar is
vervoerskosten van kinderen naar hun opvangadres
6. Armoedebeleid en het gemeentelijk minimabeleid
6.1 De G26 verplichten zich tot een heroriëntatie op het gemeentelijk
minimabeleid en zullen nagaan of dit in voldoende mate bijdraagt tot
activering en sociale participatie van inwoners met een laag inkomen.
6.2. De G26 zullen onderzoeken of inwoners die gebruik maken van het
gemeentelijk minimabeleid behoefte hebben aan aanvullende
ondersteuning bijvoorbeeld op het gebied van sociale activering of
schuldhulpverlening en ernaar streven om uiterlijk 1 januari 2003
hierover nadere afspraken te maken met partners in de keten van
activering, arbeidstoeleiding en zorg.
6.3. De G26 stellen zich verder ten doel om door een gerichte inzet op
schuldhulpverlening de financiële problematiek van met name langdurig
uitkeringsgerechtigden te verlichten, hen te stimuleren tot sociale
participatie en eventuele financiële drempels bij sociale participatie
zoveel mogelijk weg te nemen.
6.4. De G26 zullen voortaan in het jaarlijks aan de gemeenteraad uit te
brengen beleidsverslag en het verslag over de uitvoering aan de
Minister vermelden wat de trendmatige ontwikkeling van het aantal
inwoners met een laag inkomen is, volgens berekeningen op basis van
de COELO-methodiek.
6.5. De G26 zullen de voorlichting aan de burgers versterken en door inzet
van ICT-instrumenten inzicht bieden in het gemeentelijk aanbod van
37